Inflatie in Duitsland is terug – voorbijgaand of structureel?

Op jaarbasis is het Duitse inflatiecijfer met 4,1% gestegen, de grootste stijging in 28 jaar. Wat zijn de structurele gevolgen voor beleggers ?

Wat zijn de gevolgen op lange termijn van de coronavirus-pandemie? Ook bedrijven vragen zich dat af. Op de lange termijn is er één les die de inflatie ons leert : de noodzaak om de aanvoerketens te diversifiëren.

Een belangrijke les van de pandemie is de kwetsbaarheid van de industrie als gevolg van de afhankelijkheid van de aanvoerketens.  De mondialisering leidde tot een massale optimalisering van de toeleveringsketens, zodat landen met wereldwijd de laagste kosten een veelheid van intermediaire producten produceerden en nog altijd produceren. De “just-in-time” logistiek heeft de voorraadniveaus en ook het geïnvesteerde kapitaal sterk verminderd. Schaalvoordelen bij de productie van halffabrikaten maakten lage prijzen mogelijk en zorgden voor een structurele, door technologie veroorzaakte deflatie. De pandemie maakte een einde aan deze voordelige constructie: de productieverliezen en de onderbreking van de gestage productiestroom bezorgden veel marktdeelnemers hoofdbrekens. Door het bevoorradingstekort, bijvoorbeeld van halffabrikaten uit Azië, dreigen veel productievestigingen stil te vallen. Het aanhoudende tekort aan chips en de spillover-effecten daarvan zijn slechts het topje van de ijsberg.

Hoe zullen bedrijven op deze aanvoerschok reageren? Enerzijds door regionale diversificatie. Minder schaalbaarheid met betere mogelijkheden om te plannen zal tot hogere prijzen voor goederen leiden. Anderzijds zullen sommige bedrijven hun kapitaalinvesteringen verhogen als gevolg van de toegenomen voorraadniveaus.

Beide effecten zullen een negatief effect hebben op de winst- en margeontwikkeling op korte, middellange en lange termijn als de ondernemingen deze prijsverhogingen niet aan hun klanten kunnen doorrekenen. Met name het rendement op het geïnvesteerde kapitaal en de kasstroom zouden negatief beïnvloed worden. Daarom zullen de ondernemingen alles in het werk stellen om deze inflatie van de materiaalkosten door te rekenen. Deze ontwikkeling, die bijna alle regio’s en sectoren treft, zal naar onze mening structureel bijdragen tot een hogere inflatie.

Wat betekent dit voor beleggers?

Enerzijds moeten we opnieuw meer belang hechten aan de selectie van individuele aandelen. De relevante vraag is: welke bedrijven kunnen door hun marktpositie de stijgende kosten doorberekenen?

Anderzijds wordt de strategische positionering van beleggers, dat wil zeggen de allocatie van het vermogen, veel doorslaggevender. Een selectieve blik op de beleggingsmogelijkheden van een rentedragende belegging maakt het probleem duidelijk: terwijl het rendement op een 10-jarige Duitse obligatie 28 jaar geleden nog meer dan 6 procent bedroeg (de laatste keer dat het inflatiepercentage van 4 procent werd overschreden), ligt het momenteel op min 0,2 procent. Dat illustreert duidelijk de uitdaging voor beleggers om hun reëel vermogen te behouden. Mochten de bovengenoemde prijsstijgingen zich daadwerkelijk voordoen en het effect niet van voorbijgaande aard zijn, dan zullen de kerndoelstellingen qua sparen volledig moeten worden heroverwogen. In de jaren negentig lag de nadruk op het maximaliseren van het rendement zonder de afweging van risico’s voorop te stellen (d.w.z. het spaargeld beleggen op de Neuer Markt). Maar daarop volgden 20 jaar van een focus op minimale fluctuaties (vermijden van volatiliteit).  Vandaag dient elke belegger zich af te vragen welke activa-allocatie zijn reële koopkracht op middellange tot lange termijn kan beschermen. Nader onderzoek leert dat de Duitse beleggers bij hun allocatie duidelijk de nadruk leggen op inkomen uit intresten. Daardoor kan dit inkomen aanzienlijk worden aangetast door de “bijzondere belasting” die de inflatie veroorzaakt, ook al is de inflatie maar relatief laag. Een volledige omslag in het denken is nodig: om het vermogen in reële termen te kunnen behouden, zullen beleggers onvermijdelijk kapitaalbeleggingen met een hoger rendement/risicoprofiel moeten aanhouden – met andere woorden: zonder aandelen zal het vermogen afnemen!

Door Olgerd Eichler, Portfolio Manager van het MainFirst Germany Fund en het MainFirst Top European Ideas Fund, en Thomas Meier, Portfolio Manager van de fondsen MainFirst Global Dividend Stars en MainFirst Euro Value Stars

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.