Doet-ie (“Draghi”) ’t of doet-ie ’t niet? (Nee)

Zoveel mogelijk bereiken met zo weinig handelen. Dat lijkt wel het credo van ECB-president Mario Draghi. Nu het deflatie-woord weer rondzingt, verwachten c.q. eisen de markten dat ook de ECB een US-style Quantitative Easing doorzet. Wij beweren dat dit niet zal gebeuren.

Een stukje historie. Twee jaar geleden op het hoogtepunt van de eurocrisis deed de monetaire voorman van Europa zijn befaamde uitspraak “whatever it takes …”. (Onder voorwaarden zonder limieten). De financiële markten geloofden hem op zijn woord en dat was voldoende om de rust in de eurozone te herstellen zonder enig optreden van Frankfurt, de zetel van de Europese Centrale Bank. Sterker nog, de balans van de ECB is aan het verkorten.

In 2014 is het begrip deflatie weer een issue geworden. Sinds de crisispercentage van 2009 is het prijsstijgingspercentage in de eurozone niet meer zo laag geweest. Het laatste cijfer voor Europa was 0,5% op jaarbasis in maart (woensdag 30 april komt een vers cijfer).

inflatie euro gebied
Inflatie euro gebied

 

Wat is er mooier dan zo’n laag inflatiecijfer voor een instelling die als eerste doelstelling heeft het bewerkstelligen van prijsstabiliteit in Europa? Maar waar nu nog sprake is van desinflatie, d.w.z. steeds lagere inflatiepercentages, daar wordt gevreesd voor straks een situatie van deflatie, d.w.z. prijsdalingen. En hier wordt dan aan gekoppeld het zgn. Japan-scenario, waarbij deflatie hand in hand gaat met jarenlange economische stagnatie.

inflatie euro gebied figuur 2
inflatie euro gebied figuur 2

 

Op basis van de eigen economische projecties van de ECB is het niet erg waarschijnlijk dat de instelling overgaat tot onconventionele maatregelen. De groei in de eurozone zal aantrekken en eind 2015 zal de inflatie weer rond de 1,5% fluctueren. Een lage inflatie of zelfs een prijsdaling wordt beschouwd als een tijdelijk fenomeen.

Nu heeft de Bank het zichzelf niet makkelijk gemaakt. Na de crisis toen de monetaire verruimings-maatregelen de angst opriepen dat uiteindelijk de inflatie gierend uit de bocht zou lopen, kreeg het beleid als doelstelling een inflatie van “nabij, maar onder de 2%”. Deze bewoording gaf de ECB toen de ruimte om de prijzen te laten stijgen. Maar nu de prijzen de andere kant op gaan wordt zij er mee om de oren geslagen. Een ouderwets geformuleerde doelstelling van “een inflatie tussen 0 en 2%”zou in de huidige situatie voor Draghi c.s. beter uitkomen.

Draghi moest dus wel reageren en hij heeft verklaard dat de lage inflatie bestreden zal worden. Desnoods met non-conventionele maatregelen. De sfeer die nu gecreëerd wordt, is dat dit ook inderdaad zal gebeuren. Hiervoor zijn in de eerste plaats verantwoordelijk de Angelsaksische analisten die sterk kijken naar het gevoerde beleid van de Federal Reserve in New York en denken dat de ECB wel moet volgen. De heel andere cultuur en mogelijkheden die de Europese beleidsmakers hebben worden daarbij achteloos opzij geschoven. In de tweede plaats hebben de grote beleggers – vaak dezelfde groep als de eerste – behoefte aan nieuwe impulsen om de aandelenkoersen op te stuwen. Nu de tapering in de V.S. (Tapering en de EUR/USD) op gang begint te komen, zoekt men een nieuwe bron van overvloedige liquiditeiten om de beurzen te voeden. De ECB-balans komt dan als eerste in aanmerking.

Complicerende factor voor de ECB is de sterke euro die niet alleen het Europese bedrijfsleven dwars zit, maar ook de prijzen omlaag drukt (nog versterkt door de afgelopen zwakke winter). De euro-wisselkoers is geen officieel ECB-doel, maar is dus wel van invloed op de inflatiedoelstelling. Rechtstreek de koers van de euro beïnvloeden door valutamarktinterventies zal in dit stadium niet gebeuren. Daarvoor is ook de gelijktijdige steun van de andere grote Centrale Banken, Fed en Bank of Japan, voor nodig en die zullen hiertoe nu niet bereid zijn, omdat het hun eigen beleid zou doorkruisen.
Een zwakkere euro zal dan alleen indirect het gevolg kunnen zijn van het monetaire beleid van de ECB of door het verkrappende beleid in de V.S.

Deze week komen de nieuwe inflatiecijfers voor Europa (dinsdag Duitsland, woensdag eurozone). Alleen als deze fors tegenvallen, d.w.z. een sterke daling vertonen, dan kan de ECB snel een aantal bijzondere maatregelen nemen, b.v. het opkopen van private Asset Backed Securities, verlaging van de refi-rente, negatieve depositorente, nieuwe LTRO-leningen voor het bankwezen.

Maar de grote bazooka die de financiële markten zo graag willen, zal nu niet worden ingezet. Als de nieuwe eigen economische projecties van de ECB, die in juni verschijnen, dan kan dit proces wat worden versneld. Maar het Beleidsbepalende Comité van de ECB gaf op 3 april aan dat men met eventuele vergaande maatregelen het liefst wacht op de uitkomsten van de Asset Quality Review van de Banken en de stresstest in oktober (Zombiebanken en de AQR).

Kortom: de markten krijgen mondelinge steun van Draghi en misschien wat botten toegeworpen in de vorm van bijzondere maatregelen. De grote wens – Quantitative Easing op zijn Amerikaans – zal de markten echter worden onthouden. Ze zullen eraan moeten wennen.

Franke J. Burink
Castanje Vermogensbeheer

1 gedachte over “Doet-ie (“Draghi”) ’t of doet-ie ’t niet? (Nee)”

  1. Ik draai het liever even om.

    Het hoogtepunt van de eurocrisis is eigenlijk zo’n beetje nu, vertrouwen neemt toe bij consumenten, er wordt weer geld uitgegeven, het gaat allemaal wat minder slecht dan een paar jaar geleden. Men moet niet vergeten dat een crisis zich gedraagt als het verloop van een beurs. Dan kijken we nu dus tegen een top, hoogtepunt, aan. En op dit moment is er dan voor Draghi nog geen enkele reden om in te grijpen, de deflatie stabiliseert. Van Draghi wordt verwacht iets te doen. dus als de tijd daar is gaat hij wel aan de slag met middelen is mijn overtuiging. Maar of het effect heeft in zo’n sterke crisis….

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.