De kosten van distributie van beleggingspolissen nemen en overgrote hap uit de uiteindelijke belegging van de consument. Zo blijkt uit recente berichten in de landelijke pers. Echter: de kosten van beleggingsfondsen lijken welhaast een vergeten aspect binnen de hele ophef over beleggingspolissen. Consumenten willen zich er liever niet in verdiepen en aanbieders praten er het liefst omheen. De Essentiële Beleggersinformatie moet uitkomst bieden.
Of dit genoeg is?
De kosten moeten in deze nieuwe Financiële Bijsluiter (kortweg EBI genoemd) nog eenduidiger vermeld worden. De AFM bezweert dat aanbieders “echt alle kosten” erin moeten verwerken. De praktijk geeft echter reden tot zorg. Het valt te betwijfelen of zo’n total expense ratio wel het totale plaatje geeft. Praat met financiële aanbieders over kosten en de opbrengst is een van de eerste verdedigingslinies waar ze zich achter verschuilen. Kijk maar eens naar het Superfund. Ze rekenen 6 procent kosten per jaar en een performance fee van 20% ! Het gaat uiteindelijk om die opbrengst, zeggen ze. Het enige dat bij hen vaststaat zijn de kosten én die hebben een regelrechte invloed op de opbrengst. Ergo, kosten zijn belangrijk en deenige garantie voor de toekomst. Niet zelden zelfs doorslaggevend, zoals bij de oude aandelenlease-producten waarbij de hoge rentekosten in het product vaak hoger lagen dan het rendement op de geleaste aandelen.
Kosten in de EBI-bijsluiter
De nieuwe bijsluiter is misschien wel eenvoudig, maar niet volledig. Onderzoek van CapGemini naar de transparantie van beleggingsfondsen toont aan dat aanbieders lang niet alle kosten opgeven. Dit terwijl ze dat ook al wel voor de oude bijsluiter moesten doen…. Tal van schemergebieden blijven bovendien buiten beeld. Het eerste dat opvalt is dat de EBI in enkele gevallen niet eens beschikbaar is op aanvraag. Veel vaker gaven aanbieders bepaalde kosten of aanverwante zaken simpelweg niet op in bijsluiter, jaarverslag of prospectus. Een kostenpost die veelal in nevelen blijft gehuld zijn de transactiekosten: voor de aan- en verkopen in de portefeuille van een fonds. Deze komen ten laste van het fonds en zijn hoger al naar gelang de fondsbeheerder actiever handelt.
Die transactiekosten zie je niet terug in de total expense ratio die de AFM voorschrijft. Die ‘totale kosten’ geven dus niet het totale plaatje, maar zijn slechts een indicator.
Direct gelieerd aan de transactiekosten zijn speciale deals die een fondsbeheerder kan sluiten met brokers die de aan- en verkooptransacties uitvoeren. Zo kunnen ze in ruil voor veel klandizie een korting geven op de transactiekosten middels een retourprovisie (hard commission). Een andere mogelijkheid is dat hij korting krijgt op analistenrapporten (soft commission). De meeste fondsaanbieders vertellen hier niets over. En als ze er al iets over vertellen blijkt dat slechts een vijfde het voordeel van soft commissions naar het fonds doorsluist..Deze kortingen op de kosten komen dus waarschijnlijk niet ten goede aan de beleggers in het fonds.…..Ook zouden beleggers meer gespitst moeten zijn op de oprichtingskosten.Deze kosten worden in de eerste drie jaar voor de volle mep afgeschreven. Bij een klein fonds 1,5 tot 2 ton, voor grote fondsen kan het oplopen tot een miljoen euro.Goed te weten als de consument in een jong fonds stapt.
Vergelijking
Zelfs de consument die goed beslagen ten ijs wil komen, zal ondanks doorvragen mogelijk niet alle kosten boven water kunnen krijgen. Advies: Dring in dat licht aan op een goede specificatie van de kosten ! Dan kun je checken of alles wel in de totale kosten zit verwerkt. Consumenten zouden ondertussen moeten bedenken of ze wel in zee moeten gaan met een aanbieder die niet alle kosten lijkt te verstrekken. Gezien de grote gevolgen is het verbijsterend dat kosten niet sterker op het netvlies bij de consument staan. Het is een publiek geheim dat de oude financiële bijsluiter nauwelijks gelezen werd. Te ingewikkeld. Veel Nederlanders lopen voor een paar euro verschil wel naar een andere supermarkt, maar steken daarentegen duizenden euro’s in producten die ze niet kennen, laat staan de kosten ervan. Alsof je een huis koopt, zonder er ooit binnen te zijn geweest.
Bij tegenvallende opbrengsten valt het kwartje.Hard.
Aanbieders maken graag gebruik van de psychologisch blinde vlek van de consument. Hoe vager de kosten des te beter. Sommigen schuiven handig met kosten en zetten zo de consument op het verkeerde been. Dat kan bijvoorbeeld als het product tweeledig is, zoals de beleggingsverzekering uit een levensverzekering en een beleggingsfonds bestaat. Met de lage kosten van de een, kunnen de hogere kosten in het andere onderdeel verdoezeld worden.
En daarover schrijft niemand…
Henk Folkers
http://www.findeaal.nl/