De inzet van de Amerikaanse politieke impasse was en blijft de discussie of er extra bezuinigd moet worden of dat de inkomensbelasting omhoog moet. Een aantal kredietbeoordelaars kwam de afgelopen weken met de waarschuwing op de proppen dat de Verenigde Staten haar AAA-status zou kwijt raken als het politieke gesteggel niet tot een goed einde zou komen.
De inzet voor een mogelijke afwaardering van kredietbeoordelaars is de besluiteloosheid over het verhogen van het schuldenplafond. Kort gezegd komt het erop naar dat, als er consensus is dat er nog meer wordt uitgegeven, de Verenigde Staten haar triple-A status behoudt. Kredietwaardigheid lijkt te zijn gedegenereerd tot irrationele schijnzekerheid; als we maar weten waar we aan toe zijn. Het verhogen van de staatsschuld lijkt in deze tijden nogal gemeengoed in Westerse economieën. Het geldt voor Europa net zo goed, waar het schuldplafond officieel is vastgelegd in het verdrag van Maastricht. Het gaat er echter niet meer om wat door beleidsmakers is vastgelegd als maximum om uit te geven, maar wat de markt nog bereid is te kopen.
Obama speelt hoog spel door de onderhandelingen steeds te blijven uitstellen en continu de druk te verhogen op de Republikeinen, door onder meer gebruik te maken van twitter. Voor economen is dit een schoolvoorbeeld van de zogenaamde political business cycle, zoals bekend geworden door economen als Mankiw en Keynes. Obama zal als bruggenbouwer uit de strijd willen komen en niet gemakkelijk buigen voor Boehner, de leider van de Republikeinen. De conservatieve tak van de Republikeinse partij, de Teaparty, is fel gekant tegen elke vorm van schuldverhoging en zal dus dwars blijven liggen. Tegelijkertijd kan een verlaging van de overheidsuitgaven roet in het eten gooien voor het kwakkelende herstel van de Verenigde Staten.
Op zich is een afwaardering van de kredietwaardigheid geen ramp voor de Verenigde Staten. De afgelopen jaren zijn meer grote economische wereldmachten, waaronder Japan, van een AAA naar een AA status gegaan. Een dergelijke verlaging betekent echter wel een stijgen van de kosten voor het uitgeven van staatsobligaties. Volgens sommige experts zou een dergelijke verlaging de Amerikaanse Treasury ongeveer 100 miljard dollar per jaar aan extra interest kosten.
Afgelopen vrijdag riep de Fed in New York de 20 belangrijkste primary dealers bij elkaar voor een acuut spoedoverleg over de mogelijke gevolgen van een default op de Amerikaanse kapitaalmarkt. Hieruit blijkt dat ook de Fed en Treasury, die het vuile werk mag opknappen, zenuwachtig worden van de besluitenloosheid in Washington. Zo ook de Amerikaanse minister van financiën Geithner, die slechts een week geleden een mogelijke default op Amerikaans staatspapier herhaaldelijk ondenkbaar noemde. De Treasury heeft al laten doorschemeren dat obligatiehouders en soldaten voorrang krijgen op andere betalingsverplichtingen in een situatie van een mogelijke default. Dit lijkt dus goed nieuws voor de beleggers maar Amerika lijkt bereid te zijn haar financiële prestige op het spel te zetten voor politieke doeleinden.
De financiële markten lijken kalmte te betrachten, maar de markten missen de overtuiging van politici in Washington om adequaat te handelen. Met het verhogen van het plafond zijn alle obstakels niet uit de wereld. Amerika heeft recent het economische neerwaarts bijgesteld en de werkloosheid blijft vooralsnog hoog.
Het grootste gevaar lijkt de onwetendheid van Amerikaanse politici die vooral hun eigen agenda willen doorvoeren. Begin jaren‘90 kende de Verenigde Staten niet eens een begrotingstekort en werd er gepleit voor het maken van meer schulden. In slechts twintig jaar is dit beleid onhoudbaar geworden en blijkt dat men zichzelf te diep in de vingers gesneden. Een patroon dat zich overigens niet alleen in de Verenigde Staten heeft voorgedaan.
Hoewel voorlopig een default afgewend is, is er nog een lange weg te gaan. Niet iedereen is het er over eens dat er fors bezuinigd zal moeten worden. Er zijn ook andere geluiden te horen o.a. van Nobelprijswinnaar Krugman. Hij pleit juist voor hogere overheidsuitgaven om de economie te stimuleren om zo de belastinginkomsten te verhogen om zo fiscaal op de middellange termijn het tekort te dichten.
Het wordt tijd dat het door Obama gebruikte motto tijdens zijn verkiezingspeeches; ‘out of many we are one’ laat gelden in zijn economisch beleid. Of zoals een Amerikaans gezegde luidt: you talk the talk, but do you walk the walk?
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer