Mijn ervaring met het beoordelen van effectenportefeuilles met extreme of bovengemiddelde verwijtbare verliezen over de afgelopen anderhalf jaar is inmiddels dermate omvangrijk, dat ik niet anders dan tot de conclusie kan komen dat banken het zich eenvoudigweg financieel niet meer kunnen veroorloven om integer te zijn en integer te handelen.
Althans als je onder ‘integer’ ook verstaat dat zij de desbetreffende klanten eerlijk (gaan) vertellen dat zij, de bank dus, een scheve schaats hebben gereden. Zo zeer zelfs dat zij haar klanten eerlijkheidshalve op hun rechten zouden moeten wijzen. In het verlengde hiervan zouden zij deze klanten tevens een passende schadeloosstelling moeten aanbieden. Zij zouden zich voor de bepaling van de omvang van de aan te bieden schadeloosstelling kunnen laten leiden door de uitspraken van het Klachten Instituut Financiële Dienstverlening (het KIFID) in soortgelijke zaken.
Ik ben ervan overtuigd dat, als alle klanten met een sterk dossier een klachtenprocedure tegen hun (private) bank zouden starten, dit het bankroet voor de gehele sector tot gevolg zou hebben. Zo omvangrijk schat ik deze ‘Bankgate’ in. Inmiddels heb ik voor enkele van mijn klanten bij verschillende banken met succes een deel (gemiddeld zo’n 30-35%) van de opgelopen schade kunnen verhalen. Hiervoor bleek het voeren van een rechtszaak niet nodig. Wel heb ik in alle gevallen, als onderdeel van de deal, plechtig moeten beloven over de zaken zelf ‘inhoudelijk’ nooit een woord te spreken en doe dat dus ook niet.
Onlangs werden mij weer diverse boeiende dossiers van verschillende hoogstaande Private Banks ter beoordeling voorgelegd. In één dossier bleek dat van een obligatieportefeuille, in het dieptepunt van de markt, circa 70% van de waarde was verdampt. De klant die hierover bij zijn bank ging klagen werd op een onsympathieke manier te verstaan gegeven in dat geval zijn gehele depot maar te moeten verkopen. Gelukkig heeft die persoon dat niet gedaan en is het verlies, door herstel van de obligatiekoersen, nu gedaald naar een min van 45%. Nadere analyse leerde mij dat dit depot voor 100% uit achtergestelde perpetuele obligaties en steepeners bestaat. Zoals wel vaker was ook dit zeer risicovolle depot bedoeld als aanvulling op een tekort aan pensioeninkomen.
In een andere casus bleek dat het aan vier zeer jonge kinderen nagelaten vermogen, voor honderd procent in aandelen en aandelenfondsen belegd te zijn. De portefeuille was daarbij ondeskundig en extra risicovol samengesteld, waardoor deze portefeuille het over 2008 en 2009, ruim 25% slechter heeft gedaan dan het toch al frustrerend lage rendement van de benchmark. Het totale verlies bedraagt 60%. Ondertussen staat deze bank, net als die van de casus hiervoor, te boek als een degelijke en keurige private bank.
De betrokken bankdirecties in deze zaken doen niets en denken blijkbaar er zich zo gemakkelijk van af te kunnen maken. Niets is minder waar. Als het aan ons ligt zal het recht moeten zegevieren en desnoods haar beloop maar moeten krijgen. Veel te veel beleggers laten zich door hun bank of bankadviseur‘slachtofferen’ en beseffen niet dat zij in veel gevallen over ‘ijzersterke juridische papieren’ beschikken.
Veel banken spelen gewoon ordinair blufpoker in de hoop, en helaas blijkt dit ook nogal eens, dat de meeste klagers vervolgens afhaken. De dossiers die ik tot heden onder ogen heb gehad bieden in de meeste gevallen een sterke onderhandelingspositie en in ieder geval meer dan voldoende grond om een klachtenprocedure bij het KIFID op te starten of een rechtszaak met veel vertrouwen tegemoet te zien.
Peter van der Slikke
Vermogensadviseur bij TOP Capital
www.topcapital.nl