Het coronavirus brengt niet alleen rampspoed. Een positief gevolg van de pandemie is, dat veel (Amerikaanse) bedrijven een streep hebben gezet door hun inkoopprogramma’s van eigen aandelen.
De waarde van de inkoopprogramma’s daalde met maar liefst 46% ten opzichte van het 2de kwartaal van 2019 naar een bedrag van $ 89,7 miljard.De nadelen van de inkoopprogramma’s zijn zo onderhand wel bekend. De winst per aandeel wordt kunstmatig verhoogd en de uitgaven gaan vaak ten koste van investeringsprogramma’s. Het zittend management profiteert immers onevenredig van die miljardeninkopen.
De pandemie heeft ook nog eens fijntjes onderstreept dat al die programma’s ten koste gingen van de financiële veerkracht van bedrijven.
Het waren in eerste instantie de grote banken die hun programma’s stop zetten. Al in maart van dit jaar dachten ze dat het verstandig was om wat meer te gaan reserveren met het oog op komende kredietverliezen.
Natuurlijk zijn er uitzonderingen. Zo ging Apple vrolijk verder met het grootschalig inkopen.
Overigens zullen een aantal bedrijven de programma’s zo snel mogelijk weer oppakken. Ze zijn als de dood voor een democratische overwinning in november van dit jaar. De democraten zijn de afgelopen jaren kritischer geworden over deze vorm van geldverspilling.
Start met automatisch beleggen
Na JP Morgen luidt nu ook Bank of America de bodembel. Volgens hen hebben beleggers het ergste doorstaan.
Eind december 2018 bereikte de S&P 500 Bullish Percent Index (BPSPX) een zeldzame oversold-staat. Dat gaf aan dat het sentiment veel te negatief was
Sinds ongeveer 2007 hebben we voortdurend betere prestaties van snelgroeiende groeiaandelen gekend tegenover laaggewaardeerde value-aandelen.
Bivakkeren financiële markten op de bodem van het dal? Is het nu tijd om bij te kopen? Voorzichtig, de geschiedenis leert dat plotselinge crashes gevolgd worden door een reeks van naschokken.