Schneider Electric; wel duurzaam, niet duur

Door een groeiende behoefte aan elektriciteit besteden steeds meer bedrijven er steeds meer aandacht aan. Het wordt niet voor niets wel ‘de energie van de eenentwintigste eeuw’ genoemd.

Een van de ondernemingen die op dit vlak actief is, is Schneider Electric. Deze Franse specialist op het gebied van installatietechniek, dat al sinds 1836 bestaat, is met de huidige marktkapitalisatie van ruim 31 miljard euro uitgegroeid tot een wereldspeler van formaat. Het bedrijf heeft wereldwijd meer dan 180.000 werknemers in dienst en behaalde over 2015 een omzet van 26,64 miljard euro en een bedrijfsresultaat van 2,8 miljard euro.

De letterlijke verbinding tussen elektrotechniek en IT staat in de bedrijfsactiviteiten van Schneider centraal. Er moet dan vooral gedacht worden aan de productie en verkoop van snoertjes, stekkertjes, schakelaars en ander installatiemateriaal voor de bouw, gebouwautomatisering en -beheer, datacenters en IT-netwerken en het installeren en beheren van invoegen: het een en ander.

Belangrijke thema’s voor de onderneming zijn energiebesparing, energieopslag, ‘groen’ (wind en zon) en de handel in elektriciteit. Haar missie is mensen te helpen het beste uit hun energie te halen, oftewel meer te doen met minder energie, en blijkbaar zijn ze daar goed in, want onlangs is Schneider Electric weer uitgeroepen tot één van de meest duurzame bedrijven ter wereld.

Schneider is opgedeeld in vier divisies: ‘Building and Partner’ (Automatisering gebouwen en woningbouw), goed voor 45 procent van de omzet; ‘Infrastructure’ (procesbeheer van verlichting, klimaat, liften, alarm etc.), 20 procent van de omzet; ‘Industry’ (automatisering productielijnen), ongeveer 21 procent van de omzet, en als laatste de divisie ‘IT’ (datacenters en netwerken) dat 14 procent van de omzet voor haar rekening neemt.

Zoals bleek uit de cijfers over het eerste kwartaal is de onderneming erg gevoelig voor wisselkoersschommelingen en dan vooral voor de Chinese Yuan. Dat is niet zo vreemd aangezien bijna 30 procent van de omzet in de regio Azië Pacific wordt gerealiseerd. Noord Amerika is goed voor 27 procent, de rest van de wereld voor 18 procent en West Europa voor 26 procent.

Schneider had gedurende de genoemde periode last van de sterke euro, vooral ten opzichte van valuta uit opkomende markten. De autonome omzet steeg met 0,1 procent tot 5,77 miljard euro. Inclusief valutaire tegenwind daalde de omzet echter met 3,2 procent. In drie van de vier regio’s (West-Europa, Noord Amerika en de ‘rest van de wereld’) steeg de omzet, maar de opbrengsten daalden in de Aziatisch-Pacific regio. Vooral in China nam de omzet op jaarbasis weliswaar af, maar ging het op kwartaalbasis gemeten aanzienlijk beter. Een punt van aandacht is dat de prijsstelling, in tegenstelling tot die in West Europa en Noord Amerika, in China (nog) onder druk staat.

Schneider herhaalde de outlook dat over heel 2016 een vlakke of licht lagere vergelijkbare omzet wordt verwacht. Blijven de valuta’s zoals die gedurende het eerste kwartaal waren, dan zal de omzet naar verwachting met ongeveer 1 miljard euro dalen. Ongeveer 50 procent van de balans bestaat uit vreemd vermogen. Dat is niet vreemd voor een kapitaalintensief bedrijf. Van de eerder aangekondigde aandeleninkoop van 1,5 miljard euro is in het eerste kwartaal voor 105 miljoen euro aan aandelen gerealiseerd.

Onlangs liepen de overnamegesprekken tussen Schneider en het Britse Aveva, producent van industriële software, voor de tweede keer op niets uit. De vorig jaar juli gestarte fusiebesprekingen werden afgelopen december voor de eerste keer beëindigd, omdat er (te) hoge kosten aan het samengaan van beide bedrijven zouden zijn verbonden. De tweede herziene, voorwaardelijke bieding van Schneider werd door Aveva ter zijde geschoven.

Op een recente analistendag toonde het management zich voorafgaand aan het einde van het tweede kwartaal vol vertrouwen richting de toekomst. Het aandeel is op een verwachte koerswinstverhouding van 15,2 voor 2016 en ruim 14 voor 2017 ten opzichte van Europese concurrenten (ABB, Siemens, Assa Abloy, Atlas Copco, Legrand, Rexel en SKF) niet duur. Het dividendrendement bedraagt op de huidige koers bijna 3,8 procent. Voor één van de meest duurzame ondernemingen ter wereld betaal je daarom geen cent te veel.

Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.