Na een flinke correctie op de goud- en zilvermarkt werd een stevige bodem gemaakt op 16 mei jl. We weten dat een dubbele, hogere bodem altijd meer benen geeft om op te staan en steviger is dan slechts één been.
De hogere bodem kwam op 23 mei. Sindsdien is de markt weer opgeveerd, zie hieronder.
Ook in de goud/zilver-ratio zien we dit terug. De goud/zilver-ratio wil zeggen hoeveel ounces zilver we nodig hebben om 1 ounce goud te kopen. Mijn langetermijnkoersdoel is nog steeds een verhouding van 15 : 1 of lager, ofwel 15 ounces zilver (of minder) om 1 ounce goud te kopen. Op belangrijke toppen zien we een ratio zoals hiervoor genoemd en aangezien we momenteel een verhouding zien van 55 : 1, is de top der toppen nog ver weg. Ik verwacht de top pas over enkele jaren (2017 of daaromtrent).
Met andere woorden: zilver heeft ten opzichte van goud nog heel veel terrein te winnen. Laat u dus niet afschrikken als de markten in augustus en september van dit jaar nog verder corrigeren en we een nog hogere goud/zilver-ratio te zien krijgen. Op 16 mei maakte de ratio een top op 56,62 en op 23 mei een lagere top op 56,28, zie hieronder.
Tot zover niets bijzonders. Nu weten we dat de goud/zilver-ratio op zich geen tool is om voorspellingen voor de korte termijn te doen ten aanzien van de koersen van goud en zilver. Enige tijd terug echter heb ik nagegaan of er wellicht verschillen optreden tussen de goud/zilver-ratio in dollars en die in euro’s. En dat bleek het geval. Overigens niet in alle gevallen, maar ALS zich een duidelijke ‘prikker’ opwaarts of neerwaarts voordeed, dan is de kans zeer groot dat we een belangrijke top of bodem te pakken hebben. Zie hier een overzicht sinds november 2011. Hoe groter de prikker, des te belangrijker het draaipunt.
De belangrijke bodem van 29 december laat de diepste prikker in tijden zien. De bodem van 16 mei liet geen prikker zien. Ik vermoed dat zo’n prikker iets zegt over de paniek die in de markt zit waardoor goud en zilver in dollars tijdelijk afwijkt van goud en zilver in euro’s. In tegenstelling tot 16 mei liet 23 mei wél een prikker zien. Niet een hele diepe, maar toch wel diep genoeg om interessant te kunnen zijn. Hier zien we de grafiek wanneer we inzoomen. De paarse lijnen wijzen naar de bodem van resp. 16 mei en 23 mei.
Op weg dus naar hogere goud- en zilverprijzen? Die kans lijkt zeer groot. Houd er echter rekening mee dat we in de tweede helft van 2012 nog meer correctie zullen zien. In ons eind november 2011 gepubliceerde boek Geld, goud en zilver schreven Eric Mecking en ik daarover het volgende: Wij denken dat zilver in het najaar van 2011 in de berenval zit. Het moment waarop de ‘beren’, die al een tijd negatief over edelmetalen oordelen, zullen zeggen: zie je wel, de zeepbel wordt doorgeprikt, dat hebben we steeds gezegd. Na verloop van tijd zal blijken dat de daling bedoeld was om de beren in de val te lokken. Vanuit een diepe bodem vindt een koersexplosie plaats die zijn weerga niet kent. Het publiek heeft goud en zilver eindelijk ontdekt. Alle argumenten om goud en zilver te kopen worden van stal gehaald en breed uitgemeten. Wie geen goud of zilver heeft, begrijpt ons monetaire stelsel niet. Goud en zilver kunnen alleen nog maar loodrecht omhoog: de maniefase.
Met andere woorden: iedere maand wat kopen en wat meer kopen bij flinke dips. Geduld is een schone zaak.
Elmer Hogervorst
http://weblog.goudtekoop.nl
Ik moet zeggen er zit wat in je verhaal.
In hoeverre valt er iets te zeggen over een voorkeur voor goud of zilver?
Stel je hebt de keus om x euro om te zetten in een metaal wat zou op dit moment betere kansen bieden?
Zilver omdat het ook een belangrijke grondstof is voor de industrie of goud omdat het de defacto vlucht currency is?
@hve Als je gaat voor lagere volatiliteit kies dan goud. Ga je voor hoge volatiliteit maar ook voor een potentie die factor 3 hoger ligt dan goud, kies dan zilver. De beste keuze is vermoedelijk toch om een mix aan te brengen, bijv. 50-50, maar dat hangt ook van je vermogen af. In ons boek http://bit.ly/GGZ-boek hebben we alle nuances, inclusief verschillende vermogensposities, op een rij gezet teneinde tot een goede afweging te komen hoeveel je waarin stopt. Uitgebreider dan in het boek kunnen we het bijna niet doen.