Op 31 januari a.s. begint een nieuw Chinees jaar. Het Jaar van de Slang is dan geëindigd en het Jaar van het Paard begint. Traditioneel verbinden de Chinezen het paard aan slimheid, meestal is hij vrolijk, charmant en sterk. Maar ditmaal zou het wel eens een minder voorspoedig jaar kunnen worden.
Oud en Nieuw is een periode waarin de Chinezen massaal op reis gaan om de jaarwisseling bij hun familie op het land door te brengen. Het lijkt erop dat er ditmaal wat comfortabeler kan worden gereisd: een flink aantal fabrieken gaat al voor de vakantieperiode dicht wegens gebrek aan orders. De laatste officiële groeicijfers bevestigen eerdere gegevens van een groeivertraging. In het vierde kwartaal bedroeg de reële toename van het BBP 7,7% (in het derde kwartaal 7,8%) en het cijfer voor 2013 kwam ook uit op 7,7%, net zoveel als in 2012, maar onder de 9,3% van 2011.
Het eerste conjunctuurcijfer voor januari gaf een nog slechter beeld. De Purchasing Managers Index van HSBC/Markit China daalde van 50,5 in december tot 49,6. Voor het eerst sinds zes maanden komt de index weer onder de recessiegrens.
Zoals bekend moet China op weg naar een nieuw groeimodel dat minder leunt op grootscheepse investeringen op basis van goedkoop overheidskrediet en dat meer consumptiegedreven is. Vooralsnog lijken de investeringen nog de belangrijkste groeimotor te blijven: de investeringen in vaste activa stegen in 2013 met 19,2% en de zware industrie groeide nog elke maand sneller dan de lichte industrie. De groei van de consumptieve uitgaven blijft daar ver bij achter (winkelverkopen van consumptiegoederen +11,5%). Ondanks een verhoging van het minimumloon met 17%in 2013, groeide het beschikbare inkomen “maar” met 7%.
Twee van de grote problemen van China zullen in 2014 nog pregnanter op de voorgrond komen, de lokale schuldenberg en de problemen in de kredietsector.
In 2009 zette de Chinese overheid de vloedgaten open om met grootscheepse projecten de economie te stimuleren. Lokale overheden kregen de mogelijkheid kredieten op te nemen om prestigeprojecten op te zetten. Veel van de industrieparken, huizenprojecten, nieuwe overheidskantoren, zesbaanssnelwegen en bruggen naar nergens hebben op korte termijn de productie vooruit geholpen. Maar nu leveren deze projecten geen wezenlijke bijdrage meer aan de groei en zijn het financiële molenstenen geworden om de hals van de lokale overheden. De Chinese rekenkamer heeft berekend dat schuld plus afgegeven garanties van de lokale overheden vanaf 10,7 biljoen yuang in 2010 met 67% is gegroeid tot 17,9 biljoen yuan (($ 2,95 biljoen) medio 2013.
De autoriteiten in Peking willen graag een rem zetten op de uitgavenneigingen van de lokale overheden. Maar als deze laatste geen krediet meer krijgen van de staatsbanken, dan wenden zij zich tot het schaduwbankensysteem en kan de schuld verder oplopen. Als de centrale overheid een gemeente of provincie failliet laat gaan, worden de lokale autoriteiten wakker geschud, maar het kan ook een olievlekwerking van faillissementen ten gevolge hebben. Peking moet dus zeer zorgvuldig opereren. Gelukkig heeft zij biljoenen aan reserves voorhanden.
De schuldproblematiek is echter groter dan alleen van de lokale overheden. De totale binnenlandse schuld van lokale overheden, staatsbedrijven, onroerend goed ontwikkelaars en burgers bedraagt 216% van het BBP (128% in 2008). Dit percentage kan stijgen tot 271% in 2017. Fitch Ratings merkt op dat soorgelijke stijgingen van de schuldquotes in Europa, Azië en Latijns Amerika in het verleden gevolgd werden door crashes.
Een tweede probleem – verwant met het vorige – die alle politieke en economische vaardigheden van premier Xi Jinping en zijn team vereist, is dat van het inperken van de ongebreidelde kredietverlening. Verschillende malen (juni, oktober, december) heeft de Centrale Bank van China al een teken gegeven door de marktrente op te jagen. De onrust die daarna op de financiële markten ontstond, werd door de Bank snel bedwongen door liquiditeitsinjecties.
Maar waar de autoriteiten enige grip beginnen te krijgen op de officiële kredietverlening, daar bloeit het schaduwbankieren. Dit is een verzamelnaam voor onderhandse kredietverlening door Trusts, effectenhuizen, verzekeringsmaatschappijen en andere informele geldverschaffers. In 2013 steeg de kredietverlening door schaduwbanken met 43% tot yuan 5165 biljoen, vele malen meer dan de groei van 9,7% van de officiële kredietverlening. De kredieten van de schaduwbanken komen terecht bij debiteuren die gewone banken te riskant vinden: lokale overheden, vastgoed-ontwikkelaars en industriële bedrijven met overcapaciteit. Op dit moment speelt een zaak rond een beleggingsproduct van een investeringsonderneming Beijing Roll-In Investment. Voor beleggers staat yuan 1 mrd ($ 167 mln) op het spel en het is onduidelijk of partijen als Ping AN Verzkeringen, Industrial Bank, enz. die dit product verkochten, zullen bijspringen.
De onroerend goed explosie is een van de andere problemen die bij de regering in Peking op het bordje ligt.
Premier Xi Jinping accepteert een lagere economisch groei als onvermijdelijke bijwerking op korte termijn van de structurele hervormingen. Maar een paar misstappen in het beleid en de economie groeit in 2014 niet met de verwachte 7,4%. Groeipercentages van 5% of minder zijn dan mogelijk.
Deze eventuele halfrecessie in China zal dan ook grote gevolgen hebben voor consumenten, beleggers en vermogensbeheerders in het westen. De groeivertraging van de afgelopen twee jaar heeft al negatief uitgewerkt op de wereldgrondstoffenmarkt. De nu binnenstromende jaarcijfers van westerse beursondernemingen laten zien dat de grote omzetgroei in China voorlopig voorbij is. Een echt serieuze groeivertraging in de tweede economie ter wereld zal aan de Unilevers en Colgates van deze wereld niet ongezien voorbijgaan. Ook de producenten van luxe goederen zoals LVMH en Kering leverden in 2013 in. De anti-corruptie campagne vanaf eind 2013 van Xi Jinping heeft de vooruitzichten van de grote drankenconcerns zoals Remy Martin en Diageo verslechterd. Het is voor ambtenaren niet langer bon ton om dure flessen cognac en whisky rond te strooien.
De Chinese aandelenindices waarin staatsondernemingen met hoge schulden domineren, doen het al lang slecht. Januari 2014 is in dit opzicht niets anders en ik verwacht dat dat voor het hele jaar zal gelden. Kansen liggen er bij individuele, particuliere ondernemingen die weinig schuld hebben en innovatief zijn.
Op deze plek schreef ik in juni 2011 een column over de problemen in de Amerikaanse economie: Help us oh mighty China. Het leek er op of de V.S. alleen met Chinese steun er weer bovenop kon komen.
Tweeënhalf jaar later krabbelen de V.S. en Europa eindelijk uit het dal. Hopelijk met voldoende kracht om een bijdrage te kunnen leveren aan een wereldwijd herstel waar ook China van kan profiteren.
We moeten dus afwachten of het paard echt zal struikelen. Maar och, over een jaar begint het Jaar van het Schaap alweer.
Foto: Chinese man kan wel een helpende hand gebruiken
Franke Burink
Castanje Vermogensbeheer
24 januari 2014
Start met Automatisch Beleggen
Chinezen zijn gek op goud. Zeker ten tijde van het Chinese nieuwe jaar is het gele goedje niet aan te slepen.
De Chinese aandelenmarkt is onlangs ingestort - vooral de tech-industrie rond Alibaba, Baidu en Tencent.
Het debacle over de duizelingwekkende vastgoedgigant China Evergrande zorgt voor onzekerheid op de markten over de hele wereld.