In de concensusopinie is China nog steeds het meest vooraanstaande lid van de groep opkomende economieën, inmiddels zelfs gepromoveerd tot positie twee in de wereld-rangorde.
Alhoewel de koersresultaten van de Chinese indices de afgelopen jaren wat wisselvallig waren, lijkt ook voor de belegger China nog steeds een aantrekkelijke propositie. De economische groei zal misschien wat terug vallen, maar blijft toch ver boven die in de ontwikkelde landen.
Maar er zijn ook kritische geluiden te horen. Zo wijst The Economist (9 december) erop dat de omzet van de Chinese bedrijven fors blijft groeien (23% in de tweede helft van 2010), maar dat de marges blijven dalen. Zie grafiek:
In sommige exportsectoren zou de marge tot onder de 2% zijn teruggevallen, als we althans de minister van handel mogen geloven.
Dan zijn er de berichten over een Chinese onroerend goed bubbel, die op enig moment moet gaan barsten en dan de rest van de economie mee omlaag trekt. Een paar cijfers: er is momenteel een overschot van 3,3 mrd m2 aan vloerruimte in het land, toch komt er nog jaarlijks 200 mln m2 bij. De gemiddelde verhouding tussen woningprijs en huurprijs in de acht grootste steden is 39,4, te vergelijk met 22,8 in de V.S. vlak vóór de crisis. De schulden hierachter zitten niet rechtstreeks bij de banken, maar bij zgn. Local Investment Companies, die echter wel van de Chinese banken afhankelijk zijn..
Een recente studie van Samsung Securities getiteld “The King is dead! Long live the King” zet de toekomst van China af tegen die van de Verenigde Staten. Viktor Shvets (zie tekening), Alfred Chin en Zenki Kwan zien de toekomst van China onlosmakelijk verbonden met de neergang van de V.S.
China heeft 30 jaar volop geprofiteerd van de mondiale deregulering van handel, arbeid en kapitaalstromen en van de langste debt cycle ooit, een proces waarbij de V.S. verworden zijn tot ’s werelds grootste schuldenaar en ultieme consument. Aan al het goede komt echter een eind en China zal zijn business model van excessieve besparingen, investeringen en exporten (de spiegel van de V.S.) moeten aanpassen. De belangrijkste overgang die China moet maken is naar een economie met een grotere rol voor consumptie. Grotere wisselkoersflexibiliteit, deregulering van de bankensector, een groter sociaal vangnet en een toename van de reële lonen spelen hierbij een rol.
Deze korte samenvatting doet nauwelijks recht aan de 125-pagina lange studie. De auteurs denken dat Amerika te weinig doet om structureel orde op zaken te stellen. De huidige vergaande maatregelen om monetair en budgettair het hoofd boven water te houden, geeft echter China wel de tijd om de overgang naar een anderssoortige economie te maken.
Hun conclusies op aandelengebied: Chinese aandelen en aandelen van opkomende economieën in het algemeen zijn niet overgewaardeerd. De belegger doet er wel goed aan om de banken-/financiële sector te vermijden, evenals de arbeidsintensieve producenten en zich te concentreren op de consumentensctor. Van de 11 concrete aanbevelingen ken ik alleen Geely, de autoproducent.
Al met al lijkt mij China nog steeds een potentieel aantrekkelijk beleggingsgebied, maar de vanzelfsprekendheid om “China” te kopen is wel verdwenen. De fondsbeheerders of misschien ook wel de particuliere beleggers zullen duidelijke keuzes moeten maken.
Franke Burink
Castanje Vermogensbeheer
Start met Automatisch Beleggen
Door een toenemende kans op een recessie is het goed mogelijk dat de aandelenkoersen nóg eens 20% dalen.
De financiële markten vertonen een gedrag dat tot voor kort voor nagenoeg onmogelijk werd gehouden. Is dat 'nieuwe gedrag' eenmalig of moeten kan het structureel worden. In dat geval moeten we gaan na...
2021 wordt waarschijnlijk een slecht jaar voor obligatiehouders, misschien wel het slechtste jaar sinds 1999.
"Staatsobligaties werden lang als een 'veilige haven' beschouwd, maar hebben de afgelopen maanden recordverliezen geleden.