Opties, warrants, futures en turbo’s (deel 1)

In de goede oude tijd was het leven van een belegger een stuk overzichtelijker dan nu. Je kon beleggen in aandelen, vastgoed en obligaties. Tegenwoordig maken de meeste beleggers gelukkig ook gebruik van derivaten. Dit kan zijn ter bescherming van hun posities of om extra rendement te creëren.

In principe zijn er drie verschillende derivaten: opties, futures en warrants. Tegenwoordig zijn er ook turbo’s, maar een turbo is opgebouwd met behulp van bovenstaande bouwstenen. Hierdoor beschouw ik deze niet als een nieuwe derivatensoort. Er zijn overeenkomsten, maar ook grote verschillen tussen de verschillende derivaten. De belangrijkste overeenkomst is dat de waarde van het derivaat afhangt van de waarde van de onderliggende waarde.

Opties

Een optie is het recht om gedurende een vastgestelde periode (de looptijd) tegen betaling van een prijs (de premie) een vaste hoeveelheid van de onderliggende waarde (in dit verband: 100 aandelen per contract) tegen een overeengekomen prijs (de uitoefenprijs) te kopen (call optie) dan wel te verkopen (put optie).

De premie van een optie is niet statisch maar dynamisch: de premie beweegt in een bepaalde verhouding mee met de beweging (stijging of daling) van het aandeel. Als het aandeel stijgt, dan stijgen ook de calls en dalen de puts en vice versa. Met het verstrijken van de tijd neemt de verwachtingswaarde af. Op de afloopdatum (expiratie) van de optie is de verwachtingswaarde geheel verdampt.

Warrants

Een warrant is in hoge mate vergelijkbaar met een optie. Ook de koper van een warrant heeft het recht gedurende een vastgestelde periode de onderliggende waarde te kopen of te verkopen tegen een tevoren vastgestelde koers (de uitoefenprijs). Met een call warrant kan op een stijging van de onderliggende waarde worden gespeculeerd en met een put warrant op een daling.

Een warrant kan gedekt of ongedekt zijn. Gedekte call warrants geven recht op de aankoop van aandelen die reeds bestaan. Ongedekte call warrants geven recht op de aankoop van aandelen die nog niet bestaan. Bij een ongedekte warrant zal de uitgevende onderneming aandelen moeten creëren op het ogenblik dat de warranthouder zijn recht uitoefent. Hij zal dus zijn kapitaal moeten verhogen. Ongedekte warrants worden meestal door de onderneming in kwestie uitgegeven. Gedekte warrants worden meestal uitgegeven door een gespecialiseerde financiële instelling.

In tegenstelling tot een future worden warrants en opties op dezelfde wijze geprijsd. Dus de prijs hangt af van de intrinsieke waarde en van de verwachtingswaarde.

Verschil optie en warrant

Zoals hierboven al blijkt verschillen opties en warrants vooral door de partij die deze uitgeven. Een optie worden uitgegeven door de optiebeurs en is een standaardproduct met een standaard aflooptermijn, een vaste uitoefenprijs en een standaard aantal van de onderliggende waarde. Een warrant echter wordt door óf een financiële instelling óf de onderneming waar de warrant betrekking op heeft uitgegeven.

Bij opties is het kredietrisico nihil, omdat het kredietrisico gedekt wordt door de Clearing organisatie. Bij een warrant hangt dit kredietrisico af van de kredietwaardigheid van de uitgevende bank of onderneming. U zult begrijpen dat als Ordina een warrant uitgeeft, het kredietrisico veel groter is dan een optie op Ordina.

Daarnaast is er nog een aantal verschillen:

  • In veel gevallen hebben opties een kortere looptijd dan warrants.
  • Het aantal uitstaande contracten ligt bij warrants vast, bij opties is dit variabel.
  • De onderliggende waarde van een warrant kan van alles zijn, 1 of meerdere aandelen, een beursindex, een obligatie, een wisselkoers of een mandje van grondstoffen etc.

Voordelen warrants

Mijns inziens zijn er 2 voordelen van warrants ten opzichte van opties. Het eerste voordeel is dat warrants een langere looptijd kunnen hebben dan opties. Dit betekent dat u langer de tijd heeft om gelijk te krijgen. Het andere voordeel is dat warrants betrekking kunnen hebben op veel meer verschillende onderliggende waarden dan alleen aandelen.

Nadelen warrants

Het grootste nadeel van warrants is wat mij betreft dat je alleen long kunt gaan. Je betaalt dus niet alleen intrinsieke waarde, maar ook verwachtingswaarde. We weten dat aan het einde van de looptijd de verwachtingswaarde altijd nul zal zijn. Opties kunnen we wel verkopen (short gaan). Op deze wijze ontvangen we de verwachtingswaarde. Ik ben vaak een voorstander van het verkopen van opties. Kopen we namelijk warrants of opties, dan moeten we twee keer gelijk krijgen. Ten eerste moet de richting van de onderliggende waarde goed zijn (dus bij een gekochte call moet het aandeel stijgen en bij een gekochte put dalen), maar dit moet ook nog eens snel gebeuren. Gebeurt dit niet snel, dan krijgen we de tijd tegen ons, omdat de verwachtingswaarde door het verstrijken van de tijd steeds minder wordt.

Volgende keer zal ik ingaan op de overeenkomsten en verschillen tussen opties en futures.

drs Richard H.J. de Jong RBA is adjunct directeur vermogensbeheer bij Van Lieshout & Partners N.V..

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.