Op het eerste gezicht is dit de week van Timothy Geithner, de minister van financiën onder president Obama. Na een wat kwakkelende start als minister lanceerde hij maandag een niet echt nieuw plan om de zogeheten ’toxic assets’ van de balans van de noodlijdende banken te halen. Er komen verschillende publiekprivate initiatieven om deze assets op te kopen, waarbij de overheid de meeste risico’s voor haar rekening neemt om de private partijen de mogelijkheid te bieden winst te maken.
Als dit initiatief van de grond komt, dan krijgen die toxic assets een prijs en dan kan er een markt voor ontstaan. Het achterliggend idee is, dat die assets niet allemaal waardeloos zijn, maar min of meer slachtoffer van het wantrouwen van het moment. De huidige discussie laat zich enigszins vergelijken met de discussie over de junkbonds van alweer enkele decennia geleden. Ondanks heel veel scepsis en wantrouwen is de junkbond uiteindelijk een nuttig instrument gebleken binnen de financiële structuur.
Publicitair gezien was het misschien de week van de minister, maar misschien toch ook wel van Zhou Xiaochuan, gouverneur van de Chinese Centrale Bank. Aan de vooravond van het G20 overleg kwam hij doodleuk met het idee op de proppen om een nieuwe internationale reservemunt te scheppen. Hij ging nog net niet zover om de yuan als nieuwe reservemunt voor te stellen, maar de uitlatingen van Zhou zijn te belangrijk om zomaar te negeren.
In de eerste plaats is China de grootste schuldeiser van de VS. In de Chinese kluizen kluizen lag eind 2008 voor een waarde van bijna USD 750 miljard aan Amerikaans schatkistpapier opgestapeld. Het is te begrijpen dat de Chinese overheid zich ongemakkelijk voelt bij de voortdurende waardedaling van de Amerikaanse dollar, dat vooral het gevolg is van het huidige Amerikaanse beleid. Ze ergeren zich terecht ook aan de traditionele Amerikaanse opstelling over de dollar: het is onze muntsoort, maar het is jullie probleem’. De uitlatingen van Zhou zijn niet alleen die van een bezorgde schatkistbewaarder maar zijn ook symptoom van het nog steeds groeiende Chinese zelfbewustzijn. Oké, het is misschien nog te vroeg om de yuan te introduceren als volwaardige internationale reservemunt, maar China is al wel begonnen ervaring op te doen.
Het is doende een beleid uit te stippelen, waardoor de Chinese yuan geleidelijk aan de reserve munteenheid wordt in Zuidoost Azië. De Amerikanen zijn gewaarschuwd. Komend weekeinde zal Geithner proberen om steun te krijgen voor zijn beleid. Dat betekent wereldwijd meer middelen vrijmaken om de economie te stimuleren, maar ook om het toezicht op de financiële sector internationaal te regelen. Zhou en de zijnen zullen van de gelegenheid gebruik willen maken verder te zagen aan de poten van de Amerikaanse dominantie. Van Europa heeft Geithner weinig te verwachten. De Britten steunen weliswaar de Amerikanen, maar ja, het geld is nagenoeg op en meer stimuleren zit er even niet in. Het Continent wil wel een beter toezicht regelen, maar peinst er niet over om verder te stimuleren. Geithner kan nog van een koude kermis thuiskomen!
Het was in ieder geval niet de week van Larry Ellison. Zijn Oracle verraste al een week eerder de financiële markten met beter dan verwachte resultaten. De omzet steeg licht met 2% maar zou gecorrigeerd voor valuta-invloeden op 12% zijn uitgekomen. De winst per aandeel kwam uit op USD 0,35. Kijkend naar de uitkomsten vallen een paar zaken op.
In het afgelopen kwartaal had het bedrijf meer last van valutaschommelingen dan van een inzakkende markt. Bij constante valutaverhoudingen zou Ellison zelfs meer softwarelicenties verkocht hebben. Die groei komt volledig op het conto van Europa en dat is niet zo heel vreemd, omdat Oracle hier in de kwartalen daarvoor opvallend zwak gepresteerd had. Dat was waarschijnlijk te wijten aan een langer besluitvormingsproces binnen bedrijven. De VS presteerde zwak en ook dan mag geen verrassing heten. Het prettige voor de belegger in Oracle is dat het bedrijf ondanks moeilijke macro-omstandigheden omzet en winst kan laten groeien. Dat is te danken aan ‘Onderhoud en Ondersteuning’. Deze activiteiten zorgen voor 50% van de omzet en voor meer dan 70% van de winst.
Voor elke dollar die het bedrijf aan software verkoopt genereert het bijna het dubbele in de vorm van ondersteuning en onderhoud. Welk bedrijf zou dat niet willen. Dat is voor hardwareproducent Hewlett Packard ook de reden geweest IT-dienstverlener EDS over te nemen. Om dezelfde reden mogen we enigszins gerustgesteld uitzien naar de cijfers van IBM. Ook Big Blue leunt zwaar op zijn dienstverlening als bron van inkomsten.
Is er dan geen vuiltje aan de lucht voor Oracle. Dat is een brug te ver. Het bedrijf stelt vast, dat de markt moeilijk is en blijft en dat valutaverhoudingen niet gunstig voor het bedrijf uitpakken. Daar komt nog iets bij: ongeveer 40% van de omzet van Oracle komt uit Europa en volgens sommigen moeten de problemen hier nog beginnen.
Cor Wijtvliet,onafhankelijk analist en publicist
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl
Het was in ieder geval niet de week van Larry Ellison. Zijn Oracle verraste al een week eerder de financiële markten met beter dan verwachte resultaten.
Vanaf dat stukje sluit de column naar mijn mening niet aan bij wat er bovenstaand genoemd is?