Eigen verantwoordelijkheid belegger?

Alle media publiceerden de uitspraak van het Kifid over een belegger die de overwaarde van zijn woning, tegen het advies van de bank, belegde in een zogenaamde Steepener Note van Lehman Brothers. Met het faillissement van Lehman verloor de belegger ruim € 100.000,=. De ABN Amro bank dient het verlies te vergoeden.

Advocaten, Vermogensbeheerders en bankiers waren in rep en roer. Deze verontwaardiging over de uitspraak van de Commissie van Beroep van het Kifid volg ik niet.

Van een 71-jarige particulier, waarvan vast is komen te staan dat hij een (zeer) beperkte risicotolerantie kent en geen beleggingservaring, mag mijns inziens niet zonder meer worden verwacht dat hij het risico van een 100% belegging in één debiteur kan duiden.

Te betwisten valt of het specifieke product (een steepener!) überhaupt binnen een voorzichtig profiel past. Onmiskenbaar is dat een dergelijke belegging met een gewicht van 100% in de portefeuille volstrekt ontoelaatbaar is. Ook al was het niet het advies van de bank om geheel en alleen in deze steepener te beleggen, is het toestaan van de belegging- en daarmee het faciliteren hiervan- een daad die een bekwaam en deskundig handelend adviseur nimmer had mogen toestaan. Ofwel men had tot de conclusie moeten komen dat het opgemaakte profiel (‘voorzichtig’) onjuist was, ofwel en had de klant moeten weigeren, omdat deze het advies kennelijk in de wind sloeg. Op zijn minst had men in de huidige situatie expliciet en zonder voorbehoud moeten waarschuwen.

De kennis assymmetrie tussen de professional en particulier over (de theorie van) de beleggingsleer had in de gegeven waarschuwing, waarop de bank zich beroept, dan ook expliciet(er) tot uiting moeten komen. M.a.w. andere woorden ‘in niet mis te verstane bewoordingen’. De zorgplicht schrijft ook voor dat men een belegger dient te beschermen tegen lichtzinnig of lichtvaardig handelen.

Voor een dergelijk belangrijk element in het advies had het dan ook op de weg van de bank gelegen, deze waarschuwing schriftelijk te doen, zoals ook andere formaliteiten van de effectendienstverlening schriftelijk geschieden.

Het is onwaarschijnlijk dat een 71-jarige nog 30 jaar zal leven, waarmee de tussentijdse koersrisico’s ook relevant worden. De kans dat deze belegger of diens erfgenamen tot tussentijdse verkoop zullen (moeten) overgaan is dan ook levensgroot, De hierbij aan de orde zijnde tussentijdse koersrisico’s staan dan ook nog eens haaks op de gewenste risico-acceptatie van 0-5%.

Dat er voor de bank ook ‘verzachtende omstandigheden’ zijn lijkt mij evident. Er was sprake van ‘advies’ en niet van ‘vermogensbeheer’. Hiermee heeft elke belegger ook een eigen verantwoordelijkheid. Risico’s lijken wel ter sprake te zijn geweest. Het meest verrassende in deze uitspraak moet dan ook worden gezocht in de ‘eigen schuld’ voor de belegger, die bij de schade bepaling is gehanteerd. Met 0% is deze naar mijn mening te laag.

Jos Leeser
www.blackswanconsultants.nl

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.