De Amerikaanse werkgelegenheids- en werkloosheidscijfers zijn weer cruciaal voor beleggers, nu de inflatie afzwakt en de Federal Reserve (Fed) zijn monetaire beleid wil aanpassen. De gegevens van vandaag zouden een van de belangrijkste banencijfers van het jaar kunnen zijn, omdat ze de richting van de obligatie- en aandelenmarkten kunnen bepalen. In dit artikel analyseren we de verwachtingen, de mogelijke scenario’s en de impact op de financiële markten.
De verwachtingen voor de banencijfers
De Amerikaanse economie zou in september 170K nieuwe banen buiten de landbouwsector hebben toegevoegd. Dat is logisch, want het cijfer van vorige maand stond op 187K en we verwachten dat de cijfers geleidelijk zullen dalen. Het gemiddelde van vorig jaar blijft op een sterke 270K, maar het gemiddelde van de laatste 6 maanden is gedaald tot 235K toevoegingen per maand gemiddeld en het gemiddelde van de laatste 3 maanden ligt iets onder 200K banentoevoegingen. De loongroei daarentegen wordt stabiel gezien rond 4%, aanzienlijk boven het werkelijke CPI-cijfer (3,7%).
Deze cijfers zijn belangrijk omdat ze een indicatie geven van de gezondheid van de Amerikaanse economie en de inflatiedruk. De Fed heeft aangegeven dat hij zijn obligatieaankopen wil afbouwen (tapering) als hij voldoende vooruitgang ziet in de arbeidsmarkt en als hij ervan overtuigd is dat de inflatie duurzaam is. Een zwakke of sterke reeks banencijfers kan dus de verwachtingen over het tijdstip en het tempo van de tapering beïnvloeden.
De mogelijke scenario’s voor de banencijfers
Er zijn drie mogelijke scenario’s voor de banencijfers: een zwakke, een sterke of een neutrale uitkomst.
- Een zwakke uitkomst zou betekenen dat de banengroei lager is dan verwacht, bijvoorbeeld onder 100K, of dat de loongroei vertraagt. Dit zou kunnen wijzen op een vertraging van de economische activiteit als gevolg van de deltavariant van het coronavirus, het aflopen van sommige fiscale stimuleringsmaatregelen of andere factoren. Dit zou ook kunnen betekenen dat de inflatie minder duurzaam is dan gedacht, omdat er minder vraag en minder opwaartse druk op de lonen is. Dit scenario zou de Fed kunnen aanzetten om zijn tapering uit te stellen of te vertragen, wat gunstig zou zijn voor obligaties (lagere rendementen) maar ongunstig voor aandelen (lagere winstverwachtingen).
- Een sterke uitkomst zou betekenen dat de banengroei hoger is dan verwacht, bijvoorbeeld boven 200K, of dat de loongroei versnelt. Dit zou kunnen wijzen op een robuuste economische groei die bestand is tegen de pandemie en andere uitdagingen. Dit zou ook kunnen betekenen dat de inflatie hoger en hardnekkiger is dan gedacht, omdat er meer vraag en meer opwaartse druk op de lonen is. Dit scenario zou de Fed kunnen aanzetten om zijn tapering te versnellen of te vervroegen, wat ongunstig zou zijn voor obligaties (hogere rendementen) maar ook voor aandelen (hogere rentekosten).
- Een neutrale uitkomst zou betekenen dat de banengroei in lijn is met of dicht bij de verwachtingen ligt, bijvoorbeeld rond 170K, en dat de loongroei stabiel blijft. Dit zou kunnen wijzen op een gematigde economische groei die in evenwicht is met de inflatie. Dit scenario zou geen grote verandering in het beleid of de verwachtingen van de Fed veroorzaken, wat gemengd zou zijn voor obligaties en aandelen.
De impact op de financiële markten
De impact van de banencijfers op de financiële markten hangt af van hoe de marktdeelnemers de cijfers interpreteren en hoe ze hun verwachtingen over de Fed aanpassen. Over het algemeen geldt dat hoe zwakker de banencijfers zijn, hoe lager de obligatierendementen en hoe hoger de obligatieprijzen zullen zijn, en vice versa. Voor aandelen is het effect minder eenduidig, omdat er zowel positieve als negatieve factoren zijn die een rol spelen. Over het algemeen geldt dat hoe sterker de banencijfers zijn, hoe hoger de winstverwachtingen maar ook hoe hoger de rentekosten zullen zijn, en vice versa.
Een belangrijke graadmeter voor de marktreactie is de S&P500, de belangrijkste Amerikaanse aandelenindex. De S&P500 wacht in een hinderlaag, een paar punten boven de kritieke 200-DMA (4205). Daaronder, op 4180, wacht de belangrijkste 38,2% Fibonacci-retracement om te oordelen of de S&P500 in de positieve trend moet blijven, of zijn tanden moet zetten in een middellange termijn bearish consolidatiezone. De S&P500 begon het jaar rond 3850, en de winsten voor het grootste deel van de S&P493 zijn al verdwenen. De banencijfers van vandaag zouden beleggers kunnen helpen om de volgende richting voor de S&P500 te vinden.
Conclusie
De Amerikaanse banenmarkt is weer in de schijnwerpers, nu de inflatie afneemt en de Fed zijn monetaire beleid wil aanpassen. De gegevens van vandaag zouden een van de belangrijkste banencijfers van het jaar kunnen zijn, omdat ze de richting van de obligatie- en aandelenmarkten kunnen bepalen. Een zwakke of sterke reeks banencijfers kan dus de verwachtingen over het tijdstip en het tempo van de tapering beïnvloeden. Beleggers moeten voorbereid zijn op mogelijke volatiliteit en kansen op de financiële markten.