De overname van Credit Suisse, die in het weekend door de Zwitserse regering is geregeld, heeft alle regels overtreden. Aandeelhouders van Credit Suisse houden iets over, maar AT1-obligatiehouders staan met lege handen. Deze stap verstoort de orde in de kapitaalstructuur en duwde de AT1-markt van 250 miljard Amerikaanse dollar maandagochtend lager. De maatregel van de Zwitserse toezichthouders kan op langere termijn gevolgen hebben voor de Europese banken: de kapitaalkosten zullen stijgen.
Het Zwitserse huwelijk tussen UBS en Credit Suisse, waarbij aandeelhouders van Credit Suisse één aandeel UBS krijgen voor 22,48 aandelen Credit Suisse, waardeert de bank op ongeveer $2,8 miljard.
De aandeelhouders houden weliswaar iets over, maar de houders van extra Tier 1-kapitaal (AT1) werden weggevaagd, hetgeen in strijd is met eerdere reddingsoperaties. De maatregel druist ook in tegen de volgorde van de kapitaalstructuur, aangezien AT1-kapitaal boven eigen vermogen staat. Dat betekent dat het altijd de aandeelhouders zijn die alle verliezen moeten opvangen voordat zij naar de houders van AT1-kapitaal vloeien.
De AT1-obligaties zijn na de val van de Amerikaanse bank Lehman Brothers in 2008 ontworpen om verliezen te nemen in tijden van crisis.
Markten niet blij
De markten waren niet blij met de inhoud van de overnamedeal, waardoor AT1-obligaties met maar liefst 17,5% daalden op het laagste punt van de dag. Geruststellende woorden van EU-bankentoezichthouders kalmeerden de markt en AT1-obligaties stegen met 8% van hun dieptepunt.
De gebeurtenis van afgelopen weekend kan blijvende schade toebrengen aan de AT1-kapitaalmarkt en dus aan de financiering en kapitaalkosten van de Europese banken op lange termijn. In ieder geval zal de risicoschok voor banken van de afgelopen twee weken betekenen dat het nemen van risico’s in het systeem zal afnemen en dus de kapitaalkosten voor de economie zullen stijgen.
Peter Garnry, hoofd Aandelenstrategie Saxo Bank