Het Britse Vodafone Group PLC is, naast Telefónica en Deutsche Telecom, één van de grootste aanbieders van mobiele telefonie in Europa. Het bedrijf opereert ook buiten Europa, vooral in Afrika, het Midden-Oosten en India en veelal door middel van samenwerking met lokale spelers.
Van de totale omzet wordt echter 65 procent in Europa gerealiseerd, waarvan 20 procent in Duitsland. Qua aantal abonnees is Vodafone de grootste aanbieder van mobiele telefonie ter wereld na China Mobile.
Logischerwijs is Groot Brittannië een belangrijke markt voor Vodafone, maar niet van levensbelang. Ongeveer 11 procent van het bedrijfsresultaat wordt verdiend in het Verenigd Koninkrijk. Het concern geeft aan (nog) geen last te hebben van de Brexit. Men gaat er pragmatisch mee om. Als de condities waartegen er nu zaken worden gedaan duidelijk verslechteren, zal het hoofdkantoor verplaatst worden naar een plek binnen de Europese Unie.
Per 22 juli jl. kwam Vodafone met de kwartaalcijfers. Vanwege een gebroken boekjaar betrof het het eerste kwartaal 2016-2017. De omzetgroei van 2,2 procent op jaarbasis, de hoogste groei in 5 kwartalen, versloeg de verwachtingen van de analisten. Zowel in de ontwikkelde Europese markt (+0,3 procent) als in de opkomende markten (onder andere Turkije +19,5 procent, Egypte +9,4 procent en India +6,4 procent) was er groei. Uitzondering was het Verenigd Koninkrijk. Daar daalde de omzet met 3,2 procent, niet als gevolg van de Brexit maar door afgenomen roamingopbrengsten. Vodafone bevestigde de outlook voor het hele jaar. Om de Europese focus te benadrukken, zullen de resultaten voortaan in euro’s worden gerapporteerd.
Vodafone wil zich graag van een mobiele telefoonaanbieder ontwikkelen naar een ‘quadrupel aanbieder van communicatie’, dat wil zeggen mobiele telefonie, vaste telefonie, internet en televisie, vergelijkbaar met bijvoorbeeld KPN. Daartoe probeerde men zich in te vechten in markt van bestaande aanbieders, maar echt succesvol was dit niet.
Daarom heeft Vodafone Liberty Global benaderd om tot samenwerking te komen. Als testcase zou de Nederlandse Liberty Global-dochter Ziggo, op zich ook al een fusieproduct tussen Casema en UPC, kunnen dienen. Een fusieverzoek werd ingediend bij de Europese Commissie en dit werd goedgekeurd. Nu wil Vodafone de samenwerking met lokale aanbieders in Europa verder gaan uitrollen, maar haast heeft het bedrijf niet hiermee. Ook hoeft die samenwerking niet per se met Liberty Global te zijn. Zo werkt Liberty Global in België op dezelfde manier al samen met KPN-dochter Base en moet Vodafone dus op zoek naar een andere partij. In Nederland is Vodafone door de samenwerking met Ziggo nu de grootste speler na KPN. De andere aanbieders zijn T-Mobile en Tele2, maar de eerste wil weg uit Nederland en de tweede is verlieslatend.
Een andere groeimarkt van Vodafone is Afrika. Daar zijn simpele betaaldiensten via SMS, je betaalt met beltegoed of met de lokale valuta, mateloos populair. Afrika ontbeert een fijnmazig bankennetwerk en vele inwoners hebben geen bankrekening. Dit is opgevangen door bankdiensten via de mobiele telefoon af te gaan wikkelen. In de sub-Sahara regio en dan vooral in Kenia in samenwerking met Safaricom, waarvan Vodafone 35 procent eigenaar is, is Vodafone de belangrijkste speler met haar systeem M-Pesa.
Een dergelijk systeem werd onlangs ook getracht op te zetten in India als initiatief van de Indiase overheid. Hierin deden alle telefoonmaatschappijen mee (ook Vodafone). Helaas is dit niet van de grond gekomen. Er wordt nu gewerkt aan een tweede poging door de bezwaren van de eerste poging weg te nemen. Vodafone onderzoekt overigens of het de Indiase divisie apart naar de beurs zal brengen. Gaat dit door, dan zal er vermogen worden vrijgespeeld. Nadere informatie volgt, aldus de bestuursvoorzitter Vittorio Colao tijdens de presentatie van de kwartaalcijfers. Onlangs nam Vodafone in de India de Indiase telecomactiviteiten van Telenor over.
De afgelopen 5 jaar is de winst per aandeel 23,1 procent afgenomen door de hoge investeringen die Vodafone, net zoals alle grote telecommers, heeft moeten doen in het verbeteren van het netwerk in o.a. glasvezel en hogere internetsnelheid. Bovendien moesten er hoge (veiling)bedragen betaald worden aan overheden om überhaupt over een netwerk te kunnen beschikken. Ook werden ze door overheden verplicht om concurrenten toe te laten op hun netwerk, waardoor de winstmarge verschraalde.
Hoewel overheden een belangrijk stempel op de winstontwikkeling van Vodafone blijven houden, zijn de belangrijkste kosten wel gemaakt en is het tijd om te gaan oogsten. Analisten, geraadpleegd door Bloomberg, verwachten voor Vodafone de komende drie jaar een gemiddelde winstgroei van 16,5 procent. Daarnaast zou er nog valutawinst kunnen worden gehaald, daar het Britse pond na het referendum over de Brexit met ongeveer 15 procent is gedaald. Gecombineerd met een dividendrendement van ruim 5 procent is dat volgens mij voldoende reden om positief te zijn over het aandeel.
Auteur heeft privé geen positie, cliënten van Fintessa hebben het aandeel Vodafone in portefeuille. De redactie heeft geen positie in de genoemde effecten.
Martine Hafkamp
Fintessa Vermogensbeheer