Je voelt jezelf al bijna een echte goeroe als na thuiskomst van tweeënhalve week vakantie de aandelenbeurzen nog steeds in het scenario passen dat je had uitgedacht. Goede bedrijfscijfers en matige macro-economische indicatoren geven samen onvoldoende positieve signalen om aandelenkoersen omhoog te stuwen. Forse koersschommelingen zijn het resultaat.
Dit heen en weer geslingerd worden tussen hoop en vrees is ook mijn interpretatie voor de komende twaalf maanden: bij een traag economisch herstel horen vaak macro-indicatoren die elkaar tegenspreken. Gezien de grote hoeveelheid data die dagelijks over ons worden uitgestort, is dat niet verwonderlijk. Maar ook voor de meer relevante indices geldt dat binnen een periode van twee weken bijvoorbeeld fantastische cijfers voor de industriële productie en goede cijfers voor de huizenverkopen worden gevolgd door tegenvallende werkgelegenheidscijfers en een dalend consumentenvertrouwen, of andersom. Maar als toevallig het merendeel van de indicatoren in die periode een plus- of minteken heeft, wordt er al gauw van respectievelijk een voortgezet herstel of de angst voor een double dip gesproken.
Nu de mooie winstcijfers van de bedrijven in juli in de koersen zijn geconsolideerd, kan je je afvragen of dit kan voortduren als het economisch plaatje zo mager blijft. Nee natuurlijk, al zijn er altijd ondernemingen die het ook onder mindere omstandigheden zeer goed blijven doen (Imtech in Nederland?).
Heel positief ben ik over de sterke exportontwikkeling in Duitsland, waarbij Nederland in het kielzog meeprofiteert. Is het toeval dat de DAX het tien procentpunt beter doet dan bijvoorbeeld de CAC40, dit jaar respectievelijk +5,5% en -5,2%. Een schaduwpuntje is dan de vermeende groeivertraging in de grootste groeimarkt China. Maar het was toch juist de bedoeling dat de Chinese economie niet té hard zou doorstomen.
Zeer negatief kijk ik aan tegen het deflatiescenario wat door de obligatiemarkten worden ingeprijsd. Als het om voorspelkracht gaat, doen obligatiebeleggers het veel beter dan de aandelenjongens.
Kortom, in een situatie waarin de westerse economieën lange tijd nodig hebben om hun schulden terug te brengen – deleveragen – (zie In-/deflatie en The New Normal), zal de economische groei laag blijven en op de beurzen de onzekerheid blijven heersen. De kans op een forse uitglijer naar beneden blijft aanwezig. Over een maand of drie zal ik kijken of dit scenario nog stand houdt.
Franke Burink
Castanje Vermogensbeheer