Vaak wordt het ontstaan van de kredietcrisis geweten aan het belangenconflict tussen de aandeelhouders en de directies van de banken. De lange termijn oriëntatie van de eersten zou niet overeenkomen met de focus op korte termijn winsten van de tweede groep. Tegenwoordig is het probleem juist dat beiden dezelfde belangen hebben. De balans moet weer schoon en de hand dus op de knip.
Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen en we bevinden ons al weer in een stormachtige nieuwe ronde van steunoperaties door de overheden. Zo nationaliseerde de Ierse overheid de Anglo Irish Bank een week geleden volledig. Vier dagen later kondigde de Britse overheid een grootschalig stimuleringspakket aan om de kredietverlening weer op gang te helpen. Onderdeel van dat programma was de uitbreiding van het staatsbelang in de eens zo trotse Royal Bank of Schotland tot 70 %. Weer een dag later fourneerde de Franse overheid nog maar weer eens € 10,5 miljard aan ’s lands grootste banken. De steunactie van de nieuwe Amerikaanse regering om het zwaar gekwelde Bank of America overeind te houden sloeg echter alles.
En dat alles terwijl de overheden nog maar enige maanden geleden de banken massaal te hulp schoten met kredietgaranties en kapitaalinjecties. Ondanks de vele opmerkingen dat het allemaal weggegooid geld is waren deze acties echter wel degelijk noodzakelijk. Gevreesde bank-runs werden voorkomen en de angst voor faillissementen is overgewaaid. Ook de diverse indicatoren voor de gezondheid van het interbancaire systeem – Credit Default Swaps, TED-spread, 3-maands LIBOR – zijn enigszins tot rust gekomen. In de VS is de 30-jaars hypotheekrente voor het eerst sinds lange tijd onder de 5 % gezakt.
Waarom dan toch deze steunmaatregelen van de overheden? En waarom neemt het vertrouwen van beleggers in de banken niet toe als gevolg van deze maatregelen? Omdat de bezorgdheid over de kredietverlening voortduurt. Ondanks het feit dat de banken dat zelf ten stelligste ontkennen. Feit is echter wel dat de banken de grootst mogelijke moeite hebben hun kredietportefeuilles te financieren. De toegenomen vermogenseisen en het door de kredietcrisis afgewaardeerde eigen vermogen spelen daarin een voorname rol. De vele “gestructureerde producten” doen nog steeds hun verwoestende werk. Afgelopen week kwam de Belgische bank KBC weer in geldnood als gevolg van zijn CDO-portefeuille.
Uit puur zelfbehoud houden de banken hun hand op de knip en is men niet erg happig op het verstrekken van nieuwe kredieten. En dat verergert de economische recessie alleen maar verder. Vandaar de vele kapitaalinjecties door de overheden. De gevolgen voor de aandeelhouders zijn echter desastreus. Zo daalde de KBW bank-index sinds de jaarwisseling met niet minder dan 40 %.
Beleggers vrezen immers een verdere verwatering van hun kapitaal. Zij zitten klem tussen twee kwaden. Enerzijds bestaat er de kans op een volledige nationalisatie waarna er voor hun niets meer resteert. Zie Fortis. Anderzijds leiden de steunoperaties van de overheden in de vorm van emissies van nieuwe preferente aandelen uiteindelijk tot een enorme verwatering van kapitaal met een verdere koersdaling van hun aandelen als gevolg. Tevens verliezen ook dan de banken steeds meer aan zelfstandigheid. Aandeelhouders van banken gaan door een gitzwarte periode. De banken komen er wel weer boven op maar of zij daar ook volledig van zullen profiteren is maar de vraag. Het kapitaal van de beleggers is zeer gewenst maar uiteindelijk bestaat er de kans dat ze met volledig lege handen in de winterse kou blijven staan. Daar mogen de overheden ook wel eens rekening mee gaan houden.
Jan-willem Nijkamp
Inmaxxa Vermogensbeheer