Het is alweer bijna drie jaar geleden dat de wereld zich er langzaam van bewust werd, dat er iets grondig mis dreigde te gaan in de financiële sector. Dat hebben we inderdaad geweten. De financiële sector dreigde wereldwijd kopje onder te gaan en ondertussen kregen we te maken met een recessie die haar weerga niet kende. De reactie op al dat onheil was trouwens ook ongekend. Om hun economieën draaiende te houden investeerden Westerse overheden honderden miljarden. In 2010 vertoont de wereldeconomie tekenen van herstel, maar de vraag blijft of de crisis werkelijk voorbij is.
Niets is meer bij het oude
Het is moeilijk om bovenstaande vraag positief te beantwoorden. Op het eerste gezicht lijken de dagen van business as usual weer terug te keren. Maar dat is slechts uiterlijke schijn. De wereld is in korte tijd enorm veranderd en die veranderingen treffen vooral het Westen. Langzamerhand worden de bordjes verhangen. Op allerlei terreinen is het Westen zijn alleenheerschappij kwijt. Het verlies aan macht en prestige is misschien het best te illustreren met een verwijzing naar de G20, maar er is meer aan de hand dan een verandering in het politiek en economische landschap in de wereld. De afgelopen crisis heeft diepgaande onevenwichtigheden blootgelegd in de Westerse economieën die nog steeds een serieuze bedreiging vormen voor de wereldeconomie als geheel. Dat is tenminste de mening van Raghuram Rajan, hoogleraar aan de Universiteit van Chicago Booth School of Business. Rajan is bekend geworden, omdat hij in 2005 het afscheidsfeestje van Allan Greenspan bedierf met zijn lezing: Has Financial Development made the World riskier? Rajan beantwoordde die vraag positief en dat was een klap in het gezicht van de scheidende bankpresident. Rajan werd zo goed als een outcast in het wereldje van vooraanstaande economen, maar het tij keerde en meer en meer raakte de wereld overtuigd van het gelijk van deze Indiër. Die erkenning heeft hem gestimuleerd om de wereld opnieuw te verblijden met een spraakmakend boek: Fault lines. How hidden fractures still threaten the world economy (klik om te bestellen).
Stressfactoren
Voor Rajan is de belangrijkste onevenwichtigheid in de westerse wereld de alsmaar groeiende (inkomens)ongelijkheid in de VS en in minderde mate in Europa. Die groeiende ongelijkheid heeft een einde gemaakt aan de stilzwijgende maatschappelijke afspraken waar de naoorlogse Westerse wereld op is gegrondvest. In de VS was de afspraak: volledige werkgelegenheid en een hoog niveau van private consumptie. In Europa kwam de welvaartsstaat als antwoord op de crisis van de jaren dertig. Aan die periode is nu definitief een einde gekomen. In de VS groeien de inkomens van de top 1% van de maatschappij stormachtig, terwijl de inkomens van de zeer brede middenklasse al jaren stagneren. Daar komt nu nog de dreiging bij van langdurige werkloosheid voor grote groepen Amerikanen. Het sociale stelsel is hier absoluut niet op berekend. Het antwoord van de politieke elite op de gevaren van de groeiende stagnatie in de inkomensontwikkeling was de regels voor de kredietverlening te versoepelen, dus ook voor het hypothecaire krediet. De bankiers maakten ten volle gebruik van die speelruimte, temeer omdat de indruk bestond dat de overheid wel garant zou staan voor haar eigen beleid.
Het tijdperk van het ‘gratis ‘geld is met een grote knal ten einde gelopen en veel Amerikaanse middenklassers zijn vele illusies armer. Ze zijn hun huis kwijt, zien zich beladen met schuld en met een beetje pech zijn ze ook nog hun baan kwijt.
Een ongeluk komt nooit alleen. Het is ook een stilzwijgende afspraak, dat de westerse overheden hun burgers bijstaan in tijden van nood. Maar de Westerse overheden kampen juist als gevolg van de kredietcrisis met enorme tekorten. De voortschrijdende vergrijzing maakt de vrees voor verder oplopende tekorten alleen maar groter en het antwoord is niet financiële bijstand maar – in tegendeel- bezuinigingen.
De tweede stressfactor is dat een aantal vooraanstaande economieën bijna volledig afhankelijk zijn van hun export. Dat zijn landen als Duitsland, Japan en meer recent China. Deze landen zijn afhankelijk van de vraag elders en daarmee dragen ze bij aan de kredietvraag elders. De kredietbehoefte op de thuismarkt wordt zoveel mogelijk tegengegaan. Het resultaat is een groeiende onevenwichtigheid: traditionele importeurs als de VS en Spanje kampen met een sterk dalende vraag. De middenklasse poogt bijna wanhopig zijn schuldpositie af te bouwen en de exporteurs consumeren traditioneel te weinig. Ergo, wereldwijd is de vraag structureel te laag en landen strijden om een groter aandeel in een krimpende vraag. Dat vraagt om problemen.
De derde stressfactor vormen de problemen rond de wereldwijde integratie van de verschillende financiële systemen. Enerzijds is er het marktgeoriënteerde systeem en anderzijds zijn er systemen gebaseerd op politieke en persoonlijke relaties. Veel van de landen met deze systemen hebben de laatste jaren grote reserves van vreemde valuta’s opgebouwd, met name in dollars. Die appeltjes voor de dorst kunnen voor grote problemen en onevenwichtigheden zorgen als ze kriskras over de wereld gaan stromen. Het (recente) verleden geeft daar veel voorbeelden van. Nog niet zolang geleden deed de grootschalige import van westerse tegoeden veel Aziatische landen in een diepe crisis belanden.
Rajan voorziet geen simpele oplossing voor deze drie grote stressfactoren, al was het maar dat ze om een wereldwijde eensgezinde oplossing vragen. Dat is moeilijk omdat het Westen niets meer te dicteren heeft, niet meer de bron van vraag is, evenmin trouwens een bron van krediet.
Dr. C.A.M. Wijtvliet
De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties.
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Bezoek ook ons forum en discussieer actief mee.Klik hier
Start met Automatisch Beleggen
Een van de vervelende aspecten van Covid-19 is, dat het opdook op een moment dat de naweeën van de financiële crisis nog voelbaar waren.
Het ambitieniveau van Europa is hoog, heel hoog. Dit deel van de wereld moet tegen 2050 CO2-neutraal zijn.
Het was feest op de financiële markten in de maand april. Beleggers keken al vooruit naar de periode van herstel na het einde van de coronacrisis.
Hoewel een herhaling van de stagflatie van de jaren zeventig onwaarschijnlijk lijkt, houdt het huidige klimaat een aantal risico's in die we niet mogen onderschatten.