Volgens een onderzoek van adviesbureau Willis Towers Watson gaat de meerderheid van de pensioenbeleggers ervan uit dat ze ondanks de corona-crisis hun rendementsdoelstellingen zullen halen. Volgens de studie zullen ze dit echter eerder missen.
De korte coronagerelateerde inzinking op de kapitaalmarkten in het voorjaar van 2020 heeft de rendementsverwachtingen van pensioenbeleggers nauwelijks getemperd. Dat concludeert adviesbureau Willis Towers Watson (WTW) met het onderzoek ‘Pensioenrisicobeheer en belegging van pensioenvermogen 2020’.
Circa 96 procent van de beslissers in 40 onderzochte stichtingen, CTA’s, pensioenfondsen, pensioenfondsen en pensioenfondsen ervan uit dat ze hun rendementsdoelstelling van twee tot vijf procent in vijf tot tien jaar zullen halen. Volgens de studie kan echter worden aangenomen dat niet-gereguleerde beleggers met hun huidige portefeuillemix een mediaan van slechts 2,3 procent mogen verwachten, en gereguleerde beleggers zelfs slechts 1,8 procent. Daarnaast mag worden verwacht dat de gevolgen van de coronacrisis het rendement verder onder druk zullen zetten en daarmee zal leiden tot verdere professionalisering van kapitaalinvesteringen en governance, aldus WTW.
Gepensioneerden zijn te rooskleurig
WTW rechtvaardigt het optimisme van pensioenbeleggers met het feit dat de eerste coronagerelateerde turbulentie snel voorbij was na een goed aandelenjaar in 2019. Gezien de huidige marktomgeving en de dalende rente is deze inschatting echter optimistischer dan realistisch, zegt Nigel Creswell, hoofd Investeringen Duitsland bij WTW, over de resultaten van het onderzoek. “Bovendien is het moeilijk om het verdere verloop van de pandemie en de gevolgen ervan op de kapitaalmarkten in te schatten, terwijl het klimaat van lage rentetarieven zich stabiliseert door de steunmaatregelen van de centrale banken”, voegt hij eraan toe.
In het voorgaande jaar hadden pensioenbeleggers hun rendementsverwachtingen veel voorzichtiger beoordeeld: 80 procent van hen was van mening dat ze hun rendementsdoelstellingen in 2019 zouden kunnen halen, terwijl het verwachte rendement voor niet-gereguleerde beleggers 2,0 procent was en voor gereguleerde beleggers 1,3 procent.
Asset allocatie moet worden aangepast
Volgens WTW is het voor beide groepen beleggers heel goed mogelijk om de door hen gestelde rendementsdoelstellingen te behalen, maar zouden ze hun allocatie moeten bijstellen door een bredere portefeuillediversificatie en de toevoeging van andere rendementsfactoren en zo hun risico-rendementsprofiel kunnen verbeteren. “Deze omvatten bijvoorbeeld diversificatiestrategieën, veilige inkomensactiva en particuliere markten”, legt Tobias Bockholt, Senior Investment Consultant bij WTW, uit, verwijzend naar de “Best Idea Portfolio” van het adviesbureau, dat een rendement van 2,4 procent heeft voor gereguleerde en 2,9 procent Percentage voor ongereguleerde pensioenbeleggers.
Volgens de studie hebben pensioenbeleggers de weging van obligaties de afgelopen jaren aanzienlijk verlaagd ten gunste van aandelen, alternatieven en onroerend goed en het risicoprofiel verhoogd met 3,7 procent voor niet-gereguleerde en 3,0 procent voor gereguleerde beleggers. Volgens WTW benaderen ze daarmee steeds meer de internationaal gangbare asset allocatie, maar volgens Bockholt is dit nog niet voldoende om de gestelde rendementsdoelstellingen te halen.
Er is steeds meer vraag naar illiquide investeringen en private equity
Hij gaat ervan uit dat pensioenbeleggers, gezien de volatiliteit die momenteel wordt waargenomen, meer zullen focussen op illiquide beleggingen en private equity. Hierbij dient echter aandacht te worden besteed aan het belang van brede diversificatie – bijvoorbeeld door een bredere spreiding van vastgoedbeleggingen. “Wie momenteel alleen afhankelijk is van hotelfondsen en kantoren, zou niet echt moeten genieten van zijn vastgoedinvesteringen”, waarschuwt Bockholt.
Daarnaast is private equity een brede trend geworden die nu meer geld aantrekt dan gericht geïnvesteerd kan worden. Hij ziet kansen voor potentieel rendement in verstandige alternatieve strategieën in de niche. Deze vereisen echter veel diepere kennis en hoger bestuur en worden daarom minder vaak gekozen.
Zoals de studie verder aantoont, vormen de bestuursvereisten en de bijbehorende interne knowhow de grootste investeringshindernissen In vergelijking met het voorgaande jaar zijn meer investeerders van plan om hun mate van uitbesteding en daarmee hun bestuur te verhogen.