Het coronavirus brengt niet alleen rampspoed. Een positief gevolg van de pandemie is, dat veel (Amerikaanse) bedrijven een streep hebben gezet door hun inkoopprogramma’s van eigen aandelen.
De waarde van de inkoopprogramma’s daalde met maar liefst 46% ten opzichte van het 2de kwartaal van 2019 naar een bedrag van $ 89,7 miljard.De nadelen van de inkoopprogramma’s zijn zo onderhand wel bekend. De winst per aandeel wordt kunstmatig verhoogd en de uitgaven gaan vaak ten koste van investeringsprogramma’s. Het zittend management profiteert immers onevenredig van die miljardeninkopen.
De pandemie heeft ook nog eens fijntjes onderstreept dat al die programma’s ten koste gingen van de financiële veerkracht van bedrijven.
Het waren in eerste instantie de grote banken die hun programma’s stop zetten. Al in maart van dit jaar dachten ze dat het verstandig was om wat meer te gaan reserveren met het oog op komende kredietverliezen.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Zo ging Apple vrolijk verder met het grootschalig inkopen.
Overigens zullen een aantal bedrijven de programma’s zo snel mogelijk weer oppakken. Ze zijn als de dood voor een democratische overwinning in november van dit jaar. De democraten zijn de afgelopen jaren kritischer geworden over deze vorm van geldverspilling.
Start met Automatisch Beleggen
Beleggers houden hun aandelen nu 0,8 jaar in hun portefeuille voordat ze ze verkopen. In 1980 was het gemiddelde 9,7 jaar. De afname is 91,75 procent.
Na meer dan drie en een half jaar Brexit-debat is Groot-Brittannië op 1 februari niet langer lid van de EU. Een gereguleerde Brexit biedt interessante investeringsmogelijkheden.
Van alle grote markten presteert Nederland dit jaar het beste, maar liefst 10 procentpunt hoger dan de nummer twee.
Het Duitse InFarm met hoofdkantoor in Amsterdam gaat internationaal verder uitbouwen. Via een SPAC-fusie met Kernel wil het naar de beurs.