Achterblijver Shell komt er wel

Het aandeel Royal Dutch Shell sloot het jaar 2011 af met een koers van 28,15 euro. Twee jaar later staat het aandeel op krap 26 euro. Een koersdaling van 8 procent in de afgelopen twee jaar. Dat is dan wel exclusief het uitgekeerde dividend. Ter vergelijking, de AEX stond twee jaar geleden op 312,50. Deze index is in de afgelopen twee jaar met bijna 30 procent gestegen, ook exclusief dividend.

Olie was dus de afgelopen twee jaar geen goede belegging. Maar zou het niet zo kunnen zijn dat, nu beleggers op zoek gaan naar achterblijvers, én Shell een achterblijver van goede kwaliteit is, dit aandeel wel eens een mooi 2014 tegemoet kan gaan? Tegen de verwachte winst per aandeel van 3,87 euro bedraagt de koerswinstverhouding maar 6,6, niet direct duur. Het dividendrendement is met 5,2 procent evenmin te versmaden. Een koop?

Royal Dutch Shell had en heeft te kampen met diverse obstakels. Zo liet het concern afgelopen zomer al weten dat de resultaten gedrukt werden omdat het bedrijf de productie in Nigeria voortdurend moet stilleggen vanwege oliediefstal. Maar is Nigeria echt zo’n bleeder?

Het belang van Shell in SPDC, de joint venture met de Nigeriaanse overheid, is slechts 30 procent. Dus van de 300.000 vaten per dag die SPDC door diefstal en stilgelegde productie misloopt is het belang van Shell slechts 90.000 vaten. Dat is niet meer dan 3 procent van de totale productie van Royal Dutch Shell, dat ongeveer 3,3 miljoen vaten per dag bedraagt. Bedenk daarbij dat van de opbrengst in Nigeria 95 procent naar de staat gaat en kom tot de conclusie dat het verlies van Shell in Nigeria niet meer dan 360.000 dollar per dag is. Natuurlijk is dat veel geld, maar afgezet tegen de jaarwinst van 22 miljard dollar ook weer niet zo veel. Waarom vraagt Shell dan zo veel aandacht voor dit probleem? Natuurlijk, beelden van lekkende oliepijpleidingen zijn niet goed voor het imago van Shell, nadat het bedrijf ook in Alaska al in de fout ging. Waarschijnlijk is het echter om de aandacht af te leiden van andere problemen.

Zo zijn daar in de Verenigde Staten de veel te duur aangekochte concessies voor de winning van olie en gas uit schaliegesteente. Er werd inmiddels al 2 miljard dollar afgeboekt op deze Amerikaanse investering. Peter Voser, tot en met einde 2013 de topman van Shell, betuigde tegenover de Financial Times veel spijt te hebben van deze investering.

Ook moest Shell vorig jaar de productiedoelstelling loslaten als gevolg van de verkoop van concessies en het feit dat olie steeds moeilijker te winnen is. Daar komt bij dat de olieprijs volgens analisten een neerwaartse trend vertoont. Daardoor komt de vrije kasstroom van Shell tot en met 2015 van 175 tot 200 miljard dollar mogelijk in gevaar. Wanneer Shell op zeker moment bekend moet maken dat ze eerder 175 dan 200 miljard gaan maken zullen beleggers teleurgesteld zijn.

Daar zit het volgende probleem, want Shell heeft tot en met 2015 investeringen gepland ter grootte van 120 tot 130 miljard dollar. Kunnen ze deze nog wel uit de kasstroom worden gefinancierd? Shell heeft immers zijn status als notoire dividenduitkeerder hoog te houden. Het is niet uitgesloten dat Shell de komende twee jaar voor de keuze komt te staan: dividend uitkeren of investeren? Zodra Shell aan zijn dividend, dat sinds de Tweede Wereldoorlog nooit is verlaagd en meestal verhoogd, gaat morrelen, zal een groot aantal beleggers afhaken. Shell zet onder leiding van de nieuwe bestuursvoorzitter Ben van Beurden in op de meest winstgevende projecten en verkoopt de minst lucratieve. Ondertussen wil Shell verder investeren in nieuwe technologieën voor de winning van schoner en lucratiever gas. Vorig jaar haalde Shell al meer gas dan olie uit de grond.

Een stijgende olieprijs zal Shell van dienst kunnen zijn. Maar analisten verwachten dat voorlopig niet, omdat de vraag wereldwijd nog niet echt op gang komt, terwijl het aanbod stijgt. Door het toenemende aanbod van schalie olie in de Verenigde Staten is de prijs van WTI al doen zakken naar minder dan 100 dollar, terwijl de prijs van Brent ruim boven 100 dollar noteert. In het dorp Cushing, Oklahoma, ligt een steeds grotere olievoorraad opgeslagen. Er blijken meer pijpleidingen naar toe te gaan dan er pijpleidingen vandaan gaan. De Verenigde Staten zouden met andere woorden hun olie moeten gaan exporteren om het verschil weer teniet te doen. Daar lijkt het voorlopig nog niet op.

Het is dus niet geheel zonder reden dat het aandeel Royal Dutch Shell al twee jaar een forse achterblijver op de beurs is, maar de onderneming verdient veel geld, is niet duur en beschikt over een sterke balans.  Beleggers zouden in 2014 hun blik wel weer eens op dit aandeel kunnen laten vallen. De wereldeconomie moet dan wel een handje helpen, zodat de vraag naar olie kan toenemen. En laat ik dat nu juist verwachten.

Auteur heeft privé geen positie in Royal Dutch Shell, cliënten van Fintessa hebben Royal Dutch Shell in portefeuille. De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.

Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.