Met de beursgang van LinkedIn en Groupon in 2011 en de aankomende beursgang van Facebook, dat onlangs en passant Instagram en Tagtile inlijfde, maken de ‘Nieuwe Economie’ bedrijven een revival door op de beurzen. Dat wordt bevestigd door de exploderende koersen van Google en vooral Apple.
Is dat terecht of doet het u huiverend terugdenken aan het uiteenspatten van de internetbubbel zo rond het jaar 2000? Laten we eerst eens simpelweg kijken naar de koersontwikkeling van een aantal van deze bedrijven sinds hun beursintroductie. Het succesnummer is dan natuurlijk Google. In 2004 was de introductiekoers $ 80,00, nu $ 624,60. Dat is mooi. Ook LinkedIn zou u een mooie winst hebben opgeleverd: de introductiekoers was $ 45,00 en het aandeel noteert nu $ 107,24. Met Groupon bent u minder tevreden, het aandeel daalde van $ 20,00 in november 2011 naar $ 13,12 nu, ruim een derde koersverlies.
Open deur
Dit zijn de cijfers. Maar veel belangrijker zijn basale zaken als omzet, winst, technologische/marktontwikkelingen en de daaraan gekoppelde winstverwachting. Natuurlijk, dat is als een open deur intrappen. Maar als de periode eind jaren 90 tot 2000 iets geleerd heeft, dan is het dat verrassend veel beleggers domweg beleggen in e-commerce bedrijven (met name bij IPO’s) vanwege de ‘Nieuwe Economie’ en de bekende ‘Gouden Bergen’ die daaraan verbonden zouden zijn.
Dit gezegd hebbende zien we dat Google miljarden verdient met advertenties bij de zoekresultaten van zijn zoekmachine, en is Facebook in de VS de grootste aanbieder van advertenties bij gebruikersprofielen. De persoonlijke gegevens en berichten van de Facebook-leden en hun vrienden vormen de basis voor advertenties op maat. In 2011 bedroeg de nettowinst voor Facebook ca. 1 miljard USD, een stijging van 65% ten opzichte van het jaar daarvoor.
LinkedIn daarentegen behaalde in 2010, het jaar vóór de beursgang, een omzet van $ 243 miljoen en was slechts licht winstgevend. Groupon leed in 2011 zelfs een verlies van $ 413 miljoen. De koersontwikkelingen van Google en Groupon tonen aan dat het dus loont om naar de kille cijfers te kijken.
Is de IPO van Facebook dan aantrekkelijk? De cijfers zijn immers overweldigend. Dat moet wat mij betreft nog maar blijken. Allereerst is een beursgang het moment waarop de investeerders van het eerste uur cashen. De grootste winst wordt dus gemaakt door deze vroege investeerders. Dat is ook logisch want zij namen het grootste risico.
Als de vroege investeerders cashen dan is het aannemelijk om te veronderstellen dat Facebook zijn grootste groeispurt al achter de rug heeft. Dat betekent dat vanaf nu de opbrengst per gebruiker omhoog moet, oftewel: meer advertenties op je Facebook-pagina. Het is de vraag of gebruikers dat zullen slikken. Ze klagen nu al over privacyschendingen en/of ongevraagde wijzigingen aan het netwerk. De groei in de VS vlakt af en in Azië, waar bijna de helft van alle internetters woont, is Facebook niet overal populair en bovendien is het in China verboden.
Ten derde koopt Facebook met Instagram een niet winstgevend bedrijf. De expertise die Instagram in huis heeft zal voor oprichter Zuckerberg interessant zijn geweest maar dan nog is de consensus onder de analisten dat hij opvallend veel heeft betaald. Eén analist beweert zelfs dat Instagram niet meer dan helft waard is. Hoe dan ook, Facebook springt ogenschijnlijk makkelijk om met de nog te ontvangen beursopbrengsten. En daar ligt, in ieder geval gevoelsmatig, een link met de internetbubbel van 2000.
Tenslotte vraag ik mij af of Facebook niet een hype zal blijken te zijn. De kans dat door de snelle technologische ontwikkelingen een ander, nieuw social medium over een paar jaar de boventoon voert is reëel.
Appeltje voor de dorst
Een toename van grote beursintroducties wijst op toenemend vertrouwen in de aandelenmarkt en in de wereldeconomie. Dat is positief, maar realiseert u zich wel dat Groupon, LinkedIn maar ook Facebook nog lang geen Apple zijn.