Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Geschiedenislessen zijn niks voor beleidsmakers

Het beeld is al ruim tweehonderd jaar oud. Met een zekere regelmaat zakken marktgeoriënteerde economieën weg in een diepe crisis. En steeds blijkt het weer heel moeilijk om de crisis te overwinnen. Het gaat ten koste van veel persoonlijk leed. Werkloosheid, faillissementen, afstempelen van aandelen, het gebeurt keer op keer.

Oorzaken

Hoe komt het, dat centrale bankiers en politici zelfs na tweehonderd jaar niet in staat zijn een crisis te voorkomen of de negatieve effecten, zoals werkloosheid, met gezwinde spoed te verzachten?

Daarvoor zijn grofweg drie oorzaken voor aan te wijzen. De eerste is die van de ongetemde inflatie. Stimulering van de vraag vertaalt zich hoofdzakelijk in een snel stijgende inflatie en hogere prijzen, maar amper in het verbeteren van de werkgelegenheid! De tweede oorzaak ligt in het verlengde van de eerste. Stel dat beleidsmakers de inflatie beteugeld hebben, dan weten ze niet hoe die beteugeld te houden in tijden dat ze pogen de uitgaven te stimuleren. De derde oorzaak is, dat overheden en centrale bankiers zeker wel in staat zijn om de werkgelegenheid op korte termijn te herstellen, maar dat ze dat simpelweg niet willen. Ze achten het noodzakelijke expansieve beleid te groot, te omvangrijk. Het is duidelijk, dat de lessen van de jaren dertig van de vorige eeuw onvoldoende geleerd zijn door de huidige generatie. Toen werden beleidsmakers niet moe om erop te hameren, dat een langdurige periode van bezuinigen noodzakelijk was om alle rotte plekken uit de economie weg te snijden. Ze negeerden daarbij de lessen van Keynes. Die hield hen tevergeefs voor, dat een nagenoeg universeel faillissement amper een basis is voor herstel van welvaart en welzijn. Alleen hele puriteinse geesten geloven in de heilzame werking van ellende en zuivering!

Geschiedenislessen

Een cynische geest zou kunnen opmerken, dat beleidsmakers al heel lang de lessen van de geschiedenis negeren. Al in 1829 kwam de Franse econoom Jean Baptiste Say tot de conclusie, dat het afbouwen van schulden als middel voor het bestrijden van een crisis een heilloze weg is. Immers, de uitgaven van de een, zijn het inkomen van de ander. Als iedereen de hand op de knip houdt, dan rest alleen crisis en hoge werkloosheid. In de eeuw daarna heeft een stoet aan economen als John Stuart Mill en John Maynard Keynes getracht een stappenplan op te stellen om ernstige crises te voorkomen of snel te genezen. In essentie komen al die vingerwijzingen erop neer, dat het voor de maatschappij aantrekkelijker moet zijn om schulden te maken dan om het geld in hun portemonnee te houden. De overheid moet in dezen een belangrijke rol spelen. De kwaliteit van de schuld moet van dien aard zijn, dat het aantrekkelijk is deze schuldtitels te bezitten! Als die insteek niet helpt dan is de ultimo remedio dat de overheid de rol van de private sector op zich neemt. Dat betekent grootschalig liquiditeiten lenen en dan de markt op om spulletjes aan te schaffen. Daar is echter durf voor nodig. Centrale bankiers als Ben Bernanke en Mario Draghi hebben wel stappen in de goede richting gezet, maar nu al klinkt het alom dat ze al te ver zijn gegaan. Toch is nog steeds geen sprake van oplopende inflatie of snel stijgende prijzen. Het puritanisme en de hang naar bezuinigen zit diep in de genen van de beleidsmakers, ook al kunnen ze historisch gesproken op weinig opwekkende resultaten bogen!

Cor Wijtvliet

Bron: J. Bradford DeLong, Grand mal economics. Project-syndicate, January 31 2013.

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *