Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Eerlijke graadmeter voor beleggers

Veel beleggers en beheerders gebruiken aandelenindexen zoals de AEX, BEL20 of MSCI EMU als benchmark om te toetsen of ze goed of slecht gepresteerd hebben. Het probleem hiermee is dat aandelen soms decennia lang zwaar onder de werkelijke inflatie scoren. Die index verslaan wil dan niets zeggen.

Hetzelfde probleem heb je bij obligatieindexen, rentevoeten en zelfs goud. Allen zitten ze soms tientallen jaren zwaar onder of boven de inflatie en zijn ze nutteloos om uw prestaties aan te toetsen, laat staan uw verloning aan te koppelen. Tijd dus voor een nieuwe index die wel steeds net iets boven de werkelijke inflatie scoort, en dit in elk economisch klimaat. De PP Index doet exact dat.

Op de nieuwe PP Index pagina kan je de rendementen van de Permanente Portefeuille en de activa indexen die hij volgt in detail zien. Ze zullen er ook met meer regelmaat worden upgedate. Merk ook op, je vindt er een nieuwe index: de ‘MDM PPEUR Index’, kortweg de PP index, die de rendementen van de Permanente Portefeuille (PP) in de Eurozone (EUR) weergeeft zoals samengesteld door mij (MDM).

Mijn samenstelling is strikt volgens Harry Browne zijn aanwijzingen hoe de perfecte permanente portefeuille eruit dient te zien. Shortcuts om een hoger rendement te halen ten koste van veiligheid doe ik niet waardoor de juiste aandelen, obligaties, goud en cash indexen worden gebruikt als basis voor de MDM PPEUR index.

De MDM PPEUR index start net zoals de MSCI EMU index en de Iboxx Ger 10+ index vanaf 1999 op 100 punten en is ook ‘Total Return’ wat wil zeggen dat dividenden en interesten afkomstig van de obligaties en aandelen zijn ingerekend in rendement en geherinvesteerd. Wel is er 25% van de dividenden en intresten afgetrokken voor belastingen te simuleren alvorens het werd geherinvesteerd, wat neerkomt op ongeveer 0,6% per jaar reeds afgetrokken van de MDM PPEUR index die beleggers en beheerders ook verliezen aan belastingen wanneer ze de PP index zouden volgen.

De PP index is een degelijke benchmark die met gemiddeld 6,6% sinds 1999 ongeveer 2% boven de werkelijke inflatie ligt die ik op 5% schat. De PP index en die 6,6% kan door iedereen gevolgd en behaald worden en vergt geen actief vermogensbeheer. Het is een eenvoudige passieve buy and hold strategie.

Indien je rendementen dankzij actief beheer gemiddeld hoger zijn dan de PP index dan ben je een goed vermogensbeheerder. Zit je gemiddelde eronder dan is dat een slecht resultaat en dien je of te leren uit je fouten en opnieuw proberen indien je het vak echt wil leren, of een andere vermogensbeheerder te zoeken die wel de PP index verslaat of ermee kappen en gewoon een PP aanleggen indien je geen risico wil lopen met je kapitaal.

Dit wil niet zeggen dat je elk jaar de PP index dient te verslaan. Zelfs Roland Vandamme, die uitmuntende rendementen heeft, zat met -9% in 2008 onder de PP index die -3% had. Echter, zijn gemiddelde van +22% per jaar ligt zwaar boven het gemiddelde van de PP index en dat is wat telt om je prestaties te beoordelen.

Ik besef dat de werkelijke inflatie vandaag inschatten op 5% te hoog klinkt voor velen. Ook ikzelf heb moeilijkheden het te geloven maar ik kan de rationele argumenten niet negeren. Het is nu eenmaal zo dat wanneer ik de prijzen van vandaag omreken naar oude Belgische Frank die 10 jaar geleden nog gelden, dan stel ik vast dat de prijzen gemiddeld verdubbeld zijn. Hetzelfde zal waar zijn voor zij die de guldenprijzen nog herinneren. Verdubbelen op 10 jaar wil zeggen een gemiddelde prijsstijging van 7,5% per jaar. Daar kan je niet om. De werkelijke inflatie dan inschatten op 5% is zeker niet overdreven.

Ik heb ook nog eens opgezocht hoeveel geld ze nu eigenlijk bijprinten. Het is natuurlijk niet verstandig aan de geldvervalser te vragen hoeveel geld hij juist heeft bijgeprint en uitgegeven aan feestjes allerhande. Maar als hij zelf al zegt zonder blozen dat hij 7,5% bijprint per jaar sinds 1999 en de laatste 3 jaar sinds de crisis van 2008, 13% per jaar heeft bijgeprint, dan zal hij dat hoogstwaarschijnlijk niet liegen (Figuur 1):

Figuur 1: European Central Bank Balance Sheet, Billion € / Miljard €, 1999 – Sep 2011, Source: ECB

Bovenstaande grafiek toont dat er in 1999 700 miljard euro in omloop was gebracht door de ECB. 10 jaar erna, in september 2008, net voor de crisis, staat de ticker reeds op 1480 miljard euro. Met andere woorden, reeds voor de kredietcrisis was de ECB erin geslaagd op 10 jaar tijd de geldhoeveelheid te verdubbelen van 700 naar 1480 miljard euro.

Een verdubbeling op 10 jaar wil zeggen een stijging van gemiddeld 7,5% per jaar. Dat is wel degelijk de hoeveelheid euro’s, fysieke biljetten en munten, maar nog veel meer digitale euro’s die ze ook uit het niets creëren en waar ze allerlei zaken mee kopen zoals staatsobligaties, vastgoed leningen, bank obligaties en sommige centrale banken nu ook goud. Die activa hebben allemaal waarde wanneer ze het kopen, maar allemaal is het gekocht door de ECB met bijgeprinte euro’s en die euro’s zijn in omloop gekomen op het moment dat de ECB er al die zaken mee kocht.

De totale hoeveelheid euro’s is dus wel degelijk toegenomen van 700 naar 1400 miljard. Sinds eind 2008 is dit verder gestegen naar 2100 miljard euro vandaag. Je ziet dat eind 2008 de lijn opeens loodrecht omhoog gaat, dat zijn €600 miljard aan ‘noodkredieten’ dat de ECB had bijgeprint en uitleende op een paar dagen aan gelijk welke bank dat er wou hebben. Dat geld zouden ze grotendeels reeds terug moeten hebben maar ze hebben het kennelijk niet vernietigd maar er gewoon andere zaken mee gekocht zoals staatsobligaties a volonté.

Op 3 jaar groeien van 1400 miljard naar 2100 miljard is een stijging van 13% per jaar… Als er 13% meer euro’s per jaar in omloop komen dan zullen de prijzen met gemiddeld 13% per jaar stijgen. Hier kan misschien wat vertraging opzitten indien bijvoorbeeld commerciële banken euro’s parkeren op hun rekening bij de ECB omdat ze schrik hebben, wat nu wel gebeurt ten belope van €100 Miljard. Ook particulieren kunnen uit angst tijdelijk geld in cash vorm afhalen en in hun kous steken zodat banken het niet meer kunnen uitlenen en je dus tijdelijk een krimp hebt op het aantal euro’s in omloop.

Maar zodra de angst terug gaat liggen of de inflatie terug duidelijk begint te vreten aan die euro’s gaan die particulieren die euro’s terug bovenhalen en uitgeven of op een spaarrekenig zetten zodat banken ze uitlenen aan een ander, en zijn ze terug in omloop. Ook de commerciële banken gaan die euro’s bij de ECB, die slechts 0,7% opbrengen, weghalen zodra de angst gaat liggen of de inflatie te pijnlijk wordt en terug uitlenen in de markt en dus in omloop brengen.

13% meer euro’s per jaar wil vroeg of laat zeggen dat je 13% inflatie krijgt. Dat is onvermijdelijke logica. Enkel indien de ECB euro’s zou vernietigen kan de inflatie weg gaan maar dat is geloven in fabeltjes. Ik hou ook op de officiële inflatie cijfers te bekijken of te publiceren. Die cijfers zijn eenvoudigweg bedrog.

Het enige degelijke argument dat je kan inbrengen voor een lagere inflatie dan de hoeveelheid geld die gecreëerd wordt is een hogere productiviteit. Het aantal producten, diensten, huizen, landbouwgrond, etc stijgt elk jaar met gemiddeld 2%. Indien de geldhoeveelheid constant zou blijven dan zou je elk jaar 2% meer goederen en diensten kunnen kopen met dezelfde hoeveelheid geld. Of omgekeerd, de prijzen dalen normaal gezien elk jaar met 2% met een constante geldhoeveelheid. Dus je mag 2% extra geld hebben per jaar en de prijzen zouden toch niet stijgen. Dat is ook wat er met goud gebeurt. De hoeveelheid goud stijgt elk jaar met 2% maar toch blijft goud zijn koopkracht behouden op lange termijn omdat er ook elk jaar 2% meer goederen en diensten zijn.

Dit argument gebruikt de ECB ook om het printen van euro’s te rechtvaardigen. Maar ze printen natuurlijk veel meer dan 2% per jaar. Ze printen sinds de crisis in 2008 13% per jaar.  Dus trek van die 13% prijsstijging die je normaal gezien hebt indien je 13% meer euro’s print, een 2% af en je hebt een werkelijke inflatie van 5% tot 2008 en vanaf dan 10%.

De MSCI EMU index heeft sinds 1999 slechts -0,9% per jaar gehaald. Dus geen reden om op je borst te kloppen wanneer je dan zegt dat je met bv 3% per jaar de index hebt verslaan. Met een werkelijk inflatie van 5% zat je nog steeds 2% per jaar eronder en heb je dus elk jaar 2% koopkracht verloren.

Op langere termijn zie je dat de PP index in Amerika sinds 1972 9% per jaar opbrengt maar de lange termijn inflatie sinds 1972 is in Amerika dan ook 7,5%. Die 2% extra rendement boven de inflatie heb je enkel en alleen omdat je wijselijk balanceert en verkoopt wat gestegen is en koopt wat gedaald is. Zo doe je iets nuttig en verkoop je wat gewild is in de markt aan een premium en koop je in wat anderen niet meer willen met een discount.

De PP index doet dus meer dan de inflatie verslaan. Doordat je geautomatiseerd maar wijs belegt heb je een aanvaardbaar rendement van 2% boven de werkelijke inflatie terwijl je tegelijkertijd als de beste ingedekt bent tegen elk economisch scenario. Risico dus zero en winst 2% is schitterende deal.

Op lange termijn behaalt de PPUSA index sinds 1972 gemiddeld 9%, ongeveer evenveel dan de aandelenindex SP500, obligatieindex of goudindex (Figuur 2):

Figuur 2: Negatieve jaren PPUSA index vs andere activa indexen

Je kan die 2% per jaar boven de inflatie dus ook krijgen door de aandelen, obligatie of goud index te volgen. Maar be ready for a rollercoaster ride! De PP index haalt die 2% extra rendement op een veel stabielere wijze met veel minder drawdowns en negatieve jaren.

De PPUSA index telt bv slechts 3 negatieve jaren sinds 1972 terwijl de aandelenindex er 9 telde, dat is 3 keer meer negatieve jaren. Enkel de cash index doet het beter met geen enkel negatief jaar maar het gemiddeld rendement van 6,4% is dan ook ver onder de PP index die 9,5% heeft. De PPUSA index daarentegen heeft geen lager gemiddeld rendement dan de aandelenindex, het zit er zelfs boven! Ook de obligatie index telt 9 negatieve jaren en de goud index zelfs 17 negatieve jaren en ook hier laat de PPUSA index hen ver achter zich met slechts 3 negatieve jaren en een gelijk gemiddeld rendement.

Makkelijk is het niet de PP index te verslaan. De PP rendementen zijn niet perse hoger dan de andere indexen maar wel een stuk stabieler. Maar ook de werkelijke inflatie is hoog met 5% en waarschijnlijk 10% de komende jaren. Dat is pijnlijk om onder ogen te zien. Toch, eerlijk zijn met jezelf is de eerste stap naar beterschap. Cruciaal is het de inflatie juist in te schatten want anders is je winst/verlies berekening elk jaar opnieuw fout.

Indien om één of andere mysterieuze reden al die bijgeprinte euro’s toch niet in Euroland terecht komen en we een deflatie krijgen zoals in Japan zal je zien dat de PP index net zoals in Japan zal wegzakken naar gemiddeld 0,5% (Figuur 3):

Figuur 3: Japan Jaren 90

Indien we echter serieuze inflatie krijgen kan de PP index gemiddeld 16,8% doen de komende 10 jaar, zoals in IJsland net gebeurd is (Figuur 4):

Figuur 4: IJsland 2003-2009

In zo een IJsland scenario zal de PP index veel hoger zijn dan de officiële inflatie cijfers. De PP index zal ook veel dichter bij de waarheid liggen. In het geval van IJsland is de koopkracht van het geld wel degelijk gedaald met gemiddeld 14% per jaar, en niet 7% per jaar zoals de overheid beweert. Ook indien we zo  een hoog inflatie scenario krijgen zal het niet de officiële inflatie maar wel de PP index zijn die je dient te verslaan wil je de koopkracht doen toenemen.

Gezien de PP index tijdens een deflatoir klimaat lage gemiddelden en tijdens een inflatoir klimaat hoge gemiddelden heeft kan de PP index ook zeer goed dienen als referentie voor de ‘hurdle rate’. Dit is de rate dat hedge fondsen gebruiken alvorens ze een deelname in de winst vragen. Het GDFund van Willem Middelkoop bv heeft een hurdle rate van 6%. Dat wil zeggen dat pas indien het fonds meer dan 6% behaalt betaal je 20% op alles wat je meer verdient.

De meeste hedge fondsen gebruiken een fixed hurdle rate die meestal rond de 6% ligt. Maar dat zal hen zuur opbreken indien er een deflatoir klimaat komt zoals in Japan jaren 90. Dan zullen ze 10 jaar lang veel moeilijkheden hebben om boven die 6% te raken en de waarheid is dat hun klanten dan reeds winst maken vanaf 0,5%. Indien ze de hurdle rate koppelen aan de PP index zal de hurdle rate automatisch verlagen naar 0,5%. En terecht, alles wat erboven ligt is dan ook winst en ben je bereid 20% van af te geven. Fair voor de klant en het hedge fonds.

Hetzelfde in omgekeerde richting. Indien we een IJsland scenario krijgen met hoge inflatie van 14% dan is het unfair voor de klanten van reeds vanaf 6%, 20% af te moeten staan, terwijl ze 14% nodig hebben om gewoon hun koopkracht te behouden. Indien de hurdle rate gekoppeld is aan de PP index zal de hurdle rate ook hier automatisch stijgen naar 16% zoals de PP index in IJsland heeft gedaan en zal de klant pas 20% moeten afstaan van de werkelijke winst, en niet de fictieve. Fair voor de klant en het hedge fonds.

Check it out: PP Index
Good investing.

Marc De Mesel

Hoe uw Koopkracht Behouden

De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten. Op dit artikel is onze disclaimer van toepassing.

Start met Automatisch Beleggen

Dit bericht delen
Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *