In een eerdere column genaamd “Dippen naar 305-310” hield ik rekening met de deze week afgeronde correctie tot dat niveau. Ik was hier begin maart zelfs iets te vroeg mee, want juist daarna knalde de index nog eenmaal omhoog tot 336, om pas vanaf dat punt snel weg te zakken tot de standen die we momenteel zien. Een op zich niet abnormale correctie na enige maanden van gestaag stijgen, maar wel eentje die de totale jaarwinst heeft weggevaagd.
Op de vraag “hoe nu verder” kan op de korte termijn met de verwachting van enig herstel tot 315-320 worden geantwoord. De daling vanaf 336 ging wel erg snel en vrijwel onafgebroken, en juist omdat de langere trendlijnen nog positief lopen zal je een correctie op deze daling zien, wat in dit geval een klein herstel impliceert. Op de wat langere termijn, zeg de periode vanaf nu tot aan de zomer, verwacht ik enkele maanden van flauwte. Ik trek hierbij een parallel met vorig jaar, toen in 2011 de top ook in maart werd gezet (AEX rond 370), en de lentemaanden vooral zeurderig en neerwaarts verliepen. De lente is de periode van de jaarlijkse aandeelhoudersvergaderingen, de dividendbetalingen en de eerstekwartaalcijfers die ongetwijfeld weinig spectaculair zullen zijn en vooral met voorzichtigheid omgeven. Pas verderop in het jaar worden bedrijven concreter in hun vooruitblikken op het jaarresultaat. Verwacht hiervan dus geen positieve koersimpuls.
Daarnaast zullen de Spaanse, Italiaanse en Portugese perikelen nog wel even het nieuws bepalen, alsmede twijfels over het Amerikaanse herstel en de stagnatie in Aziatische sterkhouders van de wereldeconomie als China. Gevoegd bij seizoensmatige zwakte verwacht ik de komende maanden niet erg veel van de aandelenbeurs. Maar waar in 2011 een zwakke, landerige periode werd gevolgd door de crash van eind juli / begin augustus, met name door de tot uitbarsting komende Europese schuldenproblematiek, zie ik nu eerder een omgekeerde ontwikkeling plaatsvinden.
Want zoals tot nu toe elk schuldenprobleem is beantwoord met een en dezelfde aanpak, zal dat ook nu in het geval zijn. Als Quantitative Easing I een vervolg heeft gekregen in deel II, dan zal desnoods deel III en eventueel ook deel IV wel volgen. Zoals vaker bij succesfilms uit Hollywood gebeurt, zoals nu weer bij Amerika’s cultuurspeerpunt American Pie. En voor de Europese tegenhanger, vervat in de term LTRO (Long Term Refinancing Operation), zal hetzelfde gelden.
Uiteindelijk is het niet meer en niet minder dan het telkens proberen weginflateren van schulden door onbeperkt liquiditeiten ter beschikking te stellen op momenten dat het echt nodig is. Een vorm van inflatie die uiteindelijk munten als de dollar en de euro verder zal ondermijnen tegenover echt sterke munten, maar waar we vooralsnog weinig van merken omdat in de Westerse wereld vooral naar euro en dollar wordt gekeken. En naar hun onderlinge verhouding. Zeg maar de lamme en de blinde.
Die toevoer van telkens verse liquiditeiten zal zijn weg deels weer vinden naar aandelen. En op het moment dat ook weer het Spaanse en Italiaanse probleem op deze manier getackeld is, kunnen de aandelenkoersen weer opveren. Zo zou de tweede jaarhelft best eens gunstig kunnen verlopen voor aandelen, en is een AEX eind 2012 van boven de 350 nog steeds goed mogelijk.
Leon Hillen
VermogensVisie Nederland