Sparen voor je pensioen?

Alweer voor de derde keer in dit decennium laait de discussie over de houdbaarheid van het Nederlandse pensioenstelsel op. De lopende discussie is het gevolg van het hernieuwde falen van 14 kleine en grote pensioenfondsen om boven de nominale dekkingsgraad van 105% te blijven. Die veertien zijn waarschijnlijk het topje van de welbekende ijsberg. De vijf grootste pensioenfondsen dringen er bij de minister op aan om de spelregels te veranderen om zodoende de uitkering aan de huidige en toekomstige pensionado’s veilig te stellen.

De belangrijkste redenering hierbij is dat het speelveld voor de pensioenfondsen veranderd is. De gemiddelde levensduur stijgt veel sneller dan verwacht. Dat betekent langer lopende verplichtingen voor de fondsen. En die verplichtingen stijgen nog verder, omdat de lange rente al jaren de neiging heeft te dalen tot ver beneden de eertijds gewenste rekenrente van 4%. Het is maar zeer de vraag of de rente op korte termijn weer gaat stijgen.

De wens is de vader van de gedachte

Is het pensioenprobleem de wereld uit, als we de spelregels aanpassen? Misschien wel, maar is het niet zinvol de discussie op een iets andere leest te schoeien. Is ons onvolprezen pensioensysteem wel zo fantastisch? Is het grootschalig sparen voor de dag van morgen wel een zinvolle activiteit? Laten we beginnen met de vaststelling dat het nemen van een reeks van besluiten op micro niveau niet noodzakelijk een macro uitkomst geeft. Laten we tevens vaststellen, dat geld in feite een sluier is waarachter zich economische processen voltrekken.

Arbeidsmarkt

Ons unieke stelsel van kapitaaldekking leverde macro een hoge (gedwongen) spaarquote op, resulterend in decennia lang overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans. Is dat macro gesproken een afdoende voorwaarde voor een zekere oude dag? Kennelijk niet, en dat heeft niets te maken met rekenrentes of andere regelgeving. In Nederland en in de rest van de Westerse wereld woedt momenteel de discussie over het al dan niet verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd. Het niet verhogen van die leeftijd heeft macroconsequenties. Het aantal toetreders tot de arbeidsmarkt is vanaf 2010 structureel kleiner dan het aantal uittreders. In geval van niet langer werken zullen we als gemeenschap moeten accepteren dat ons bestedingspatroon omlaag moet. Sparen voor de oude dag is micro, maar macro zal iedere leeftijdscohort het moeten doen met de productie van zijn cohort.

Vandaag de dag wordt vaak geschermd met intergenerationele solidariteit als antwoord op het dreigende tekortschieten van ons pensioenstelsel. Maar is zoiets als ‘intergenerationeel’ wel mogelijk? Hoe zou intergenerationele voorraadvorming van producten en diensten er uit moeten zien? Kun je intergenerationeel ‘sparen voor handjes aan het bed’?

Buitenland

Als Nederland een verlaging van het bestedingspatroon weigert te accepteren, dan kan een oplossing zijn om meer producten en diensten te gaan importeren. Dat betekent interen op ons buitenlands actief. Gelukkig dus dat we daartoe decennialang dat spaaroverschot hebben geforceerd? Tja, de Rabo-econoom Wim Boomsma heeft in zijn dissertatie aangetoond dat we ons suf hebben gespaard, maar slechts rijk hebben gerekend. Het netto-buitenlands actief is verdwenen door directe misinvesteringen van Nederlandse bedrijven en ongunstige koersontwikkelingen op de valuta-, rente- en aandelenmarkten. En toen moest de financiële crisis nog komen. Trouwens pensioenfondsen hebben dezelfde fouten gemaakt. Met het oog op de lange termijn hebben ze geld gestopt in langlopende projecten, bijvoorbeeld in de infrastructuur. Dat klinkt heel nobel, maar dat is het niet. Je zou het met meer recht twijfel-achtige beleggingen kunnen noemen. Beleggen is natuurlijk iets anders dan je premies investeren in langlopende projecten. Zeker overheidsprojecten garanderen bijna per definitie verlies op je financiële inspanningen. Kortom, de weg vanuit het buitenland voor handhaving van de welvaart is definitief afgesloten.

Productiviteit

We kunnen natuurlijk ook proberen onze gezamenlijke productiviteit voortdurend omhoog jagen om ons aan te passen aan de nieuwe macrosituatie. Om onze (welvaarts)positie te handhaven zullen we wel beter moeten presteren dan de overige hoogontwikkelde landen.

Hoe reëel is dit uitgangspunt? De productiviteitsontwikkeling laat in dit land al jaren te wensen over. Vooral de dienstensector laat het afweten. Het is dus maar zeer de vraag of de Nederlandse kapitaalgoederenvoorraad van een betere kwaliteit is dan bijvoorbeeld die van Duitsland of Zwitserland? Natuurlijk is de Nederlandse publieke infrastructuur ook van behoorlijke kwaliteit. Maar ook in dit opzicht is er ruimte voor twijfel. Is die infrastructuur beter dan bijvoorbeeld de Franse.  Dat die infrastructuur nog steeds van behoorlijke kwaliteit is, heeft Nederland mede te danken aan de investeringen door pensioenfondsen. Het mag misschien allemaal wel weinig rendement opleveren, maar het draagt wel bij aan de productiviteit.

En tenslotte, goed onderwijs heet de basis voor de welvaart van morgen. De kenniseconomie, zo heet dat officieel. Maar hoe goed is ons onderwijs? Er groeien meer en meer twijfels. De uitkomsten van het OESO-onderzoek ‘education at a glance’ zijn wat dat betreft weinig bemoedigend.

Conclusie

Wat heeft een halve eeuw van grootschalige pensioenbesparingen Nederland de facto opgeleverd? Verrassend weinig. Het kapitaaldekkingssysteem werkt deflatoir uit. De welvaart had aanmerkelijk hoger kunnen zijn, als de premies minder hoog waren geweest. Nu het uur U daar is en de brede babyboom- generatie meldt zich bij de pensioenfondsen, nu blijkt dat al die besparingen deze generatie waarschijnlijk niet of slechts ten dele brengen wat verwacht was. Teveel besparingen zijn simpelweg verdampt. Alleen al in 2008 verdween voor meer dan EUR 200 miljard aan papieren besparingen en beleggingen. Is er hier een uitweg of een oplossing mogelijk. Jawel, geld is een sluier waarachter economische processen zich voltrekken. Nederland moet investeren in beter human capital, public capital en bedrijfskapitaal. Hier kunnen pensioenfondsen een rol van belang spelen. Een hogere productiviteit smoort trouwens een mogelijke oplaaien van de inflatie als de babyboomgeneratie massaal gaat ontsparen.

Cor Wijtvliet dankt zijn oud-collega Jan Schipper voor zijn inspiratie en zijn opbouwend commentaar.

Dr. C.A.M. Wijtvliet
corwijtvliet@dekritischebelegger.nl

De auteur is zelfstandig gevestigd analist. Hij schrijft over uiteenlopende onderwerpen die de beleggingswereld raken. Daarnaast geeft hij lezingen en presentaties.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.