‘Die Euro ist in gefahr!’

‘Die Euro ist in gefahr’, aldus Angela Merkel in mei dit jaar ten tijde van de oprichting van het EU-noodfonds ESFS in verband met de financiële steun voor het in betalingsproblemen geraakte Griekenland. Om de euro te beschermen kreeg Griekenland 110 miljard euro steun van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Een paar maanden later was het weer raak en moest Ierland uiteindelijk steun accepteren ter grootte van 85 miljard euro. De volgende op de rol zou Portugal kunnen zijn en daarna Spanje. Steun aan Spanje zou echter zo veel geld gaan kosten dat dit het einde van de muntunie en dus van de euro zou kunnen worden.

In een paar jaar is de stemming onder invloed van de kredietcrisis en de draconische maatregelen die daardoor genomen moesten worden omgeslagen. Waar eerst alleen gered werd over de voordelen van de euro, werden de gevolgen van het invoeren van een muntunie zonder politieke unie pijnlijk duidelijk. De Eurozone is de grootste economie ter wereld. Bovendien is gezamenlijke overheidsschuld kleiner dan die van de Verenigde Staten of Japan, maar in de praktijk is daar weinig van te merken. Dit komt door het ontbreken van een politieke unie. De uitgifte van obligaties door de Eurozone (E-bonds) zou dé oplossing zijn voor de europroblemen, maar helaas is deze oplossing nog ver weg. Hoewel deze E-bonds zeer gemakkelijk geplaatst zouden kunnen worden onder (institutionele) beleggers en zich zouden kunnen meten met Amerikaanse ‘treasuries’, vergt uitgifte ervan een herziening van het EMU-verdrag. Voordat de politiek hier op één lijn zit, zijn we volgens mij jaren verder.

Er wordt momenteel veel gespeculeerd over de toekomst van de euro. Moeten de landen met betalingsproblemen de muntunie verlaten? Of moet juist Duitsland (en Nederland) uit de muntunie en terug naar de D-mark? De deskundigen zijn het niet eens; geen van beide opties is echt reëel.

Zodra een land als Portugal de muntunie verlaat en de Escudo weer invoert, zal het land deze munt flink devalueren ten opzichte van de euro om de economische groei en de export te stimuleren. Echter de staatsschuld luidt in euro’s en wordt daarmee alleen maar duurder. De betalingsproblemen blijven bestaan, extra geld lenen kan alleen maar tegen nog hogere rentes of wordt zelfs onmogelijk en de vele subsidies verkregen van ‘Europa’ vervallen. Portugal zou dus zelfmoord plegen.

Als Duitsland uit de muntunie zou stappen, is dit het einde van de euro. Dat wordt minder denkbeeldig dan het wellicht lijkt, nu uit een peiling door het Duitse blad Bild bleek dat ongeveer de helft van de Duitse bevolking de D-mark wel terug zou willen. Duitsland moet het meeste bijdragen aan de steunpakketten aan de zwakke broeders in de eurozone en daarvoor lijkt het draagvlak dus tanende. Aangezien we in Europa te maken hebben met democratieën, betekent een vermindering van het draagvlak een direct gevaar voor de stabiliteit.

Het gevolg zal een waardedaling zijn van aandelen, onroerend goed en staatsobligaties. Alle pensioenfondsen zijn dan per direct in gevaar. De Duitse banken zouden hun beleggingen fors moeten afwaarderen en zijn daarmee technisch failliet. Een nationalisatie van de banken is dan noodzakelijk, maar dit kost de Duitse overheid veel meer dan de 119 miljard euro waarvoor zij momenteel garant staat voor het redden van zwakke lidstaten. Daarom is het niet zo verwonderlijk dat Merkel recent liet blijken dat zij vindt dat er alles aan moet worden gedaan om de euro te verdedigen als het fundament onder onze welvaart.

De conclusie is dan ook dat de euro een duur initiatief is gebleken van Kohl en Mitterrand, maar dat uit de euro stappen nog duurder zal blijken. Voor een oplossing is politieke wil nodig. Maar politici zijn meer bezig met hun herverkiezing (Merkel) dan met het redden van een muntunie. Ook in 2011 zullen de staatsfinanciën en de euro daarom regelmatig negatief in beeld komen.

Voorlopig is er ook een positief geluid te melden in de vorm van toetreding van een nieuw lid in onze muntunie. Één januari jl. is Estland het zeventiende land geworden dat de euro heeft ingevoerd als wettig betaalmiddel. De stemming is echter ook hier minder pro-euro dan voor de kredietcrisis. Dat is niet zo verwonderlijk want het land heeft geen begrotingstekort en heeft bovendien de laagste staatsschuld van alle landen van de eurozone. Laten we hopen dat met een gemiddeld maandsalaris van 760 euro per maand door de invoering van de euro en de mogelijkheid om daardoor tegen lagere rente te kunnen lenen, niet weer onrendabele investeringen toch aantrekkelijk worden, waardoor de eurozone zich nog meer problemen op de hals haalt.

Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.