ING houdt in het eerste halfjaar van 2013 rekening met een beweging van de AEX naar 373 punten: de top van 2011. De seinen staan op groen, en zolang de brede stijgende trend intact blijft, mogen er hogere koersen en nieuwe jaartoppen worden verwacht. Dat stelt de bank in de verwachtingen voor 2013. Vorig jaar gingen ze nog uit van een opmars van 310 punten. Gegeven de stand van vandaag was dat dus te pessimistisch.
We hebben alle verwachtingen van vorig in een themadossier samengebundeld: Klik daarvoor: Vooruitzichten 2012. Voor de prognoses voor volgend jaar hebben we dat eveneens gedaan: https://www.dekritischebelegger.nl/tag/vooruitzichten-2013/
Volgens de bank vinden we de bovenkant van het langetermijntrendkanaal op dit moment pas bij 450 punten. Ook de bovenkant van het trendkanaal stijgt wekelijks verder. In het midden van het trendkanaal is een middellijn te trekken die evenwijdig loopt aan de onderen bovenkant. Op het moment van schrijven loopt deze lijn bij 365 punten, gestaag stijgend naar 373 punten. Zodra de AEX deze middellijn opwaarts passeert, versnelt de stijgende trend en mag een beweging worden verwacht naar de bovenkant van het trendkanaal, die nu op 450 punten ligt.
De kans op het passeren van de middellijn achten zij voor 2013 zeker reëel, maar een test van de bovenkant van het brede stijgende trendkanaal lijkt hun een stap te ver. Zoals gezegd houden zij rekening met eerst een beweging naar de oude top van 373 punten in het eerste kwartaal van 2013, waarna een forse correctie kan starten. Daarna kan de AEX binnen de grenzen van het brede stijgende trendkanaal in een steilere opgaande trend komen, waarbij hij in de tweede helft van 2013 door de genoemde middellijn zou kunnen gaan. Tussendoor zullen er nog de nodige terugvallen plaatsvinden, maar terugvallen en minicorrecties van 5% of zelfs meer zijn vaak niet meer dan tijdelijke vertekeningen van het langetermijnbeeld. De seinen staan op groen, en zolang de brede stijgende trend intact blijft, mogen er hogere koersen en nieuwe jaartoppen worden verwacht.
Economie
ING verwacht, ondanks de roze bril voor de AEX, voor de komende periode een hooguit matige economische groei. Er moet namelijk een aantal problemen worden opgelost. De oorzaak van de meeste problemen is bekend: er is in de afgelopen decennia te veel schuld opgebouwd als gevolg van een teveel aan ‘goedkoop geld’. Dit teveel was ontstaan doordat de financiële markten risico’s onjuist waardeerden. Het uiteenspatten van de zeepbel van de Amerikaanse huizenmarkt bleek de lont die in het kruitvat werd geworpen. Eén ding is zeker: het terugdringen van schulden zal als thema de komende jaren de financiële markten blijven beheersen. Om weer een gezonde financiële basis te krijgen, zullen eerst de schulden moeten worden verminderd. Zowel bedrijven en consumenten als overheden zullen hieraan hun bijdrage moeten leveren. Op zich is dit niets bijzonders: een dergelijk proces heeft zich in het verleden al vaker voorgedaan.
We bevinden ons momenteel economisch gezien op onbekend terrein Niet eerder in de geschiedenis moest er tegelijkertijd in zo veel landen zo veel schuld worden weggewerkt als nu. Ook zijn er nooit eerder tegelijkertijd zo veel nieuwe beleidsmaatregelen genomen. Veel centrale banken hebben het einde van hun mogelijkheden bereikt en sommige zitten in een experimentele fase: er zijn geen parallellen met het verleden te trekken. We kunnen dus wel zeggen dat we ons op onbekend terrein bevinden. De experimenten zijn met grote risico’s omgeven en de uitkomsten ervan zijn onvoorspelbaar. De economische ontwikkelingen zullen wereldwijd voor een groot deel worden bepaald door de daadkracht van politieke leiders en de mate waarin het vertrouwen van consumenten en bedrijven wordt hersteld. Vooralsnog gaan zij ervan uit dat we de komende jaren nog te maken zullen hebben met een zwakkere economische groei dan we de afgelopen decennia gewend waren.
Assetallocatie
Tegen deze achtergrond voorziet ING in 2013 wereldwijd een gemiddelde winstgroei van bedrijven van ongeveer 5%, met relatief gunstigere ontwikkelingen in de opkomende landen en de Verenigde Staten en een slechts marginale vooruitgang in Europa. De gunstige balanspositie van veel niet-financiële bedrijven en de lage rente zijn daarbij belangrijke steunfactoren. Uitgaande van een per saldo gelijkblijvende gemiddelde koerswinstverhouding, die dus in de buurt blijft van het al wat opgelopen niveau, resulteert dit in een verwacht aandelenrendement van circa 6% (inclusief dividend).
Wat obligaties betreft, dat wil zeggen de 10-jaarsstaatsobligaties van landen uit de eurozone die als basis voor deze categorie gebruik wordt, verwachten zij dat de rente per saldo op hetzelfde niveau als de huidige rente zal uitkomen, namelijk 2,5%. Dit resulteert in een rendementsverwachting van 2,5%. Rekening houdend met deze rendementsverwachtingen en met een hoger risico voor aandelen dan voor obligaties, komen we op dit moment uit op een neutrale tactische assetallocatie. Daarbij willen zij wel aantekenen dat bij de rendementsverwachting voor obligaties is uitgegaan van een vrij defensieve invulling van deze categorie. Het toevoegen van bedrijfsobligaties en obligaties uit opkomende landen resulteert in een gunstiger beeld voor de categorie obligaties.
ING houdt een slag om de arm wat betreft de prognoses: “De politiek heeft een grotere invloed dan ooit en er kunnen onverwachts schokken optreden die, versterkt door het beurssentiment, forse bewegingen op de aandelenen obligatiemarkten veroorzaken. Het is dan ook de vraag hoelang onze aannames over de conjunctuurcyclus en de marktbewegingen houdbaar zijn. Dit impliceert, zoals gezegd, dat onze visie en ons beleggingsbeleid snel kunnen veranderen. In 2013 zullen we zeker tal van kleine en wellicht ook enkele grotere bijstellingen doen.”.