Decennia lang gold het als een tegeltjeswijsheid. Een gebalanceerde beleggingsportefeuille bestaat voor 60% uit aandelen en voor 40% uit staatsobligaties. De aandelen leveren de winst en de obligaties de stabiliteit. Voor Amerikaanse beleggers leverde dat sinds 1980 een gemiddelde groei op van 10,2%.
Volgens een groeiende groep beleggers is dat rendement nu onbereikbaar geworden. Aandelen zijn eenvoudig weg te duur. De forward P/E van de S&P 500 staat op 21,7x tegen een gemiddelde van 15,4x over de afgelopen 20 jaar.
Staatsobligaties zijn niet alleen duur, maar ook nog eens erg
risicovol. De yield is zo laag, dat de geringste verandering grote gevolgen kan hebben. Mocht de inflatie en dus ook de rente gaan stijgen, dan zijn de verliezen niet te overzien.
Het is dus zoeken naar alternatieven, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Onroerend goed en Infrastructuur kunnen misschien de rol van de obligatie overnemen. Bedrijfsobligatie komen minder in aanmerking nu veel bedrijven hun kredietwaardigheid zien verminderen door de crisis.
Misschien minder large-cap aandelen en meer value en smallcaps? Wie het weet, mag het zeggen! Bij de huidige waarderingen neemt de noodzaak voor volwaardige alternatieven toe. Zo niet dan wordt het genoegen nemen met bescheiden rendement.
Lees ook:
Wij hebben een robot ontwikkeld dat automatisch belegt en kan inspelen op zowel een stijging als een daling van de Duitse beurs.
Groen beleggen is in. Het aantal emissies van groene obligaties is bijna niet meer bij te benen.
Zowel particulieren als ondernemers maken in het begin van het jaar de balans op. Het is een mooi punt om de financiële administratie eens goed te bekijken.
Werkt de bekende 60/40 strategie nog wel? Vervullen obligaties nog wel de rol van stabilisator in de beleggingsportefeuille ?