Veel van het nieuws dat vandaag de dag over je uitgestort wordt, stemt niet echt vreugdevol. Landen en politici ruziën over klimaatverandering, maar komen niet in actie. Internationale organisaties zoals de Wereld Handelsorganisaties staan ineens ter discussie. President Poetin haalt snerend uit naar het westerse liberale systeem. De wereldorde, zoals we die sinds de val van de Muur kennen, lijkt op zijn laatste benen te lopen.
De oorzaak van die verbrokkeling is wellicht minder op macroniveau te vinden maar eerder op lokaal! Misschien is de belangrijkste oorzaak wel het afnemend belang van de factor arbeid in het economisch bestel. Dat zorgt, zeker in westerse landen, voor een groeiend gevoel van onbehagen. Daarmee neemt ook de kritiek jegens het systeem toe.
De discussie over het waarom van het afnemend belang van de factor arbeid is volop gaande. Het proces van globalisering wordt vaak als de belangrijkste oorzaak aangewezen. Een recente studie van McKinsey Global Institute tornt echter hieraan. Globalisering speelt een rol, maar geen dominante. De studie leert dat vooral het optreden van zogeheten supercycles in commodities en vastgoed de positie van arbeid hebben ondergraven. In deze sectoren speelt kapitaal een veel belangrijkere rol dan arbeid. Een tweede oorzaak is het groeiend belang van intangibles in de economie van vandaag. En misschien ligt hier wel de sleutel ter verklaring van de onvrede bij de werknemer en dus ook de stemmer.
Intangibles verliezen veel sneller hun waarde dan tangibles als machines en fabrieken. De kortere levenscyclus gekoppeld aan voortdurende prijsdalingen en productiviteits- verhogende effecten, heeft tot gevolg dat meer en meer in intangibles geïnvesteerd wordt. Dan blijft er vanzelf minder over voor arbeid. Daar komt nog bij dat het voortgaand proces van automatisering ook al een drukkend effect op de inkomensontwikkeling heeft.
De combinatie van automatisering en het overwegend belang van kapitaal dankzij nieuwe technologieën heeft vooral de traditionele industriële sectoren zwaar geraakt. Zie hier de voedingsbodem voor de Brexit en de opkomst van president Trump. We zijn er echter nog niet. Bovenstaande ontwikkelingen hebben waarschijnlijk ook tot gevolg dat een handjevol regio’s bovenmatig gaan profiteren. Volgens opnieuw McKinsey zullen tot 2030 in de VS 25 steden en regio’s 60% van de banengroei verzorgen. Dat zullen uiteraard de technologische centra zijn, maar ook regio’s met veel natuurlijke hulpbronnen en toeristische centra. Het zullen echter ook steden en regio’s zijn die weten in te spelen op het mindere gewicht van de factor arbeid. Immers, wanneer de kosten voor arbeid steeds minder meewegen in de productie van goederen en diensten, dan heeft het ook weinig zin meer om ze te offshoren.
Dat is nog minder zinvol als de trend doorzet dat bedrijven steeds dichter bij hun klant willen zitten. Volgens McKinsey is al bijna 10 jaar zichtbaar dat het belang van goedkope arbeid het verliest van het belang om beter op de vraag te kunnen inspelen. Nog slechts 20% van de internationale goederenhandel verloopt vanuit een lagelonenland naar een land met hoge lonen. Deze trends worden nog versterkt door de huidige handelsoorlog. Steeds meer bedrijven kijken nu kritisch naar hun lange supply chains.
Het verlangen om dichter bij de klant te zitten en de te lange supply chains hebben als gevolg dat bedrijven weer lokaal, dicht bij de klant willen produceren. Technologische ontwikkelingen, zoals 3D en kunstmatige intelligentie versterken deze trend nog. Zelfs sociale media spelen hier een rol. De consument wil geen weken wachten op het product dat de Instagram influencer aanbeveelt.
Als deze trends doorzetten, dan kan er een einde komen aan het afnemend belang van arbeid. Dat geldt zeker voor de Verenigde Staten en ook voor Europa. Dan moet Europa echter wel zijn gemeenschappelijke markt in stand houden. Elke afzonderlijke lidstaat is immers te klein om zelfstandige een regionale supply chain in stand te houden. Het is echter beslist geen ‘eind goed, al goed. De nieuwe dynamiek op de arbeidsmarkten kan de huidige politieke tegenstellingen nog verscherpen
Veel achterblijvende regio’s en steden worden in de VS bijvoorbeeld bevolkt door Hispanics en Afro-Amerikanen. Zowel in de VS als in Europa zien we dat steeds meer instapbanen voor jongeren geautomatiseerd worden en dus verdwijnen. Aan de andere kant zien we dat 50-plussers het steeds zwaarder zullen krijgen, omdat hun vaardigheden verouderen. Er is weinig fantasie voor nodig om te beseffen dat hier de basis kan liggen voor nieuwe maatschappelijke tegenstellingen. Een oplossing ligt niet voor de hand. Misschien moeten we arbeid meer als kapitaal gaan behandelen. Bedrijven kunnen dan op dezelfde manier afschrijven op arbeid als op machines. Als landen echter software blijven bevoordelen boven arbeid, dan moet het wel goed misgaan!
Cor Wijtvliet is zelfstandig gevestigd analist