In Europa zijn we vaak kritisch op het monetair en budgettair beleid in de V.S., maar de Amerikanen zelf steken hun kritiek ook niet onder stoelen of banken.
Nu de V.S. over 2010 voor het derde opeenvolgende jaar een begrotingstekort van rond de 10% van het BBP hebben laten zien, worden de lange termijn gevolgen van deze ‘spendthrift’ overheid breed gevreesd. De overheidsschuld zal de grens van 100% van het BBP binnen afzienbare tijd overschrijden. Verontrustender is het groeiende rentebedrag dat Washington over deze schuldenberg moet betalen en die alle ruimte voor vrije besteding zal gaan innemen. In de komende tien jaar gaat het om een totaal bedrag van $ 5500 miljard, of wel 79% van de nieuwe schuld die de federale overheid tussen 2012 en 2021 aangaat. En dit is dan nog gebaseerd op het basis – lees optimistische – scenario van het Congressional Budget Office, waarbij aflopende belastingfaciliteiten in de komende jaren niet worden verlengd.
Als de tienjaarsrente gemiddeld 1 procentpunt hoger uitkomt dan aangenomen – de projectie veronderstelt dat de rente langzaam stijgt van 3,2% nu naar 5% in 2015 (FJB: nu reeds achterhaald) – dan komen de rentekosten nog eens $ 1.300 miljard hoger uit.
De conjunctuur trekt nu aan, maar de grote problemen van de kredietcrisis zijn nog niet opgelost: dit jaar verwacht Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz dat er nog eens 2 miljoen huisuitzettingen zullen zijn, bovenop de 7 miljoen die al eerder plaatsvonden. En Fed-voorzitter Bernanke verklaarde gisteren dat pas 1 miljoen van de 8 miljoen verloren gegane banen zijn teruggewonnen. Bij zo’n uitgangspunt lijkt een spoedige ommedraai naar een bezuinigingbeleid niet waarschijnlijk, zeker niet zolang de Fed de afzet van Treasuries garandeert. De Centrale Bank bezit inmiddels al meer Amerikaanse Treasuries dan China.
Dit alles geeft de doemdenkers volop aanleiding om de ondergang van de economische wereldmacht van de V.S. te voorspellen. Volgens Martin Hutchinson op PrudentBear.Com (31 januari) zal de schuldenproblematiek er uiteindelijk toe leiden dat Amerika zich op zichzelf terugtrekt. Het land zal niet alleen haar schuldenwonden moeten likken, maar zal zich ook terugtrekken uit allerlei internationale organisaties.
De huidige trend waarin Amerika en China als grootste machtblokken naar voren komen, zou dan weleens overhoop kunnen worden gehaald. Wie treden dan in zo’n post-Amerika wereld naar voren? Één kandidaat is duidelijk: China. Daar maken, volgens Hutchinson, de hoge spaarquote en de echte markteconomie het mogelijk om de onvermijdelijke crisis in het banksysteem te overwinnen.
En als kleinere, goed geleide economieën als Canada, Chili en Zweden buiten beschouwing worden gelaten, dan blijft alleen Duitsland over om zich tegenover China op te stellen. Duitsland is in uitstekende vorm uit de crisis gekomen, weliswaar met een hoog loonniveau, maar concurrerend genoeg en zeer innovatief.
Voor welke vergaande consequenties dit bipolaire wereldbeeld volgens de auteur kan hebben, ook op militair gebied, verwijs ik naar het artikel op PrudentBear.
De Amerikaanse schuldenberg zit ook de Amerikanen niet lekker. Het hier aangehaalde artikel is wat dat betreft illustratief. De roep om een kleinere rol van de overheid is niet alleen voorbehouden aan de leden van de Tea Party. Maar de beleidsmakers onder aanvoering van Obama en Bernanke durven het nog niet aan om de consequenties te trekken , namelijk een forse welvaartsdaling als de schuldenproblematiek echt wordt aangepakt. Het beste waar wij in 2011 op kunnen hopen is een akkoord tussen Democraten en Republikeinen om de schuld op termijn in te dammen.
Franke Burink
Castanje Vermogensbeheer