Het wordt altijd heel erg hard geroepen dat de Chinezen en Aziaten de wereld gaan veroveren. En dat zij de grootste economie gaan krijgen. Vaak wordt dat ook geroepen zonder duidelijke onderbouwing, en aangezien de mens een “volgdier” is als we het even respectloos mogen zeggen, is het niet meer dan normaal dat er maar weinig mensen zijn die daadwerkelijk weten waarom de economieën uit het Aziatisch continent zo hard groeien. We zijn op onderzoek gegaan en zijn op leuke en interessante feiten gestuit die het verhaal daadwerkelijk kunnen onderbouwen.
Als eerst is het goed om even de geschiedenis erbij te halen en een Aziatisch land eruit te pikken wat het in de jaren ’70 en ’80 heel erg goed heeft gedaan. Het land van de rijzende zon, Japan. Dit land was in de zeventiger jaren zelfs het land met de derde economie. Ze moest alleen de Verenigde Staten en de toenmalige Sovjetunie voor zich dulden. Op zich niet vreemd aangezien zij al veel geld verdienden door de koude oorlog (wapenindustrie). Dit ging zo door tot de recessie van 1992. Van tevoren groeide de economie met mooie cijfers en had het een gemiddelde groei van 5% per jaar, veelal gestuwd door de halfgeleiders industrie. Denk aan de Made in Japan afdruk op je cassettespeler vroeger.
Maar de tijden veranderen en nu zie je zulke mooie groeicijfers bij China, Afghanistan (logisch want het land begint op bijna 0), Cambodia, de Filipijnen en ga zo maar door. Een leuke feitje is dat Macau ook een enorme groei meemaakte in 2012. Je kunt natuurlijk direct raden dat een groot deel van de groei (niet alle) te maken heeft met de casino’s. Aangezien mensen van het Chinese vasteland niet in een online casino mogen spelen pakken zij vaak een vlucht naar dit stukje China. Het is ook al vaak in het nieuws gemeld dat er vaak Chinese ambtenaren opgepakt zijn tijdens het gokken met het spelen van geld van hun gemeente/provincie. Maar dat is een ander verhaal voor een ander artikel.
Goed, nu waarom de groei zo hard gaat en nog harder zal gaan. In feite is het heel erg logisch als je Azië als een soort mal op de wereld gaat leggen. De arbeidskrachten zijn goedkoop, je kunt dus goedkoop dingen maken/verbouwen etc. Maar aan de andere kant worden mensen steeds slimmer. Vaak hebben ze een mobieltje of een gedeelde internetaansluiting. Daar kunnen zij dan direct controleren hoeveel een kilo graan daadwerkelijk wordt verkocht in een westers land. Op die manier worden de boeren en fabrikanten slimmer.
Het onderhandelen van de prijzen is dan net iets anders dan 20 jaar geleden was toen mensen nog niet wisten hoe of wat. Kishore Mahbubani verteld er uitgebreid over in zijn boek, De eeuw van Azië.
Het ironische aan dit geval is dus dat een westerse “uitvinding” de ondergang van het westen heeft betekend: Het Internet. Alles gaat dus veel sneller. Zo is het ook bekend dat de grootste Bitcoin miners allemaal in Singapore en Hongkong containers vol met servers hebben die dag en nacht draaien. Nu denk je, hartstikke leuk maar zij kunnen kunnen wij ook. Zou je zeggen, maar dan zitten wij hier met een nadeel, wij zijn een westers land met westerse prijzen. Met andere woorden, onze electriciteitsprijzen zijn niet te vergelijken met de prijzen ginder. Zij betalen maar een fractie wat dus betekent dat zij met ons tempo mee kunnen gaan maar toch maar een klein gedeelte van de kosten hebben.
Komen we tot de conclusie dat de groei van Azië alles te maken heeft met kostenbeheersing. Hoe grotere kosten je hebt hoe moeilijker het is om mee te gaan en te groeien. Azië heeft daarin een enorme voorsprong en de technologie geeft het een enorm voordeel. En vergeet daarbij ook niet dat in Azië vaak collectief wordt gedacht, mensen enorm leergierig zijn en keihard werken, iets wat wij jammer genoeg door de luxepositie die wij hebben vaak verleerd zijn. Een wijze les voor ons.