Hè, hè, de kop is er af. Met de presentatie van de cijfers van aluminiumgigant Alcoa gaat traditioneel het cijferseizoen van start. De spanning is groot op de financiële markten, maar ook daar buiten. Hoe zullen de cijfers eruit zien. Gaan ze verrassen of teleurstellen en dan vooral in vergelijking met de uitkomsten over het tweede kwartaal.
Die vielen indertijd heel erg mee. Veel meer bedrijven dan verwacht lieten toen een winst zien. De grote ‘maar’ toen was dat de winst geheel op het conto kwam van draconische ingrepen in de kostenstructuur van bedrijven. Dat betekent meestal dat er veel werknemers aan de dijk gezet worden. De verbetering van de winst ging dan ook hand in hand met een scherpe daling van de omzetten. Met andere woorden: de markt was nog steeds zwak. De cijfers over het derde kwartaal moeten niet alleen een verbetering van de winstgevendheid laten zien, maar het liefst ook een stabilisering of een verbetering van de omzet.
Omzetdaling stagneert
De financiële markten reageerden positief op de cijfers van Alcoa. De oorzaak van de tevredenheid school echter niet in een herstel van de omzet. Die halveerde nagenoeg ten opzichte van een jaar eerder, maar liet een verbetering van bijna 9% zien ten op van het voorafgaande 2de kwartaal. Geeft dit reden tot tevredenheid? Amper. De financiële markten reageerden ook minder op de omzetcijfers alswel op het feit dat Alcoa tegen de verwachtingen in een bescheiden winst van $ 39 miljoen liet zien. Dat is mooi, maar wie wat verder kijkt, ziet weinig reden om tevreden te zijn. Het herstel van de winst was vooral toe te schrijven aan enerzijds een herstel in de prijzen, maar vooral in een daling van 20% van het aantal werknemers.
Er is echter weinig grond om aan te nemen dat de prijsstijging zal aanhouden en dat heeft veel te maken met de vraagontwikkeling. Volgens de CEO van Alcoa, heeft het er de schijn van dat de daling in de vraag in een aantal kernmarkten niet langer afneemt. Het bedrijf verwacht daarom dat de daling over heel 2009 geen 7%, maar 6% zal bedragen. Die lichte verbetering was toe te schrijven aan een stabiele vraag naar aluminium uit de hoek van voeding en drank. Bovendien verslechterde de vraag uit de hoek van vliegtuigbouw niet langer. De bouw laat het echter nog volledig afweten. Voorwaar, dat kun je moeilijk een breed gedragen herstel noemen. De grootste dreiging komt echter uit China. Alcoa moet vast stellen dat de vraag uit China terug loopt. Dat heeft weinig of niets te maken met een stagnerende ontwikkeling in dat land, maar is veeleer toe te schrijven aan de opbouw van eigen capaciteit in dat land. Dat duidt erop dat de overcapaciteit in deze sector eerder toe zal nemen dan afnemen.
De arbeidsmarkt blijft een drama
De eerste klap is een daalder waard, zo luidt het gezegde. De kans is echter groot, dat het bij die ene daalder blijft. De hooggespannen verwachtingen mag je enigszins irreëel noemen. In de VS, maar ook in Europa hangt het herstel van de economie nauw samen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en het consumentenvertrouwen. Beide zijn duidelijk in de mineur. Van een herstel op de arbeidsmarkt lijkt vooralsnog geen sprake. Eerder is het tegendeel waar. De officiële werkloosheid zal uitstijgen boven 10% van de beroepsbevolking. Dat lijkt onafwendbaar. Als er al sprake is van economisch herstel dan is het te zwak en te fragiel om banen te scheppen. Koppel daaraan een aanhoudende onzekerheid op de huizenmarkt en de consument heeft weinig reden om tevreden de portemonnee te trekken. Die consument is trouwens druk doende om zijn schulden af te betalen en om meer te sparen.
Economen binnen en buiten de VS hebben jarenlang geroepen dat de consument in de VS minder moest besteden en meer moest sparen. Soms moet je er echter voor vrezen dat je wensen vervuld worden. Diezelfde economen klagen nu handenwringend dat de spaarzucht van de Amerikaanse consument een spoedig herstel van de economie in de VS, maar ook daar buiten in de weg staat.
Aan het begin van deze eeuw zei Nout Wellink, de president van de Nederlandse Bank, dat ‘we’ een monument voor de onbekende Amerikaanse consument moesten oprichten. Zijn consumptiedrang sleepte de wereldeconomie door de toenmalige economische recessie. Voor welke consument gaan we anno nu een monument oprichten?
Wat zou Marx zeggen
De Amerikaanse media maken veel werk van het verslaan van de recessie en de aanhoudende groei van de werkloosheid. Te pas en te onpas komen werklozen opdraven in talkshows. Het valt steeds op, dat het spook van de werkloosheid ook ‘ons soort mensen’ bezoekt. Hoogopgeleiden, succesvolle ondernemers, ze vallen allemaal ten prooi aan de werkloosheid en zien hun inkomsten in een bestek van enkele weken met vele tientallen procenten terug lopen.
Als de 19de eeuwse Duitse filosoof Karl Marx even zou mogen terugkeren, dan zou hij zijn ogen niet geloven. In zijn ‘Verelendungstheorie’ spelen hoogopgeleiden een belangrijke rol. Zij zouden stem en leiding moeten geven aan het proletariaat in zijn strijd met de kapitalisten. Marx was indertijd van mening dat de proletarische revolutie de grootste kans van slagen had in de VS met zijn relatief goed opgeleide beroepsbevolking. Als de Verelendung zou toeslaan, dan konden die goed opgeleide arbeiders de strijd aan gaan.
We zijn nu anderhalve eeuw verder. ‘Het kapitalisme’ zet zijn hoogopgeleiden bij tienduizenden tegelijk aan de dijk. De kansen om snel een nieuwe baan te krijgen zijn gering. De uitkeringen zijn kort en laag. Karl Marx zou zich in zijn handen wrijven. Een massale Verelendung is aanstaande. Misschien toch iets om over na te denken!
Dr. C.A.M. Wijtvliet
De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties.
Informatie: corwijtvliet@dekritischebelegger.nl