Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Economen te licht bevonden

De kredietcrisis is alweer een tijdje omgeslagen in een crisis van de reële economie. In Nederland staan we aan de vooravond van een explosie van de werkloosheid nu de vakantiegelden zijn overgemaakt en het gros van de werknemer vol verlangen uitkijkt naar een paar vrije weken.

Met een beetje pech kunnen dat wel eens heel veel weken worden. Dat is althans de mening van een leger economen, van wie sommigen lijken te zwelgen in het schilderen van de meest zwarte scenario’s als het om herstel van de economie en zeker als het om het herstel van de werkgelegenheid gaat. Op zich is dat een geruststellende gedachte: hoe meer deskundigen somber tot zeer somber worden, hoe dichter het herstel nabij is en wie weet al handen en voeten krijgt. Want zijn de economen wel die zieners, die ze pretenderen te zijn? Hebben ze wel en masse de crisis voorzien, maar zijn hun voorspellingen genegeerd door politici, centrale bankiers en de financiële markten?

U begrijpt het al, er is een rapport verschenen dat de beschuldigende vinger wijst naar deze beroepsgroep. In dit rapport vragen acht Amerikaanse en Europese economen zich af hoe het komt dat de professie de kredietcrisis en de consequenties ervan niet gezien hebben. Ze stellen de vraag waarom de beroepsgroep geen oog had voor de onmiskenbare tekenen des tijds. Waarom is er zo weinig gewaarschuwd tegen de gevaren verbonden aan de alsmaar stijgende huizenprijzen. Die aanhoudende stijging moest wel uitmonden in een heuse bubbel die uiteindelijk gebarsten is. En als er al gewaarschuwd werd voor de bubbel, dan was er toch weinig aandacht voor de consequenties.

In het zogenoemde Dahlemrapport wijzen de contribuanten op de in hun ogen gebrekkige scholing van de professie. In hun optiek is er de afgelopen 30 jaar een te groot vertrouwen gegroeid in de kracht van mathematische modellen. Die modellen zouden echter uitgaan van de opvatting dat markten en economieën in wezen stabiel zijn. Het model gaat er zodoende aan voorbij dat verschillende actoren binnen het economisch leven op uiteenlopende manieren beslissingen nemen, hier weer op terugkomen onder invloed van bijvoorbeeld sociale factoren.

De gestandaardiseerde analyse faalde ook vanwege het gebruik van nieuwe, kunstmatige financiële producten, waarvan de risico’s onvoldoende onderkend werden. Wellicht hadden economen ook te weinig oog voor het proces van globalisering waardoor financiële markten steeds meer in elkaar overvloeiden. De combinatie van onvoldoende begrip voor de innovaties op de financiële markten en het ongeschokte geloof in de homo rationalis heeft zijn weerslag gehad op de bouw van het model. In een model gebaseerd op rationele veronderstellingen kan het niet gebeuren dat bankiers effecten aankopen waar riskante hypotheken aan ten grondslag liggen. Riskant, want gekocht door mensen die niet kredietwaardig waren.

Het Dahlem rapport stelt daarom dat de economen ten onrechte te weinig oog hebben voor de uitkomsten van onderzoek, bijvoorbeeld, in de psychologie, die wel oog hebben voor de irrationele kanten in het menselijk gedrag. Een ander verwijt betreft de financiële innovatie. Veel economen begrepen die nieuwe, vaak kunstmatige producten niet en hadden zodoende ook geen oog voor de risico’s verbonden aan deze producten. Gemakshalve gingen ze uit van het adagium dat innovatie per se goed is en dat het bijdraagt aan de verfijning van de marktmechanismes, waardoor het risico meer en meer uitgebannen kon worden.

Dat laatste is een misvatting van formaat gebleken. Daar moet weer wel aan toegevoegd worden dat er te weinig historische data waren over al die nieuwe producten om iets over de inherente risico’s te kunnen zeggen. Aan de andere kant van het spectrum kwamen bepaalde prijs- en risicomodellen in zwang, die de markt als het ware uitnodigden dezelfde risico’s te nemen en dezelfde posities in te nemen en dat mondde uiteindelijk uit in een situatie dat wereldwijd grote schulden op zich hadden genomen, die voor het merendeel gebouwd waren op assets uit de onroerend goed markt.

De auteurs komen tot de niet verrassende conclusie geen absoluut vertrouwen te stellen in modellen, zeker niet in modellen die van derden zijn overgenomen. Dat leidt tot ongelukken.

Hoe heette dat vroeger alweer? Garbage in, garbage out!

Cor Wijtvliet,onafhankelijk analist en publicist
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

1 reactie op “Economen te licht bevonden”

  1. Avatar

    De modellen zijn gebaseerd op statistieken die het verleden beschrijven. Resultaten in het verleden behaald zijn geen garantie voor de toekomst.
    Geen nieuwe kennis voor nodig.

    Huizenprijzen die extreem sterker stijgen dan inflatie. Welvaartsstijging zonder nieuwe produkten of diensten kan niet. Oftwel bij het ineenstorten van de huizenmarkt gaat het niet om als maar wanneer.
    Geen nieuwe kennis voor nodig.

    Het oppompen van de geldhoeveelheid door de FED, eerst door Greenspan, nu door Bernanke, schept uiteindelijk ook geen welvaart. Maar Greenspan heeft mooi de gemiddelde amerikaan armer gemaakt voor zijn bankenvriendjes. Bernanke doet hetzelfde en exporteert de armoede naar de rest van de wereld met hun dollarreserves. Milton Friedman heeft al het één ander gemeld over geldhoeveelheid. De FED herstelt de amerikaanse economie niet, dat zijn de kopers van staatsobligaties uitgegeven door de VS.
    Geen nieuwe kennis nodig.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *