Nadat François Mitterrand in mei 1995 afscheid van het Elysée nam, duurde het tot dit jaar voordat de Franse socialisten weer een president mochten leveren. Dit is een andere François, namelijk (Gérard Georges Nicolas) Hollande, die carrière heeft gemaakt in de grote socialistische partij.
Op sociaal-economisch gebied heeft hij campagne gevoerd voor een Frankrijk met een sociaal gezicht, o.a. verhoging van het minimumloon met 2%, pensionering op 60-jarige leeftijd voor degenen die 40 jaar hebben gewerkt, de bouw van 500.000 nieuwe huizen, waarvan 150.000 sociale woningbouw, aanname van 60.000 nieuwe leraren, 5000 nieuwe rechters, politie-agenten en gendames, hulp en belastingverlaging voor het midden- en kleinbedrijf. Op energiegebied moet het aandeel van de kernenergie in Frankrijk worden teruggebracht van 75% naar 50% ten gunste van duurzame energiebronnen.
Tegelijk wordt een begrotingstekort nagestreefd van 0% van het BBP in 2017. De financiering van zijn programma komt van de rijken – het tarief van de inkomstenbelasting boven de € 1.000.000 per jaar gaat naar 75% – van de grote bedrijven (5% meer belasting), vooral van de banken en de oliemaatschappijen. Dit houdt onder meer in hogere successiebelasting, een extra 3%-belasting op dividenden, hogere belasting op aandelenopties.
Mitterrand moest in 1983, twee jaar na zijn aantreden onder druk van de economische omstandigheden en de financiële markten zijn programma bijstellen en zware concessies doen. Hollande krijgt geen twee jaar om te experimenteren. De nieuwe premier, Jean-Marc Ayrault, wordt meteen geconfronteerd met tegenvallers. Als Hollande het tekort volgens het voorgenomen tijdpad wil terugdringen (4,5% in 2012 en 3% in 2013) dan moet er dit jaar € 6 à 10 mrd worden bezuinigd en volgend jaar maar liefst € 33 mrd.
Frankrijk kan zich niet veroorloven te wachten. In januari van dit jaar werd door Standard & Poor’s de rating van het land al een notch teruggebracht naar AA+. De overheidsschuld is in 2011 als percentage van het BBP opgelopen tot 86% (zie grafiek) en zit daarmee in de buurt van de zuid-europese probleemlanden.
Bron: INSEE
Het renteverschil op de kapitaalmarkt met Duitsland is een belangrijke indicator van het vertrouwen. Het rente-ecart tussen beide landen neemt nog lang geen schuldencrisis-proporties aan, maar is wel in een jaar tijd verdubbeld (zie grafiek).
Nog belangrijker dan de budgetproblematiek is dat Frankrijk concurrerender moet worden. Het land heeft een lopende rekening-tekort; de loonkosten per eenheid product liggen veel hoger dan in Duitsland.
De vorige president Sarkozy wilde Frankrijk ook opener, concurrerender en innovatiever maken. Nu is het de beurt aan Hollande om te hervormen. Een moeilijke taak, maar het mag een troost voor de financiële markten zijn dat in het verleden de belangrijkste hervormingen onder linkse regeringen werden doorgevoerd. Dit geldt overigens ook voor andere landen.
Wat kan een belegger hiermee? Op korte termijn zullen de vooruitzichten voor de namen in de Franse CAC 40-index niet verbeteren. Ondernemingen die het toch al moeilijk hebben als de banken en de bouwbedrijven (Bouyges) zullen met hogere belastingen worden geconfronteerd. Total krijgt te maken met een belasting op olievoorraden van zo’n € 150 mln, maar dat lijkt te overzien.
Er zijn grote verschillen in prestaties tussen de industriële ondernemingen in de CAC-40. Bijvoorbeeld enerzijds Peugeot dat met stagnerende afzetmarkten kampt, vooral in Spanje en dat met te hoge arbeidskosten in de Franse fabrieken te maken heeft, anderzijds de machinebouwer Schneider die de strijd met Duitse concurrenten goed aankan.
Zoals elders in Europa doen bedrijven met grote exposure in opkomende markten het goed. In Frankrijk vinden we die bij de voedsel en drankenproducenten (Pernod Ricard, Danone, L’Oreal) en in de luxe goederensector (LVMH). Deze blijven relatief immuun voor de binnenlandse perikelen.
De bezuinigingen zullen vooral het lokale bedrijfsleven treffen, maar als de belastingvoornemens inderdaad worden doorgezet kan dit de winstgevendheid van de grote ondernemingen ook aantasten. Opletten dus wat er op dit terrein gaat gebeuren.
Als president Hollande er in slaagt de Franse arbeidsmarkt flexibeler te maken en de concurrentiekracht te vergroten, dan zou op termijn de Franse beurs het verloren terrein van de afgelopen jaren kunnen goedmaken.
Wij blijven deze interessante markt op de voet volgen.
Franke J. Burink
Castanje Vermogensbeheer
www.castanje.nl
De auteur belegt zelf niet in genoemde ondernemingen. Voor klanten van Castanje Vermogensbeheer kan deze bedrijven in portefeuille zitten. De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.