Zijn we anno 2021 terug in 1999, terug in de tijden van de dotcom gekte. Het lijkt er wel op. Aan de vooravond van de big bust in 2000 was de Nasdaq met 90%. Nu is dat minder, maar de afgelopen twee jaar leek de opmars van de Nasdaq opnieuw onstuitbaar.
Net als toen zien we beleggers opnieuw massaal investeren in bedrijven met onduidelijke businessmodellen. De aandacht gaat louter uit naar de belofte van innovatie op terreinen als healthcare, robotica en Artificial Intelligence.
Net als toen lopen waarderingen snel op. De harde les van toen is dat een premie betalen voor een onduidelijke innovatie tot langdurige financiële pijn kan leiden.
Er zijn gelukkig ook verschillen. De grote technamen van vandaag genieten sterke inkomstenstromen op basis van software abonnementen en een snelle groei van de digitale dienstverlening. Ze hebben ook nog eens profijt van een aanhoudend lage rente.
Dat laatste houdt ook een risico in. De praktijk heeft al laten zien, dat ze daarmee ook erg gevoelig zijn voor rentestijgingen. Hier ligt een mooie opdracht voor centrale banken. De rente mag niet te snel stijgen om de techbubbel niet te snel leeg te laten lopen zoals in 2000 gebeurde.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ook dat leert 2000. Als de paniek toeslaat, is er geen houden meer aan
Start met Automatisch Beleggen
Berekeningen laten zien dat inspelen op een eindspurt van de aandelenbeurzen enorm loont. Beleggers zouden hun geld verzevenvoudigd hebben.
Inmiddels hebben we een fraai kwartaal achter de rug. Er zijn in totaal 1.473 DAX-punten winst gemaakt. Dat betekent een rendement van 70% dit jaar.
Naast de afnemende hoop op een economisch stimuleringspakket van de VS voor de verkiezingen, zijn het de stijgende coronacijfers die beleggers nerveus maken.
Blijkbaar lokken nieuwe records op de aandelenmarkten aan tot winstnemingen. De angst voor een oplopende inflatie en stijgende rentetarieven drukt het sentiment.