Markten stuiten op een nieuwe, onwillige werkelijkheid

Paradigmaverschuivingen gaan langzaam, maar melden zich toch weer tot ieders verrassing. Menigeen koppelde de recente heftige daling op de beurzen aan de inverse yieldcurve in bijvoorbeeld de VS. Dat is allemaal goed en wel, maar er zijn al heel lang tekenen van een zieke wereldeconomie. De vraag was en is wanneer markten eindelijk hun zelfgenoegzaamheid afleggen en oog krijgen voor deze onaangename nieuwe werkelijkheid. Beleggers zijn in slaap gesust door een decennium van extreem lage rente en gratis geld dankzij het zeer verruimende beleid door centrale banken.

Tekenen aan de wand zijn er meer dan voldoende. De Index voor Inkoopmanagers in de industrie laat al sinds januari 2018 wereldwijd een dalende trend zien op een enkele uitzondering na. Deze Index is de beste indicator voor toekomstige economische ontwikkelingen in de sector Industrie. Die laatste is weer een goede temperatuurmeter voor de hele economie. Zeker in Europa ziet het er dan niet goed uit. De economie vertraagt opmerkelijk. Duitsland en Italië zijn al in een krimp beland en een recessie lijkt onafwendbaar.

De problemen in de industriële sector zijn groot en niet meer te ontkennen. In Duitsland trilt de automobielsector op zijn grondvesten. Er zijn grote structurele problemen het hoofd te bieden. In de VS worstelt Boeing met de gevolgen van het 737 Max fiasco. Dat ondergraaft een wereldwijde supply chain. Trouwens, ook de technologiesector laat het afweten. Er zijn geen productintroducties waar de wereld echt warm voor loopt. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Bedrijven investeren niet of nauwelijks, de energiesector moet nieuwe uitdagingen het hoofd bieden en het beeld van China is al evenmin opwekkend of bemoedigend. Er lijkt niet veel meer voor nodig om de markten in een vrije val terecht te laten komen, bijvoorbeeld enkele grote bedrijven die failliet gaan.

Politieke ontwikkelingen kunnen ook amper geruststellen. In Argentinië dreigden markten kopje onder te gaan, toen een Peronist bij de voorverkiezingen voor het presidentschap opvallend goed scoorde. Maar waarom waren markten eigenlijk zo onaangenaam verrast? Zullen ze ook zo verrast zijn als in het Verenigd Koninkrijk de man van Labour, Jeremy Corbyn, alsnog premier wordt? Of als Bernie Sanders of Elisabeth Warren hoge ogen gaan gooien bij de voorverkiezingen? Of gaan ze eindelijk beseffen, dat er iets fundamenteels aan het geschieden is? De wereld of liever het Westen sluit een cyclus af van vermogensaccumulatie en begint aan een cyclus van vermogensdistributie.

Deze nieuwe werkelijkheid zal voor velen erg wennen zijn. Decennialang hebben we in een neoliberale werkelijkheid geleefd van ongebonden economische globalisering, van een ruim monetair beleid waardoor prijzen van assets alleen maar omhoog konden en kapitaal belangrijker werd dan arbeid. Miljarden aan gratis geld in combinatie met algoritmes, die kopen zodra ergens een ‘dip’ te zien is en de populariteit van passief beleggen hebben het gevoel bij beleggers aangetast voor lange termijn politieke risico’s. En dus zijn we bijna blind geworden voor al die signalen die rood knipperen. Denk bijvoorbeeld aan de daling van de koers van veel small cap aandelen. Van oudsher wijst dat op problemen voor de grote jongens.

Markten beginnen eindelijk oog te krijgen voor de groeiende politieke risico’s, voor valutarisico’s, voor kredietrisico’s en zelfs voor de mogelijkheid, dat er in meerdere Westerse landen linkse regeringen gaan aantreden. Het doet sommigen naar adem happen, want er speelt ineens wel erg veel onaangenaams. Het zou zomaar kunnen dat er nog veel meer onaangenaams in het verschiet ligt. De wereld lijkt stapje-voor-stapje op weg naar een recessie. Dat proces kan nog best lang duren. Ondertussen lijkt een verdere versteiling van de inverse yieldcurve niet te stoppen, wat kan wijzen op een naderende recessie.

Markten moeten zich gaan voorbereiden op een nieuwe omgeving en accepteren dat een nieuw tijdperk is aangebroken. Het goede nieuws is, dat dat een nieuw realisme begint door te breken. Deze week kwam the Business Roundtable in de VS met een meer dan opmerkelijke verklaring. Deze club van grote werkgevers nam afstand van de opvatting dat het scheppen van aandeelhouderswaarde de eerste en belangrijkste plicht van bedrijven zou zijn. Die moeten veel meer oog krijgen voor de belangen van de overige stakeholders, zoals de werknemer. Deze club weet dat het imago van de grote corporates sinds de grote crisis fors is afgebladderd en dat de politieke tegenwind de komende jaren alleen maar groter gaat.

Cor Wijtvliet

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.