Drie maanden geleden bereikte de rente op een 10-jaars Nederlandse staatslening een dieptepunt van 2,28 %. Waarschijnlijk kwam hiermee een einde aan een 30 jarige haussemarkt in staatsobligaties. In 1979 verhoogde de toenmalige gouverneur van de Amerikaanse centrale bank Paul Volcker – de voorganger van Alan Greenspan – de Fed Funds rate naar een historisch niveau van 20 %. Daarmee trachtte hij de gierende inflatie van de jaren ’70 de nek te breken. En hij slaagde in deze poging.
Het bleek het startsein van een rentedaling die maar liefst drie decennia zou gaan duren. Een periode waarin niet alleen de obligatiekoersen, maar ook de aandelenkoersen en de prijzen van vastgoed naar grote hoogten zouden stijgen. Goedkoop geld stimuleert immers de prijzen van beleggingen. Deze periode lijkt nu ten einde. Een nieuwe realiteit is aangebroken.
Om de economie te stimuleren verlaagde de centrale bank van de VS de rente naar een ongekend laag niveau. De bodem in de rentemarkt – de door de Federal Reserve vastgestelde Fed Funds rate – is inmiddels bereikt op een niveau van net iets boven de nul procent. Omdat de werkloosheid ondanks het ingezette economische herstel hoog blijft en de huizenmarkt nog steeds kwakkelt, besloot de centrale bank over te gaan tot het opkopen van staats- en hypotheekobligaties.
In beursjargon kwantitatieve verruiming (QE2) genoemd maar in feite niets anders dan het aanzetten van de geldpersen. De aankondiging in augustus was reeds voldoende voor een nieuwe rally op beurzen. De rente op langlopende staatsleningen liep op.
In eerdere artikelen beschreef ik reeds dat hiermee een einde aan de haussemarkt in staatsobligaties was gekomen. Sinds het uitbreken van de kredietcrisis werden de beurzen beheerst door sterk risicomijdend gedrag van beleggers. Ondanks het zeer lage rendement bleef men een voorkeur houden voor staatsleningen. In feite was hier sprake van een haussemarkt in pessimisme.
Beleggers waren zodanig zwaar overwogen in staatsobligaties dat het dividend op aandelen zelfs hoger werd dan de rente op staatsleningen. De reële – voor inflatie gecorrigeerde – rentevergoeding op een nominale investering van 100 % bedroeg niet meer dan 1 %! Economen en beleggingsgoeroes wakkerden de angst nog verder aan door te voorspellen dat de rente nog verder zou kunnen dalen. Beleggers dienden rekening te houden met een langdurig lage rente. Vaak een teken dat het keerpunt nabij is.
En de markt draaide. En hoe! Sinds de bewuste aankondiging van QE2 liep de rente op 10-jaars staatsleningen in Nederland met bijna een vol procent op. Bedenk dat dit neerkomt op een rentestijging van ruim 40 %! En dan te bedenken dat grote institutionele beleggers zoals pensioenfondsen nog grote posities in staatleningen hebben en zwaar onderwogen zijn in aandelen. Wanneer deze beleggers op zoek naar een hoger rendement gedwongen worden weer meer in aandelen te gaan beleggen is er weinig fantasie voor nodig om te bedenken wat de markten nog te wachten staat. Het bekende verhaal van de grote hoeveelheid beleggers die door dezelfde deur naar buiten willen. Een verdere stijging van de kapitaalmarktrente is zeer waarschijnlijk.
Na 30 jaar van dalende rente lijkt een nieuwe realiteit te zijn aangebroken. Een periode van stijgende rente ligt voor ons. Een verdere stijging naar bijvoorbeeld een procent of vier – niet toevallig het gemiddelde percentage over de afgelopen 400 jaar – is niet ondenkbaar. Wat vroeger een veilige belegging was is dat niet langer meer.
Voor beleggers is het van belang hun portefeuilles aan te passen. Beleggers op zoek naar rendement zullen uit de staatsobligaties vluchten en in aandelen met een hoog dividend een aantrekkelijk alternatief vinden. Maar er zijn meer mogelijkheden. Zo is er bijvoorbeeld een tracker genoteerd in New York die short gaat in Amerikaanse staatsleningen. Deze ETF – Proshares Ultrashort 20+ US Treasury (TBT) – stijgt met 2 % bij iedere daling van 1 % van de onderliggende staatsleningen. De obligaties hebben een looptijd van minimaal 20 jaar omdat het effect daar het grootst is. Een prachtige mogelijkheid om van de te verwachten voortgaande rentestijging te profiteren.
Ondergetekende heeft zelf geen positie in deze belegging. Klanten wel. De redactie heeft geen positie in dit fonds. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.
Jan-willem Nijkamp
Fintessa Vermogensbeheer