Aan Eelco Blok, de nieuwe topman van KPN, was onlangs de ondankbare taak beleggers er wederom op te wijzen, dat de groei uit de Nederlandse telecommer is. Men heeft ‘last’ van communiceren via internetapplicaties als What’s App en Skype. Dat gaat ten koste van het aantal verstuurde sms’jes en het mobiele telefoneren. Deze mededeling, hoewel niet nieuw, bracht een forse schrikreactie teweeg, omdat er daardoor ook twijfel ontstond over de houdbaarheid van de dividenduitkering.
Analisten vielen over elkaar heen met afwaarderingen voor de hele telecomsector. Of de groei echt uit alle bedrijven die in deze tak van sport actief zijn is, waag ik echter te betwijfelen. Er zijn ook ondernemingen die op tijd de bakens hebben verzet, waardoor zij verzekerd blijven van een goede inkomstenstroom.
Telefónica is daar een goed voorbeeld van. De onderneming het grootste telecombedrijf in de Spaans- en Portugees sprekende wereld. Ongeveer 28 procent van de omzet wordt behaald op de thuismarkt Spanje. Hoewel dit nog steeds een fors percentage is, is Latijns Amerika veel belangrijker voor het bedrijf. Hier wordt namelijk ruim 45 procent van de omzet gerealiseerd.
Met dochterbedrijf O2 heeft men daarnaast nog belangen in de Duitse telecommarkt en die van Groot Brittannië en Ierland. Met Cesky Telekom richt men zich op de expansie in Oost Europa. In al deze markten verkoopt Telefónica mobiele telefonie en breedband internet.
Het bedrijf was oorspronkelijk in overheidshanden en daardoor heeft men in Spanje, maar ook in Latijns Amerika, tevens een groot telefoonnet met vaste lijnen en biedt men (kabel-)tv aan. In Latijns Amerika was men met vaste lijnen zelfs groter dan met mobiele telefonie, maar dit is sinds het verkrijgen van het volledige eigendom in Vivo niet langer het geval. Na een heftige strijd kocht Telefónica het 50 procentbelang van Portugal Telecom in de joint venture. Met deze acquisitie verwacht Telefónica minimaal 2,7 miljard euro aan synergie-effecten te behalen. Ooit was Telefónica ook eigenaar van Endemol en andere mediabedrijven, maar deze zijn allemaal verkocht.
Ook Telefónica geeft aan met afnemende omzet te maken te hebben als gevolg van de al eerder genoemde gratis internetapplicaties, maar dan voornamelijk in Europa en meer bijzonder in Spanje. In Latijns Amerika groeit het bedrijf nog flink. Dit is dan ook het verschil met haar Europese ‘peers’, al groeit Vodafone buiten Europa ook nog steeds (Afrika en India). Vanwege deze groei is de hoge dividenduitkering (verwacht wordt 1,60 euro over 2011, ofwel ruim 9,8 procent dividendrendement op de huidige koers, uit te keren in twee gedeelten in mei en november) van Telefónica bestendiger dan die van de andere telecommers.
Ter bevordering van de groei investeert het bedrijf de komende jaren bijna 15 miljard dollar in Brazilië. Telefónica wil haar netwerken moderniseren en nieuwe diensten gaan aanbieden voor vaste en mobiele telefoon, en voor kabel- en digitale televisie. Achterliggende gedachte hierbij zijn het WK-voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016.
Het eerste kwartaal van 2011 verliep goed voor het bedrijf, hoewel minder dan verwacht door analisten. De verkopen (15,44 miljard euro) waren 10,8 procent hoger dan in het eerste kwartaal van 2010. In Spanje had men last van prijsstunters in mobiele telefonie (Orange van France Telecom) maar men houdt vast aan kwaliteit in plaats van kwantiteit. Hiermee is de marge het dubbele dan dat van de prijsstunters. Ook de hoge werkloosheid in Spanje speelt het bedrijf parten. De omzet in Spanje daalde met 5,6 procent maar dit werd meer dan goed gemaakt met een omzetstijging van 26 procent in Zuid Amerika. De totale nettowinst in het eerste kwartaal kwam uit op 1,62 miljard euro (-/- 1,9 procent yoy) ofwel 36 eurocent per aandeel.
Al diverse jaren wordt Telefónica genoemd als de koper van KPN. Hierbij gaat de interesse niet zozeer uit naar de Nederlandse, krimpende markt maar meer naar KPN-dochter E-Plus in Duitsland. Wanneer E-Plus en O2 in Duitsland samengevoegd zouden worden, heeft Telefónica in Duitsland ongeveer 30% van de markt. Telefónica heeft echter zelf aangegeven dat overnames er voorlopig niet inzitten, men wil eerst de forse uitgave aan Vivo ‘verteren’. Een andere mogelijke overname zou die van Telecom Italia kunnen worden. Hier bezit Telefónica al 10 procent van. Telecom Italia beconcurreert Telefónica in Brazilië.
Alles in ogenschouw genomen hebbende, denk ik dat Telefónica een goede aanvulling kan zijn in een op inkomen gerichte portefeuille. De onderneming kent een goede balans tussen dividend en groei. Doordat meer dan de helft van de omzet in Zuid Amerika wordt gerealiseerd, is men goed in staat de Europese stormen te weerstaan.
Auteur heeft privé geen positie, klanten van Fintessa hebben Telefónica in portefeuille. De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer