De markten maken deze week een emotionele rit mee. Het kleinste beetje data kan grote golven veroorzaken. Gisteren zorgde het veel zwakker dan verwachte ADP-rapport, en de aankondiging dat 75.000 gezondheidswerkers bij Kaiser in staking gingen, voor een positieve reactie van de markt in een typische ‘slecht nieuws is goed nieuws’ dag.
De Amerikaanse economie voegde in september slechts 89K nieuwe banen toe in de private sector, veel minder dan de 153K waar analisten op rekenden. Het was ook de traagste banengroei sinds januari 2021. De rest van de data was gemengd. De fabrieksorders in de VS waren beter dan verwacht in augustus, maar de diensten-PMI kwam dicht bij het krimpniveau, en ook de niet-industriële component van de ISM wees op een vertragende activiteit. De hypotheekactiviteit in de VS daalde tot het laagste niveau sinds 1995, toen de 30-jarige hypotheekrente steeg tot 8%.
Woningbouw en diensten zijn naast energieprijzen een van de grootste bijdragers aan de hoge inflatie, dus het afkoelen van deze sectoren heeft een grote invloed op de inflatieverwachtingen, en dus op de verwachtingen van de Federal Reserve (Fed). Als zodanig temperden de gisteren zwak ogende gegevens de haviken van de Fed, nadat de sterker dan verwachte JOLTs-gegevens een dag eerder paniek hadden veroorzaakt.
Het rendement op de Amerikaanse 2-jaars obligatie dook naar het 5% niveau, het rendement op de 10-jaars obligatie veerde lager na het flirten met het 4,90% niveau, terwijl de 30-jaars voor het eerst sinds 2007 het 5% niveau bereikte alvorens lager te stuiteren op het geruststellende nieuws van zwakke banentoevoegingen. Halleluja.
De S&P500 staat onder druk door de stijgende rendementen en dollar
De Amerikaanse dollar index trok zich terug over de hele linie, en de aandelen veerden op. De S&P500 sprong van het laagste niveau sinds begin juni. De score is nu één tegen één. Eén goed nieuws voor de Amerikaanse arbeidsmarkt, en één slecht nieuws.
Iedereen houdt nu zijn adem in tot vrijdag, wanneer de banencijfers bekend worden gemaakt, die zullen bepalen of we deze week met een zoete of een zure smaak in onze mond zullen eindigen. Zoet zou een versoepeling van de arbeidsmarktgegevens zijn, zuur zou een nog steeds sterke arbeidsmarktgegevens zijn die de havikachtige Fed-verwachtingen zouden aanwakkeren en de Amerikaanse rendementen verder zouden opdrijven terwijl de Amerikaanse rendementen op een kritiek moment staan.
Voor het eerst sinds 2002 komt het rendement op de Amerikaanse 10-jaars obligatie op een spuugafstand van de winst van de S&P500. De index staat slechts ongeveer 60 punten boven zijn kritieke 200-DMA. Als we naar de seizoensgrafiek kijken, zou de S&P500 nu kunnen dalen. In deze context is er een kans dat zwakke arbeidsmarktgegevens uit de VS een dip in de S&P500-verkoop markeren.
Maar één ding is zeker: de rendementen en de Amerikaanse dollar moeten dalen om de S&P500 op een stijgend pad te houden. De winsten van de S&P500-bedrijven zijn omgekeerd gecorreleerd met de Amerikaanse dollar, omdat hun internationale winsten ongeveer een derde van het totaal uitmaken. Als de rendementen en de Amerikaanse dollar blijven stijgen, zal de S&P500 tegen het einde van het jaar ernstige tegenwind ondervinden.
Olieprijs zakt weg
De olieprijs daalde gisteren bijna 6%! De stijgende vermoedens dat de wereldeconomie recht op een muur afstevent, spaarden de oliebullen gisteren niet. De prijs van een vat Amerikaanse ruwe olie dook bijna 6%, gleed onder de 50-DMA ($85pb), en onder de positieve trendbasis die sinds eind juni werd opgebouwd. De toename van de benzinevoorraden met 6,5 miljoen vaten vorige week hielp de beren terug naar de markt te brengen, ook al lieten de gegevens ook een daling van meer dan 2 miljoen vaten in de ruwe voorraden zien in dezelfde week.
De beweging van gisteren laat zien dat wat het meest telt voor intraday-bewegingen, de retoriek is. Deze zomer lag de marktfocus op recessiezorgen. OPEC besloot gisteren zijn olieproductiestrategie ongewijzigd te laten. Saudi-Arabië en Rusland herhaalden dat ze hun productie beperkt zullen houden om de positieve druk op de olie te handhaven.
Maar als de wereldwijde vraag afkoelt en de volumes dalen, zullen zowel Saudi-Arabië als Rusland in de verleiding komen om meer winst te maken door meer olie te verkopen tegen een lagere prijs. Saudi-Arabië die alle productieverlagingen voor OPEC op zich neemt, is geen wet, het zou onzeker kunnen worden.
Conclusie
De markten staan deze week voor een zoet-en-zuur dilemma. Aan de ene kant kunnen zwakke Amerikaanse banencijfers de druk op de Fed verminderen om zijn rente te verhogen en zo de aandelenmarkt ondersteunen. Aan de andere kant kunnen sterke Amerikaanse banencijfers de rendementen en de dollar opdrijven en zo de winsten van de S&P500-bedrijven ondermijnen. Bovendien kan een dalende olieprijs wijzen op een afnemende wereldwijde vraag en een mogelijke overaanbodcrisis, wat negatief zou zijn voor zowel de economische groei als de inflatie. De markten moeten dus voorzichtig zijn met het interpreteren van de signalen die ze krijgen en zich voorbereiden op mogelijke volatiliteit in de komende weken.