In onze adviespraktijk komen wij regelmatig tegen dat beleggers met hun bank hebben afgesproken om volgens het risicoprofiel defensief of matig defensief te beleggen. Niet zelden betreft het in deze gevallen pensioen BV’s of hieraan qua doelstelling gerelateerd vermogen. Uit gesprekken, gespreksnotities, brieven of contracten blijkt nogal eens dat de desbetreffende bank, geheel terecht overigens, een neerwaarts beleggingsrisico van maximaal min 5% tot min 10% heeft aangegeven.
De beleggers met deze risicoprofielen accepteren dit neerwaarts beleggingsrisico en realiseren zich dat het opwaarts potentieel, anders gezegd de toekomstige rendementen, als gevolg daarvan ook beperkt zullen zijn. Een belangrijk deel wordt in obligaties belegd of in ieder geval in deze rubriek ondergebracht. De belegger zelf heeft er niet veel kaas van gegeten en vertrouwt volledig op de vermogensadviseur of vermogensbeheerder van de bank.
Bij ontvangst van de vermogensrapportages blijkt nogal eens, en meestal onverwachts, dat het verlies of het rendement min 20% tot in sommige gevallen min 50% bedraagt. Met een mengeling van verontwaardiging, verbazing, boosheid, paniek en mogelijk ook verdriet, leest de belegger dit slechte nieuws. Voor vele beleggers betekent dit dat de toekomst er anders uit gaat zien, dat de plannen moeten worden bijgesteld, dat het pensioen niet meer kan worden uitgekeerd, dat er soms zelfs langer moet worden gewerkt, kortom dat de veronderstelde financiële onafhankelijkheid compleet is weggevaagd.
Natuurlijk gaat de belegger dan met zijn of haar bank praten. Deze krijgt doorgaans een zeer ingewikkeld verhaal te horen en uiteindelijk blijkt dat alles door de kredietcrisis is veroorzaakt. Men heeft risicoanalyses gemaakt en die blijken onder deze omstandigheden, uiteraard bij hoge uitzondering, helaas in uw nadeel te zijn uitgevallen. De bank kan hier verder niets aan doen en wast haar handen in onschuld.
Ons inziens is het allemaal niet zo simpel als wordt gesteld. De centrale vraag is of de bank, beleggingsadviseur en vermogensbeheerder, zich wel gehouden heeft aan de vastgestelde randvoorwaarden en uitgangspunten. Waren en zijn de defensieve beleggingen wel echt defensief? Ervaringen uit de praktijk hebben ons geleerd dat er nogal eens risicovolle beleggingen in deze categorie opgenomen zijn.
Wij zijn het dan ook in veel gevallen niet met de conclusies van banken of hun adviseurs eens. Als de bank zich keurig netjes aan de basisregels van transparantie, kwaliteit en zorgvuldigheid had gehouden dan was bij dit risicoprofiel het rendement maximaal tussen de min 5% en min 10% uitgekomen. Hoe deze negatieve afwijking kon ontstaan en wat de bank fout heeft gedaan, daarover gaat ons volgende artikel.