Zijn beleggers te optimistisch II?

Op mijn artikel van vorige week met de gelijknamige titel volgden een aantal reacties. Blijkbaar werden er in dit artikel diverse cruciale zaken aangeroerd die de gemoederen nogal deden verhitten. Feit is dat ondergetekende sinds februari van dit jaar bullish is op aandelen en de redenen daarvoor heb ik in allerlei artikelen sindsdien meer dan eens aangegeven. Zo zijn daar bijvoorbeeld de economische ontwikkelingen in het Verre Oosten – niet alleen in China maar let bijvoorbeeld ook eens op Indonesië – waar zich een koopkrachtige middenklasse van een fabelachtige omvang aan het vormen is. En het gegeven dat bijvoorbeeld in China de detailhandelsverkopen aan het exploderen zijn. Het zijn niet slechts de stimuleringsmaatregelen van de overheid. Inderdaad, deze hebben de zaak in gang gezet.

Over deze overheidsmaatregelen gesproken. Opvallend is het verschijnsel dat vaak dezelfde mensen die deze factor in den beginne afdeden met de uitspraak dat het allemaal geen zoden aan de dijk zet nu deze stimuleringspakketten als slechts een tijdelijke impuls voor de economie beschouwen. Het heeft mij destijds zeer verbaasd dat er beleggers waren die nadat de beurs op de tweede dag na de aankondiging van weer een nieuw stimuleringsplan onmiddellijk tot de conclusie kwamen dat het allemaal niets hielp. Terwijl dit soort maatregelen toch echt hun tijd nodig hebben. En nu de enorme overheidsimpulsen inderdaad tot een herstel lijken te leiden wordt er weer geroepen dat het allemaal maar tijdelijk is. We zullen zien.

Warren Buffett verklaarde deze week in de New York Times de maatregelen tot een succes. Ze hebben in ieder geval bijgedragen aan het afwenden van een enorme deflatiedreiging. Iets wat de markt voor bedrijfsobligaties inmiddels ook al langer in de gaten heeft. De risicopremies zijn inmiddels weer afgedaald naar niveaus van voor het faillissement van Lehman Brothers. Nu kan deze markt er natuurlijk ook best naast zitten maar bedenk wel dat de obligatiemarkt veel meer dan de aandelenmarkt door professionele beleggers wordt gestuurd. Verder worden er terecht vraagtekens gezet bij de ontwikkelingen in China. Terecht zolang het de korte termijn betreft. Want de Chinese aandelenmarkt maakt ondanks de enorme stijging nog steeds een lachwekkend klein gedeelte uit van de MSCI World-index. En dit aandeel zal in de toekomst hoe dan ook nog spectaculair gaan groeien. Beleggers  die sterke zenuwen hebben doen er goed aan China als een lange termijn belegging te beschouwen. De koerswinst tot op heden is waarschijnlijk een lachertje bij wat ons afgaande op de economische ontwikkelingen nog te wachten staat.

Een andere fenomeen is het feit dat de meeste institutionele beleggers – ING, SNS Reaal, Achmea – hun aandelenbelangen op het diepst van de crisis tot lachwekkende proporties hebben gereduceerd. Hiertoe overigens enigszins aangezet door de toezichthouders. Het is wachten tot men hier weer enigszins bij zinnen komt. Een opbouw van het aandelenbelang vanaf een niveau van pakweg 5 % naar meer reële niveaus is voor de beurzen een mooie steun. Daarnaast worden de relatief hoge koers/winstverhoudingen regelmatig aangevoerd als argument voor een naderende correctie. De geschiedenis leert ons echter dat koers/winstverhoudingen na een zware koersval op de beurs altijd hoog zijn. Sterker, vaak zijn kw’s op de top van een bullmarket niet veel hoger of zelfs lager dan op de bodem. Winsten dalen in een bearmarket namelijk veel sneller dan de koersen. In de stijging die daarop volgt stijgen deze winsten juist weer sneller.

Vaak worden ook de lage omzetten tijdens deze rally aangevoerd als een verzwakkend argument. Ook deze dienen echter in een historisch perspectief geplaatst te worden. In de zomermaanden zijn de volumes altijd lager en afgezet tegen het historisch gemiddelde zijn de omzetten juist relatief hoog geweest. Nog los van het feit dat er steeds minder zicht is op de werkelijke omzetten daar steeds meer handel buiten de reguliere beurzen omgaat. Ondergetekende was en blijft bullish op deze markt. Dat betekent niet dat er geen rekening wordt gehouden met een tegengesteld scenario. Gevaarlijk zijn de vermogensbeheerders die een te sterke overtuiging hebben en daar helemaal blind op varen. Daarom dient men zich altijd bewust te blijven van de mogelijkheid dat men het bij het verkeerde eind heeft. En daar de nodige maatregelen voor te nemen. De kans dat een belegger het fout heeft is tenslotte net zo groot als dat je het goed hebt. Ondergetekende is ook geen bull-by-nature maar slechts een bull-by-circumstance en zal wanneer nodig net zo makkelijk veranderen in een bear. Ik zie echter nog weinig redenen om dat nu te doen. Die komen nog wel. Later.

Jan-willem Nijkamp
Werkzaam voor Inmaxxa Vermogensbeheer

3 gedachten over “Zijn beleggers te optimistisch II?”

  1. De mens laat zich toch zo graag belazeren en absorbeert als een gulzige spons alle vanuit de US georchestreerde peppraatjes waarmee men een crisis van dit formaat uit de hoofden tracht te spoelen.

    Zonet las ik een quote van de CEO van het containervervoerbedrijf Maersk: “de vrachttarieven trekken aan”. Wanneer ik naar de evolutie van de Baltic Dry Index kijk weet ik wel beter.

    Met Kerstmis zullen er weer vele gedegouteerd rond de boom zitten met de gedachte … ze hebben me na de zomer van 2007 nu ook alweer in de zomer van 2009 aan de top doen kopen.

  2. Pingback: Zijn beleggers te optimistisch II? » Reacties op columns » De Kritische Belegger-forum

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.