Het volk is onrustig, dus, als je wilt worden herkozen, probeer je het te geven wat het wil. Wat dat betreft is er weinig veranderd sinds de tijd van de Romeinen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat de achterliggende gedachte van het banenplan zoals dat door Obama werd gelanceerd veel meer politiek dan economisch gedreven is. Het aantal banen in de Verenigde Staten is nu namelijk lager dan toen Obama bijna 3 jaar geleden president werd en het percentage van de beroepsbevolking, dat werkloos is, is hoger.
Een dag voor de toespraak van Obama voor het Amerikaanse congres had zijn minister van Financiën, Timothy Geithner al de voorzet gegeven. Volgens zijn zeggen moet wereldwijd de noodzaak om de economische groei te versterken centraal staan, hoe verschillend de individuele belangen ook kunnen zijn. Het meest recente overleg van de G7 leverde een soortgelijke conclusie op, al werden er vanwege de diversiteit van de problemen geen concrete maatregelen voorgesteld.
De oplossing is volgens Geithner erin gelegen dat de Verenigde Staten de banenmarkt in beweging krijgen en dat Europa daadkracht toont in het oplossen van de schuldencrisis. Aan China, de grootste exporteur ter wereld en tevens het land dat de hoogste bijdrage levert aan de wereldwijde groei, en andere opkomende economieën deed hij de oproep de binnenlandse vraag te stimuleren en hun valuta in waarde te laten stijgen.
De achterliggende gedachte daarvan is natuurlijk dat de concurrentiepositie van het Westerse bedrijfsleven daardoor verder wordt versterkt. Hoewel een aantal Westerse economen al langere tijd bevreesd is voor het hoge groeitempo van de Chinese economie, lijken de Chinese beleidsmakers echter in staat om op tijd bij te kunnen sturen waar nodig. Zo vlakte in augustus de Chinese inflatie op maandbasis af en steeg de import door de sterke binnenlandse vraag tot recordhoogte. Hieruit blijkt dat de Chinese autoriteiten het gelijk nog steeds aan hun kant hebben en zullen zij op hun beurt het geklungel van de Westerse democratieën met de nodige scepsis bezien.
Om de Amerikaanse arbeidsmarkt uit het slop te trekken wil Obama een stimuleringsplan van 447 miljard dollar optuigen. Tijdens zijn toespraak benadrukte de president van de Verenigde Staten een aantal keer dat zijn plan veel elementen bevat die de Republikeinen ook moeten aanspreken. De belangrijkste daarvan is wel de voorgestelde belastingverlaging voor zowel ondernemingen als werknemers. Daardoor zou er volgens hem voldoende draagvlak moeten zijn, zijn voorstellen direct aan te nemen. Doen zij dit niet, dan heeft Obama weer een stok om mee te slaan bij de verkiezingen.
Het nu door Barack Obama gelanceerde banenplan is echter nogal populistisch. Natuurlijk is het prijzenswaardig dat Obama wil bijdragen aan het terugdringen van het werkloosheidspercentage dat zich volgens de meest recente publicatie nog boven 9 procent bevindt. Sterker nog, vorige maand werden er per saldo geen nieuwe banen gecreëerd. Nu moesten in dit cijfer een aantal incidentele factoren als een staking, de gevolgen van de discussie over het verhogen van het kredietplafond en een herfststorm worden verwerkt, maar als daarvoor wordt gecorrigeerd is het resultaat onderaan de streep nog steeds bedroevend.
De financiële markten hebben weinig vertrouwen in de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van de voorstellen wat zich uitte in dalende aandelenkoersen. Dat is op zich ook niet zo verwonderlijk. Het op het laatste nippertje verhogen van het schuldenplafond en de moeizame discussie die daaraan vooraf ging, liggen nog vers in het geheugen. Hoe wil Obama nu dan zijn banenplan financieren? Dat de Bank of America aankondigde dat er bij de bank, om kosten te besparen, de komende tijd tienduizenden banen zullen verdwijnen droeg niet bij aan de feestvreugde. Het valt dan ook nog maar te bezien of dit banenplan het volk werkelijk brood en spelen zal geven.
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer