QE, olie en de beurzen

Als kuddedier is het voor de belegger heel eenvoudig om te roepen wat iedereen roept. Het is veilig, want iedereen roept het, dus moet het wel waar zijn. Mocht het anders uitpakken dan zitten we collectief fout en dan doet het ook minder pijn. Gedeelde smart is immers halve smart. Toch geef ik er een voorkeur aan een open mind te hebben en over zaken zoveel mogelijk zelf te oordelen in plaats van de consensus te kopiëren. In juni 2008 schreef ik in Beleggers Belangen Technische & Kwantitatieve Analyse (TKA) een uitgebreid artikel ‘Correlaties: schijn of werkelijkheid?’ over vermeende verbanden tussen de olieprijs en de beurzen enerzijds en het renteniveau en de beurzen anderzijds. In het artikel staan onder meer een vijftal voorbeelden van oorzaak en gevolg met het oog op de olieprijs. Soms is de olieprijs positief voor de beurzen en op andere momenten negatief. Aangezien de aan het archief van het FD ontleende voorbeelden wel aardig zijn, herhaal ik ze tezamen met de toelichting (cursief) nog even:

Correlaties oliebeurzen
Correlaties oliebeurzen

In het blauwe kader erachter heb ik de vertaalslag gemaakt: olieprijs omhoog, beurs omlaag. Olieprijs omlaag, beurs omhoog. Dit lijkt allemaal logisch.

In de onderstaande berichten zien we echter juist dat een lage olieprijs zorgt voor dalende beurzen en een hoge olieprijs voor stijgende koersen.

Correlaties oliebeurzen 2
Correlaties oliebeurzen 2

De verklaring voor dit omgekeerde effect zit in het eerste bericht in de lagere koers van oliemaatschappijen zoals Royal Dutch Shell. Men kan zich afvragen of de koers van één aandeel, hoe zwaar dat ook weegt in de AEX, ook de andere 24 aandelen omlaag kan trekken. In mijn optiek twijfelachtig. In het laatste bericht zien we weer een typisch ‘ondanks’-voorbeeld. Ondanks de hogere olieprijs daalde ook RDS. Dankzij die hogere olieprijs daalden de indices. Wanneer we dergelijke krantenberichten onafhankelijk van elkaar lezen, vinden we het wellicht logisch. Zetten we ze achter elkaar, dan geeft het een bizarre uitkomst.

‘Ondanks-voorbeelden’ en andere vermeende correlaties kunt u iedere dag in de krant lezen. In de afgelopen week varieert dat van ‘ASML ziet recordjaar 2011 ondanks tsunami’ tot ‘Obama praat de beurs omhoog’. Met name de ‘ondanks-voorbeelden’ zouden ons aan het denken moeten zetten. Waarom doet de beurs niet wat we op grond van het nieuws zouden mogen verwachten? Een kleine greep ‘ondanksen’ uit het archief van het FD bevestigt dat beurzen niet bewegen dankzij het nieuws:

ondanks
ondanks

En dit zijn alleen nog maar de ondanks-voorbeelden. Beter lijkt het om te zeggen dat het nieuws verandert naar mate de beurzen stijgen of dalen. Bij een stijging wordt het nieuws beter en bij een daling wordt het nieuws slechter. Nieuws zet markten niet in beweging maar is een gevolg van de marktbewegingen.

Het TKA-artikel verscheen een maand voordat de olieprijs op $147 een top maakte. Met de huidige olieprijs boven de $ 100 zou wederom gesteld kunnen worden dat dit slecht is voor de economie. Aangezien de beurs doorgaans 3-6 maanden vooruit loopt op de economie zouden we mogen verwachten dat de beurzen negatief gestemd zijn als gevolg van de hoge olieprijs. De afgelopen week kwam ik onderstaande grafiek tegen die een heel ander beeld geeft:

Oil stocks 2011 updated
Oil stocks 2011 updated

We zien dat Wall Street en de olieprijs keurig hand-in-hand stijgen en dalen. Een hoge olieprijs zorgt niet voor een beursdaling. Integendeel zelfs. Een daling van de olieprijs zorgt evenmin voor opluchting op de beurzen.

Als we al voorspellingen willen doen van het effect van de olieprijs op de beurzen, dan is het interessanter om te kijken naar de analyses van Tom McLellan. Hij projecteert de olieprijs 10 jaar vooruit om zo een voorspelling voor de Dow Jones te doen. Het gaat daarbij niet om op de dag nauwkeurige analyses, maar om een globale trend:

crude_1890-2011
crude_1890-2011

Inzoomen op de laatste 40 jaar voorspelt dat er een dip aankomt die ergens in 2012 zou moeten bodemen:

crude_1960-2011
crude_1960-2011

De conventionele ‘oorzaak en gevolg’-verklaringen werken in elk geval dus niet. Door de mechanische werking van onze hersenen zijn we altijd op zoek naar een exogene oorzaak die de markten in beweging zou moeten zetten. Is het niet de olieprijs, dan is het wel Quantitative Easing (QE) dat ten grondslag zou liggen aan de stijging van de beurs en van goud en zilver. In mijn blogbericht over de kostprijs van een broodje kaas liet ik reeds deze grafiek zien van de groei van het basisgeld:

m0-monetarybase1a
m0-monetarybase1a

In diverse columns, zie hier en hier, wordt gesproken over het ‘feit’ dat de beurzen en de koersen van grondstoffen door QE worden opgedreven. Zonder iets aan de kennis en kunde van deze analisten af te willen doen, is het verband naar mijn mening simpelweg niet aanwezig. Maar iedereen roept hetzelfde en het lijkt wel of we kopiëren zonder zelf na te denken. De $ 1.600 miljard bijgedrukt basisgeld hebben de commerciële banken gestald bij de Federal Reserve. Ze ontvangen daarover momenteel geen rente aangezien het rentetarief rond 0% staat. Het basisgeld vindt zijn weg op geen enkele manier naar de beurzen of naar de edelmetaalmarkt. Wanneer, zie de voorspelling van de olieprijs hiervoor, de beurzen een nieuwe duikeling gaan maken, zullen ook de economieën een nieuwe, nog veel grotere, knauw krijgen. Bij het wegvallen van de vraag is de kans op deflatie erg groot. In een latere fase, zie wederom de olievoorspelling hiervoor, is (hyper)inflatie veel waarschijnlijker. Neem even de tijd om dit filmpje te bekijken. Mike Maloney kan als geen ander uitleggen wat het effect van het digitaal bijgedrukte basisgeld is en waarom (eerst) deflatie veel waarschijnlijker is. Een van de voorbeelden die hij laat zien waarom deflatie nu feitelijk al gaande is, is te zien in de duikvlucht die de commerciële en industriële geldleningen hebben genomen:

commercial_industrial_loans_weekly_reporting_large_commercial_banks_fedgraph
commercial_industrial_loans_weekly_reporting_large_commercial_banks_fedgraph

Maar om terug te keren naar oorzaak en gevolg, zie hier de grafieken die naar mijn mening laten zien dat het effect van QE1 en QE2 op de beurzen en de grondstoffenprijzen nihil is:

qe1-stocks-fall-jan-11-ewt
qe1-stocks-fall-jan-11-ewt

QE1 begon (en eindigde) ver voordat de beurzen bodemden in maart 2009. En QE2 begon nadat de beurzen al een enorme rally hadden laten zien. Hetzelfde zien we bij de CRB-index:

commodities-fall-qe1-jan-2011-ewt
commodities-fall-qe1-jan-2011-ewt

Met andere woorden: onderzoek de feiten (QE staat gestald bij de FED) en zelfs als je dan nog twijfelt, plaats de gegevens bij voorkeur in een grafiek, zodat je zelf kunt constateren dat oorzaak en gevolg heel anders liggen dan alom geroepen wordt.

Elmer Hogervorst
http://weblog.goudtekoop.nl

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.