Al jaren wordt er geschreven over de tekenen van oververhitting die de Chinese economie lijkt te vertonen. Al die tijd groeit de economie daar echter in hetzelfde tempo door en gaat China met zevenmijlslaarzen op alle fronten in de richting van wereldmarktleider.
China’s Deng Xiaoping had een pragmatische instelling. Hij liet het land als communistische grootmacht het kapitalisme omarmen en toonde aan dat dat zonder politieke hervorming op z’n westers heel goed mogelijk is. Terwijl de basis van de planeconomie gehandhaafd bleef, schroefde hij in een aantal gevallen de centrale controle op de economie terug ten faveure van de vrije marktwerking. Om de grote voedseltekorten tegen te gaan werd de landbouwsector als eerste hervormd, waardoor de productie omhoog schoot. Vervolgens werd de Chinese industrie gemoderniseerd door buitenlandse technologieën en investeringen aan te trekken. De banden met de Verenigde Staten werden aangehaald, niet alleen vanuit het oogpunt van het verkrijgen van economische steun, maar ook om als tegenwicht te kunnen dienen tegen de machtige Russische buur.
Deze betrekkingen, die onder Nixon begonnen te ontdooien, lijken de laatste tijd echter wat te bekoelen. Sterker nog, een heuse handelsoorlog dreigt. De vete startte vorig jaar met een ruzie over de import van Chinese banden. Vorig jaar november besloten de Amerikaanse autoriteiten de invoerrechten voor Chinese buizen drastisch te verhogen. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het continue aandringen op een appreciatie van de Chinese munt, de yuan. Deze koers ten opzichte van de dollar staat al sinds 2008 vast en mag slechts fluctueren binnen een door de Chinese Nationale Bank vastgestelde bandbreedte.
Dit machtsvertoon is opmerkelijk als je nagaat hoe afhankelijk de Amerikanen zijn geworden van de Chinezen en hoe veel de Amerikaanse economie te danken heeft aan China. Niet minder dan 50.000 Amerikaanse ondernemingen zijn actief in het land en verdienen er goed de kost. In een aantal gevallen zal China zelfs de reddingsboei zijn geweest waardoor ze konden blijven drijven. De hoge Chinese economische groei is niet alleen goed voor het Amerikaanse bedrijfsleven, maar voor de gehele wereldeconomie.
De machthebbers in China zijn zich ook bewust van de gevaren die op de loer liggen en grijpen, soms hardhandig, in. De Chinese beurzen maken al enige tijd een correctie door als gevolg van de afkoelingsmaatregelen die door de Chinese overheid zijn genomen om de explosieve economische groei in het algemeen en de groei van de kredietverstrekking in het bijzonder af te remmen. Recente cijfers tonen aan dat de industriële productie afvlakt, dus de ingrepen lijken het gewenste effect te sorteren. Een appreciatie van de yuan zou ook prima in het actiepakket passen. Het zou de Chinese inflatie verder beteugelen en voor een groei van de binnenlandse consumptie zorgen.
In Westerse kringen wordt met grote regelmaat gewaarschuwd voor de vastgoedbubbel die in China is ontstaan. Niet alleen in Peking en Sjanghai rijzen de prijzen de pan uit. In een stad als Haikou, het Miami van China, kost een woning nu 54 procent meer dan een jaar geleden. Er wordt van alles aan gedaan om het barsten ervan te voorkomen. Om vastgoedspeculatie te beteugelen, zijn aan de commerciële banken in China dit jaar al drie keer hogere eisen gesteld wat betreft het aanhouden van reserves. Sinds 10 mei moeten grote banken 17 procent van de bij hen ondergebrachte spaargelden als reserve aanhouden en kleinere banken 14 procent. Maar dat is nog niet alles. De centrale bank van China beperkt de kredietverlening aan projectontwikkelaars. Daar bovenop worden kopers van tweede woningen verplicht minstens 50 procent met eigen geld aan te betalen en is het verstrekken van leningen voor de aanschaf van een derde woning verboden. Kopers van een eerste huis moeten bij een aanbetaling ten minste 30 procent zelf ophoesten.
Hoewel ik me terdege bewust ben van de gevaren op vooral de Chinese vastgoedmarkt, moeten deze ook niet worden overschat. China is en blijft een geleide economie, waardoor er eenvoudiger en eenduidiger kan worden ingegrepen en bijgestuurd. Daarom blijven beleggingen in China wat mij betreft voor de langere termijn kansrijk en een welkome aanvulling in een goed gespreide beleggingsportefeuille, al kan het de moeite lonen uw kans af te wachten.
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer