Na de verzekeraars liggen nu ook de banken onder vuur. Voor hun meest gewaardeerde klanten moeten ze eindelijk de werkelijke kosten laten zien. Gaan ze dat ook doen?
Minister de Jager schrijft in zijn brief aan de kamer: “Om te waarborgen dat beleggingsondernemingen (o.a. banken en vermogensbeheerders) volledig in het belang van de klant handelen, dienen zij alleen direct door de klant te worden betaald voor hun diensten.” Hoewel de discussie nu uitsluitend lijkt te gaan over de kickback’s die door beleggingsfondsen worden betaald, is het voorstel helder: geen verborgen kosten meer. Een prima initiatief.
Voor een bank is een “private banking klant”, aantrekkelijk. Niet alleen met vermogensbeheer wordt aan hem of haar verdiend, ook in de orderuitvoering, het bewaarbedrijf, het emissiebedrijf, de beleggingsfondsen en in de fabricage van beleggingsproducten zijn de verdiensten goed. De “marge” op hun “meest gewaardeerde” klanten zou zomaar eens een procent of drie kunnen zijn.
Niet alle, maar wel veel onafhankelijke vermogensbeheerders schnabbelen bij. Van de beleggingsfondsen die zij voor hun klanten in de portefeuilles houden, wordt jaarlijks een bestandsvergoeding ontvangen. Daarnaast krijgen zij van de aan- en verkoopprovisies die hun klanten wordt berekend op het moment dat er een order wordt opgegeven, vaak de helft van de bank. Leuk, zo bovenop de beheervergoeding. Per saldo wordt er zo al snel een half tot heel procent per jaar “bijverdiend”.
Voor de meeste onafhankelijke vermogensbeheerders is het even slikken om de stap naar een verdienmodel te maken waarbij alleen de klant betaalt. Toch is dit goed aan hun achterban uit te leggen. De beheervergoeding gaat wat omhoog en de korting bij de bank gaat voortaan direct naar de klant en niet meer naar de beheerder. Ook de kickback van de beleggingsfondsen wordt voortaan keurig aan de klant doorgegeven. Een kwestie van goed communiceren.
Banken hebben een lastiger probleem. Zij staan niet alleen zelf aan de wieg van de meeste effectenorders door hun beheer- of adviesbedrijf, maar verdienen de volle mep aan de uitvoering. Zo betaalt een “adviesrelatie” ongeveer 0,7 % over zijn aan- of verkopen, terwijl hun eigen internettarieven rond de 0,1 of 0,2 % liggen. De huisfondsen die bij klanten worden geplaatst zijn helemaal een goudmijn. In huis wordt daarmee meestal anderhalf tot drie procent verdiend.
Door de grote volumes krijgt de bank vaak een flinke kickback van beleggingsfondsen van derden en ook de huisgemaakte beleggingsproducten zijn lucratief. Al met al een stapeling van kosten die de klant niet ziet. Als lokkertje wordt de klant vaak een lage beheervergoeding voorgehouden, wetende dat de schoorstenen meer dan goed zullen roken als de contracten zijn getekend. Een situatie die minister de Jager niet wil. De kosten van advies of beheer zullen rechtstreeks bij de klant in rekening moeten worden gebracht.
De Autoriteit Financiële Markten denkt dat tot 2 % per jaar redelijk zou zijn. Het is de vraag of banken dat gaan doen. Hoe kunnen banken “eerlijk in kosten” worden als hun gesubsidieerde vermogensbeheer- of adviesbedrijf gebruik blijft maken van de eigen kanalen?
Het zou jammer zijn als de bankenlobby de publieke aandacht weet te concentreren op de kickback’s van de beleggingsfondsen. Met het verbod op uitsluitend dit topje van de ijsberg verdwijnt ook het level playing field tussen onafhankelijke beheerder en de banken en is de klant verder van huis. Minister, kijk naar het verdienmodel van de banken!
Joris Teulings
Castanje Vermogensbeheer