Geldcreatie en gevolgen voor munt

Een vermogensbeheerder heeft het momenteel niet makkelijk. De commentaren over de gevolgen van de Europese schuldencrisis en de maatregelen die politici en centrale bankiers daarin nemen (en niet nemen) staan vaak haaks op elkaar. De meest recente, significante maatregel is ongetwijfeld de 3-jaars faciliteit, die Draghi in het leven heeft geroepen. Men is het er alom over eens dat deze maatregel met name de Italiaanse en Spaanse overheden ten goede is gekomen, maar wat de consequenties op termijn zullen zijn, daar is men minder eensluidend over.

De discussie gaat daarbij over de vraag of deze maatregelen inflatoir zijn of niet. Zal op termijn de inflatie verhoogd worden door de overmaat aan liquiditeit die in het systeem wordt gepompt?

Fisher

Deze discussie is gebaseerd op een oude wetmatigheid, ooit geformuleerd door een groot econoom, Fisher. Hij stelde dat er een evenwicht bestaat tussen:

Geldhoeveelheid (G) maal omloopsnelheid (O) versus prijzen (P) maal goederen (V)

Ofwel:            G * O = P * V

Wanneer men alle goederen in een economisch systeem neemt en deze vermenigvuldigt met de prijs van al deze goederen, dan zou dat gelijk moeten zijn aan de totale hoeveelheid geld in dat systeem maal het aantal keren per tijdseenheid dat dit geld gebruikt wordt.

Op grond hiervan wordt gesteld dat het verhogen van de geldhoeveelheid in een economie (en dat is wat er gebeurt als je als centrale bank goedkoop geld in oneindige hoeveelheden aanmaakt en dit verstrekt aan banken) ertoe leidt, dat de rechterkant (P * V) van de vergelijking ook moet oplopen. En omdat iedereen al voldoende brood en melk heeft en dus niet nog meer kan eten en drinken als men al doet, moeten de prijzen daarom wel omhoog gaan om de vergelijking in evenwicht te houden. Tot zover zijn de deskundigen het wel met elkaar eens.

Rentesubsidie

Maar wanneer het nieuw aangemaakte geld gebruikt wordt om er schulden van de overheid mee aan te kopen, dan gebeuren er twee dingen. Op de eerste plaats verdient elke bank daardoor gedurende drie jaar gratis geld. Want men leent voor drie jaar tegen 1% en men zet dat uit bij lokale overheden (de Italiaanse en Spaanse overheid in het bijzonder) tegen 4 tot 6%. Als bank verdien je daarmee direct 3 tot 5% per jaar en als je dat voor € 500 miljard doet, dan ontvangen de banken in Europa hiermee gezamenlijk  € 15 miljard tot € 25 miljard per jaar aan extra rente (en dat nu tweemaal want inmiddels heeft Draghi dit kunstje al tweemaal geflikt).

Dat is geld waarmee je de verliezen op andere schulden, vastgoedfinancieringen en wat dies meer zij eenvoudig op kunt vangen. Doe je dit gedurende een langere tijd, dan geef je daarmee het bankwezen de tijd om haar verliezen weg te poetsen zonder dat de banken in de tussentijd omvallen. En het mooie is dat de belastingbetaler hier niet voor op hoeft te draaien, zolang na drie jaar de ECB maar haar geld weer terug krijgt.

Inflatoire druk

Op de tweede plaats kan Draghi’s actie de inflatie beïnvloeden. Als de overheid een tekort heeft, dan is dat inflatieverhogend. Ze geeft immers meer uit dan er is. Maar als zij dit tekort dekt bij particulieren (bijvoorbeeld middels obligatie-uitgifte), dan wordt het inflatoire effect teniet gedaan. Maar nu Draghi de functie van financier van de particulier overneemt blijft de particulier met geld zitten. Als hij dat geld besteedt, dan is dat inflatieverhogend. Maar als hij dat geld spaart, dan wordt de inflatoire druk weer geneutraliseerd. Draghi’s actie leidt dan niet tot verhoging van de inflatie.

Deflatie

Als de particulier teveel gaat sparen, dan kan zelfs per saldo de linkerkant van de vergelijking dalen in plaats van dat die stijgt ondanks het feit dat er nieuw geld wordt bijgedrukt. En dus moet ook de rechterkant dalen. En dit betekent weer, dat óf de economie in een recessie raakt (minder goederen) óf de prijzen dalen (deflatie).

Maar (en hier zit het discussiepunt waardoor het lijkt of al die deskundigen elkaar tegenspreken), stel dat ooit die economie weer aantrekt, dan zal al dat geld sneller gaan bewegen en zal per saldo het prijsniveau ook sneller gaan oplopen. Want wij kopen niet meer brood dan we feitelijk nodig hebben. Alleen als wij onze goederen weggooien en door nieuwe vervangen (de oude beeldbuis voldoet niet meer want er is nu een flatscreen) bijvoorbeeld als gevolg van technologische innovatie, kan de goederenhoeveelheid stijgen en hoeven prijzen daarmee niet meteen mee te stijgen.

Maar verder zal op zo’n moment de geldhoeveelheid weer flink moeten dalen om de inflatie tegen die tijd niet gierend uit de hand te laten lopen.

En aangezien in het verleden geen enkele overheid of centrale bank er in geslaagd is om de geldhoeveelheid te verminderen, wanneer die eerst was verhoogd, zonder dat er een complete herfinanciering van het systeem aan te pas kwam (lees prijscontroles en een nieuwe munt), roepen veel deskundigen in koor dat de acties van Draghi onherroepelijk tot een flinke inflatie zullen leiden. Alleen weet niemand wanneer die inflatie zal toeslaan.

Wel zeker is het dat Draghi op geen enkele wijze heeft duidelijk gemaakt hoe hij over 3 jaar al dat geld weer terug gaat halen en wat al die banken tegen die tijd met de voor dat geld aangekochte staatsleningen gaan doen. Men moet er niet aan denken dat er over drie jaar voor tweemaal € 500 miljard aan staatsleningen op de markt verkocht moet gaan worden bovenop de financieringsbehoefte van de overheden zelf. Tenzij natuurlijk de overheden op dat moment drastisch .hebben bezuinigd en tegen die tijd overschotten op hun begroting hebben gecreëerd.

De Britten gaan ons voor

De Britten hebben al in een veel eerder stadium de geldkraan open gezet. De redenering van de centrale bank is daar, dat al dat extra geld weliswaar tot inflatie zal kunnen leiden, maar dat tegelijkertijd de eigen valuta-eenheid daardoor verder in waarde zal dalen. Dit leidt dan weer tot een goedkopere interne productie en dus een verbeterende concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. Bedrijven zullen dan makkelijker genegen zijn om arbeidsplaatsen in Groot-Brittannië te creëren door fabrieken naar Groot-Brittannië terug te brengen. Men noemt dit een “zwakgeld”-politiek, een strategie die in de jaren vóór de introductie van de € gemeengoed was in de Zuidelijke Europese landen. Frankrijk, Italië, Spanje, noem ze maar op, allemaal devalueerden zij om de paar jaar hun munt ten opzichte van de Duitse Mark en de Gulden. Zo bleven die landen concurrerend.

En daarmee wordt het voor de belegger interessant om te kijken naar wat er met het Britse pond is gebeurd en gebeurt.

Britse Pond
Britse Pond

Figuur 1.

In figuur 1 ziet u de koersontwikkeling van het pond (£) ten opzichte de euro (€). Bovenin (de zwarte lijn) ziet u het aantal pence dat u voor een € krijgt en onderin (de rode lijn) hebben wij het aantal euro’s weergegeven, dat u per £ heeft kunnen krijgen / krijgt (de omgekeerde grafiek van de zwarte lijn). Bij H in 2000 begon de koers van het £ weer te dalen. Dit resulteerde in een enorme kopschouderformatie, die begin 2008 werd bevestigd met een uitbraak. Het gaat hier om een correctiepatroon. Grafieken die veel verder terug gaan dan figuur 1 laten zien dat het pond ten opzichte van de DM en de Gulden door de jaren heen is gedaald. In deze figuur hebben wij als voorloper van de € de Gulden genomen. De zwarte lijn komt dus van een veel dieper niveau als u verder terug gaat dan 1991.

Vanaf begin 2009 is er een nieuwe fase van correctie begonnen die gezien moet worden als een pullback naar het punt van uitbraak. U moet dus nog minstens een jaar of twee rekening houden met een langzaam sterker wordend pond. Maar ergens zal dit dalende kanaal worden gebroken en de meest waarschijnlijke richting is een uitbraak tegen de richting van het kanaal in ofwel een hervatting van de dalende lange termijn trend van het £ ten opzichte van de €.

Conclusie voor de £-belegger

Wie nu nog ponden koopt moet rekening houden met een maximale potentiële winst van 10% en een potentieel verlies daarna van een veelvoud van dit percentage.

Conclusie voor de €-belegger

Maar belangrijker is de consequentie voor ons eigen inflatieniveau die hieruit gelezen kan worden. De uitbraak van het £, wanneer die komt, gaat ongetwijfeld gepaard met het moment waarop de geldcreatie in Groot Brittannië zich tegen de Britten gaat keren. De reactie daarop van de Britse Centrale Bank, is waar u vervolgens op moet letten, omdat u hieraan kunt zien hoe het niet moet (als het fout loopt). Want op dit vlak lopen de Britten voor op Europa en kan de belegger daarmee zich voorbereiden op de consequenties van de Draghi-politiek voor het inflatieniveau in Europa.

En om dan met een positieve noot te eindigen, met die inflatie zal het voorlopig dus nog wel meevallen in Europa, het lijkt er op dat wij nog ten minste drie jaar respijt hebben gekregen.

Gijsbrecht K. van Dommelen
Vladeracken BV
www.vladeracken.nl 

Disclaimer

De auteur is verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid van Vladeracken BV, een vermogensbeheerder met vergunning van de AFM. Dit stuk is geen beleggingsadvies. Wie in de hier besproken effecten  / valuta belegt of wenst te beleggen doet dat voor eigen rekening en risico. In dit kader wijzen de auteur en Vladeracken BV alle verantwoordelijkheid voor de inhoud van dit stuk van de hand.

2 gedachten over “Geldcreatie en gevolgen voor munt”

  1. De waarde van de Euro t.o.v. zowel Dollar als UK Pond is momenteel (te) hoog. Mijns inziens t.o.v.Dollart zou 1.25 goed zijn. Dus enige inflatie moeten we juist hebben, vooral ook omdat die beide andere valuta ook geld creeren. Dus niet bang zijn voor inflatie van de Euro door de huidige geldcreatie. Noch de Griekse garanties noch de geldcreatie kost de NL burger iets juist omdat je geld schept in verhouding tot andere grote valuta. De stabiliteit van de Noorse Kroon (olie/gas)halen we toch niet. Heb ik het juist met deze redenering.

    1. Zeer geachte heer / mevrouw de Jong,

      De redenering is niet helemaal juist. Het is waar dat wanneer er in meerdere valutazones geld gecreeerd wordt de valuta ten opzichte van elkaar in evenwicht zouden kunnen blijven. Maar als je de wereld als gesloten systeem beschouwt met alle goederen daarin samengenomen, dan zal geld creatie altijd tot inflatie leiden tenzij dat nieuwe geld wordt opgepot. En in onze wereld zijn er meer valutaeenheden dan de Euro, de $ en het Pond. Inflatie in deze drie zones alléén kan dus wel degelijk desastreuze gevolgen hebben.

      Daanraast is de geldcreatie en de geldomloopsnelheid in alle drie de valuta nooit precies gelijk.

      En dan de “waarde” van een munt. Hierover zijn enorm veel boeken geschreven. De meest zichtbare manier om de waarde van valuta te vergelijken is de zogenoemde “hamburger pariteit”. Dit is een maatstaf waarbij gekeken wordt naar de vraag wat een hamburger bij Mcdonalds in allerlei steden in de wereld kost. Aan de hand daarvan wordt dan een “pariteit” tussen valutaeenheden berekend. Maar omdat valutaverhoudingen nooit constant zijn en omdat er ook nog eens grote speculatieve golven doorheen lopen is in feite geen “waarde” vast te stellen. Ik denk dat het vasthouden aan vermeende fundamentele waardeverhoudingen voor valuta principieel fout is en daarmee voor beleggers uitermate gevaarlijk.

      En dan de Noorse kroon, die mag nu stabiel zijn, maar ook die zou zich zomaar uit de markt kunnen prijzen, zie maar wat er nu met Zwitserland gebeurt. Ook de stabiliteit vann de Noorse kroon is slechts van tijdelijke aard!

      Wees du voorzichtig met dit soort puntschattingen voor de waarde van valuta.

      Mvg,

      Gijsbrecht K. van Dommelen

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.