Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Kwantitatieve verruiming voor eeuwig?

In november is het zover. Dan start de ECB met een nieuwe ronde kwantitatieve verruiming. De centrale bank is voornemens om elke maand voor een bedrag van € 20 miljard aan obligaties uit de markt te halen. Het programma gaat in november van start, slechts enkele dagen nadat mevrouw Lagarde de touwtjes van Mario Draghi heeft overgenomen.

Het besluit van de ECB om opnieuw te gaan verruimen kan verrassend snel in de problemen komen. Analisten hebben becijferd dat het programma nog voor het einde van het jaar tegen de zelfopgelegde grenzen gaat oplopen. De grens is dan niet meer dan een derde van alle obligaties van de lidstaten van de eurozone die in de kluis bij de ECB liggen.

Die grens kan overigens nog sneller bereikt worden dan analisten nu veronderstellen. Als de recessie daadwerkelijk bezit neemt van de Eurozone, dan is het heel goed denkbaar dat de ECB het stimuleringsprogramma verruimt. Dan komt ook eerder de prangende vraag op tafel of de huidige beperkingen van tafel moeten. Vooral beleggers die verslaafd zijn geraakt aan kwantitatieve stimulering zullen zich dan nadrukkelijk laten horen. Ze willen dan ongetwijfeld nog meer verruiming.

Een van de eerste vragen waar mevrouw Lagarde zich voor gesteld zal zien, is of de beperkingen blijven zijn of dat er opnieuw en nog meer verruimd gaat worden. Met Draghi wisten beleggers waar ze aan toe waren. Dankzij zijn belofte om de inflatie naar het beoogde niveau van iets onder 2% te tillen, beseften ze dat kwantitatieve verruiming wel eens een heel lang proces zou kunnen worden.

Mevrouw Lagarde weet echter ook, dat het verzet tegen het verruimingsprogramma eveneens toeneemt. (Oud) leden van de bestuursraad hebben nadrukkelijk hun afkeuring uitgesproken, onder wie onze eigen Klaas Knot. Ook binnen de ECB kraait het oproer. Uit de notulen van het overleg in september wordt duidelijk dat beleidsmakers het heikele punt van 33% onbesproken lieten. Ze zijn bang dat het opheffen van deze beperking de grens tussen monetair en fiscaal beleid doet vervagen.

Overigens is de grens van 33% in sommige lidstaten al heel erg dichtbij. In Nederland zou het percentage al op 31% uitkomen en in Duitsland op 30% tegen 21% voor landen als Frankrijk en Italië. Dat heeft te maken met de stelregel van de ECB om in te kopen in evenredigheid met de bijdrage van ieders land aan het vermogen van de ECB. Dat betekent dat er meer obligaties opgekocht worden van landen met weinig schulden. En dan is er nog de harde praktijk. Een land als Estland had in 2015 amper of geen obligaties, terwijl het schuldpapier van Griekenland niet in aanmerking kwam.

Door soepel de regels te hanteren en door meer bedrijfsobligaties op te kopen kan het huidig programma doorlopen tot eind 2020. Maar ook dan nog is voorzichtigheid geboden. Door meer specifiek te gaan inkopen, kan de centrale bank beschuldigd worden van favoritisme. Natuurlijk zou het helpen als Berlijn meer ging lenen en zo meer obligaties zou scheppen. Maar niemand verwacht dat Duitsland op grote schaal fiscaal gaat stimuleren.Europese overheden gaan naar verwachting € 161 miljard lenen in 2020. Dat betekent dat de ECB op haar beurt weer al die obligaties gaat opkopen.

De grens van 33% is overigens niet zonder reden opgeworpen. Het moet voorkomen dat de ECB een controlerend belang opbouwt en zo onevenredige invloed kan uitoefenen. Ook moet de grens het idee wegnemen dat de Bank spilzieke landen via een achterdeurtje te hulp schiet.

De doorsnee fondsmanager heeft het al heel erg moeilijk om al deze zaken goed te doorgronden. De wisseling van de wacht bij de ECB maakt alles nog gecompliceerder. Bij Draghi wist de financiële wereld min of mee waar ze aan toe was. Bij mevrouw Lagarde is dat allerminst het geval. Ze heeft zich tot dusverre niet echt een warm voorstander getoond.

Maar wat als de economische cijfers blijven verslechteren, de inflatieverwachtingen steeds verder wegzakken en het schrikbeeld van deflatie opnieuw de kop opsteekt? Het recente verleden heeft geleerd dat dan ineens veel mogelijk is. Heel lang werd het voor de eurozone als ondenkbaar gehouden, dat er kwantitatieve verruiming zou kunnen komen. En toch is het gebeurd, nagenoeg tegen elke verwachting in!

Cor Wijtvliet

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *