Met angst en beven gingen de financiële markten het tweede kwartaalcijferseizoen tegemoet. Westerse aandelenindices, van S&P 500 tot en met AEX Index, daalden in het tweede kwartaal met 10% tot 15%. De vrees bleek ongegrond. De bedrijfswinsten bleken beter dan verwacht en leidden zelfs tot een relief rally in juli en augustus.
De grootste bedrijven wisten een moeilijke economische periode van lagere groei en stijgende kosten goed door te komen door hun prijzen, en daarmee de omzet, te verhogen. Maar dit kan niet zo blijven bestaan. Inmiddels begint de verwachte winstgroei af te nemen (zie grafiek). De markten proberen nu een evenwicht te vinden tussen piekinflatie en lagere bedrijfswinsten. Wij blijven daarom nog steeds defensief beleggen.
Opluchting
Ongeveer 75% van alle bedrijven in de S&P 500 Index publiceerden betere resultaten dan analisten hadden voorspeld. Positieve verrassingen in de energiesector en bij bedrijven die weer ‘open’ gingen na de pandemie zorgden voor een positieve balans ten opzichte van banken, die nieuwe voorzieningen troffen voor slechte leningen. Wereldwijd zagen we dezelfde geruststellende trend. In Europa en Canada bijvoorbeeld stegen de bedrijfswinsten in het tweede kwartaal met 20% en in het Verenigd Koninkrijk zelfs bijna met 30%. Dat zorgde bij beleggers voor een enorme opluchting.
De klok tikt
Het is niet verrassend dat analisten voor de komende kwartalen hun winstverwachtingen naar beneden bijstellen, omdat een wereldwijde recessie op de loer ligt. Tot op heden zijn de bijstellingen echter nog bescheiden, slechts 1%, omdat de bedrijfswinsten robuust lijken. Bedrijven hebben een lange periode met lage rentes aangegrepen om hun balansen te versterken, dat geeft ze nu wat vet op de botten. Historisch gezien dalen tijdens een recessie de bedrijfswinsten met 20%. Zowel in de Verenigde Staten als daarbuiten wordt nu rekening gehouden met een daling van de winstgroei van 8%. Dat is een geruststellende gedachte – voor nu.
Verwachte winstgroei van bedrijven in de VS en daarbuiten